627.
Verzoek van R.K. Armvoogdij om te mogen ont
vangen als gratificatie een bedrag tot vinding van bet te
kort ad f1.753,76^ en tevens om bet subsidie over 1841 en
volgende jaren te verhogen.
Gesteld in handen der Financiële Commissie, versterkt met
Mr. J. Eekma en Mr. G.L. Feyens. R. 6-5~l84l 5.
Verzoek van R.K. Armvoogdij alhier om een buiten
gewone toelage ad fl.751>36-g- ter bestrijding van een bestaand
tekort over 1840.
Toegestaan; ordonnantie wordt afgegeven. R. 3-2-1842 3.
Verzoek van R.K. Armvoogdij, onder herinnering
aan een gelijk verzoek in 1841, om voor 1843. en vervolgens
een naar billijkheid verhoogde subsidie, meer overeenkomstig
hun groot aantal behoeftigen, en tevens als bijzondere toe
lage f11290-zijnde het vermoedelijk tekort over 1842.
Gesteld i'n handen van dezelfde commissie als aangewezen in
de vergadering van de Raad op 6-5-l84l. R. 20-10-1842 3.
Toezending door Ged. Staten van een beschikking
door Min. van Binnel. Zaken op verzoek van R.K. Armvoogdij
alhier, om machtiging tot verkoop van fl.38.8OO,-, inge
schreven in het Grootboek der 2.\°/o Nat. Schuld.
Wordt uitgereikt. 31-10-1843 2.
Verzoek van R.K. Armvoogdij, dat de Raad mag te
rugkomen op de afwijzing van haar verzoek om een buitenge
wone subsidie over 1844 ad fl.262,44 tot dekking van het
tekort over dat jaar, aangezien Art.11, waarop een groot
tekort is, over 't hoofd is gezien.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat wel degelijk rekening
is gehouden met Art.11, dat met Art.9 de enige artikelen
vormt, waartoe door de R.K. Gemeente zelf wordt bijgedra
gen, terwijl Art.7 en 8, waartoe de stad bijdraagt, een over
schot opleveren. Daarom is een bezwaar weer op dit verzoek
bij de Raad terug te komen.
R.K. Armvoogdij moet of door eigen middelen voorzien in het
tekort, of het overbrengen op Rekening 1845. 5-4-1845 13.
Toezending d(Dor Gouverneur van verzoek van R.K.
Armvoogdij alhier aan Z.M. om machtiging tot aanvaarding van
een erfenis. Onderzoek wordt ingesteld. 19-4-1845 2.
Mededeling door Ged. Staten van K.B. 22-5-1845,
No. 113» waarbij aan R.K. Armvoogdij machtiging wordt verleend
tot aanvaarden der nalatenschap van: Joseph Stuckenberg,
onder voorwaarde van belegging der gelden in Inschrijvingen
Grootboek Nat. Schuld. 18-6-1845 5.
Bericht door R.K. Armvoogdij, dat door de toene
mende armoede en duurte hun kas bijna geheel is uitgeput,
zodat zij de bedeling der buiten-armen niet zullen kunnen
volhouden zonder aanzienlijk tekort, dat zij echter voorals
nog niet kunnen begroten. 22-10-1845 20.
Mededeling door R.K. Armvoogdij, dat zij gesom
meerd zijn door de pastoors tot betaling van fl.1600,-, zijnde
2 jaren toelage uit de jaarlijks gecollecteerd wordende gel
den, en dat zij niet bij machte zijn hieraan te voldoen.
Daarom verzoeken zij van Stadswege tot uitbetaling dezer
gelden te worden in staat gesteld.
Gesteld in handen der Commissie, die vroeger deze zaak be
handeld heeft. R. 4-12-1845 18.
Herinnering door R.K. Armvoogdij aan hun Missive
van 17-11-1845, waarop nog geen antwoord is ontvangen.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat deze zaak bij de Raad
aanhangig is, en dat het antwoord zodra mogelijk zal wor
den medegedeeld. 20-12-1845 6.
Op het herhaald verzoek van R.K. Armvoogdij om
uit de Stadskas te ontvangen de over 2 jaar aan de pastoors
aankomende t.ractementenonder bijvoeging van 4 sommatiën,
betekend aan de President-Armvoogd, wordt geantwoord, onder
bijvoeging van een afschriff van het advies op het adres aan
Z.M., dat de Raad blijft bij zijn gevoelen, dat de traktementen
der pastoors niet uit de Stadskas mogen worden betaald, en