Toezending door Ged. Staten van beschikking van
Min. van Binnenl. Zaken op het verzoek van R.K. Armvoogdij
aangaande de belegging van het legaat van wijlen A. Bruinsma.
Verzocht wordt deze uit te reiken en te zorgen, dat nu wordt
voldaan aan de voorwaarde van belegging.
Wordt toegezonden, met last te zorgen dat de belegging plaats
vindt op het Grootboek, en dat daarna rapport wordt uitgeT
bracht. 28-12-1850 11
Toezending door C# der K. van Missive van Min.
van Binnenl. Zaken in verband met verzoek van R.K. Armvoogdij
aan Z.M. om machtiging tot aanvaarden van een legaat van
wijlen B. Reiger, en tevens het legaat van A. Bruinsma, waar
voor reeds machtiging is verleend bij K.B. 18-4-1850. No.9,
onder voorwaarde van belegging op een Grootboek Nat. Schuld,
te mogen beleggen in een geldlening voor de aanbouw van een
R.K. Kerk alhier.
Ongunstig advies. 6-11-1850 2
Machtiging tot aanvaarding van het legaat van
B. Reiger ad f1100- verleend. 27-11-1850 6
Mededeling door R.K. Armvoogdij van de belegging
der legaten, besproken aan hen door wijlen A# Bruinsma en
B. Reiger.
Wordt medegedeeld aan Ged. Staten. 8-2-1851 15
Begro ting.
Aan de Armbesturen wordt medegedeeld welke sommen
op de Begroting 1814 voor hen zijn bestemd, en zij worden
verzocht spoedig hun Begroting 1815 in te zenden.
31-1-1815 9
Vraag van Gouverneur, waarom bij de Begroting 1820
der R.K. Armvoogdij het aantal armen op 373 wordt aangegeven,
terwijl dit in 1819 5 325 bedroeg. 21-12-1819 2
Verzoek van Ged. Staten om inzending o.a. van
Begroting 1821 van R.K. Armvoogdij. R. 6-11-1820 2
Door B. en W. is de door Ged. Staten gevorderde
Begroting 1828 der R.K. Armvoogdij, als voorwaarde voor sub
sidie, vastgesteld op f 18587 56~k in Ontvang en Uitgaaf.
Deze wordt met Rekening 1826 aan Ged. Staten toegezonden,
met verzoek om fl.4800,- toe te staan; zijnde de gevraagde
f13790,16 en fl10093 4 wegens achterstand.
Verder wordt aan Ged. Staten medegedeeld de billijkheid van
een toelage uit de Stadskas, daar de Rooms Katholieken, die
bijna allen en vroeg belijdenis doen, in tegenstelling met
de andere Kerkgenootschappen, dan ook niet door de Stads
Armvoogdij kunnen geholpen worden. R. 31-3—1828 14
Door Ged. Staten toegestaan fl.4009»84, d.i.
fl.3000,- gewoon subsidie en fl.1009»84 voor achterstaid 1826.
R. 19-5-1828 3
Verzoek van R.K. Armvoogdij van machtiging tot verschillende
overschrijvingen op Begroting 1828 van posten met tekort
naar posten met overschot.
Toegestaan, met aanschrijving om toe te zien, dat geen pos
ten overschreden worden, of, indien dit nodig blijkt, van
tevoren machtiging te vragen. 18-7-1829 13
Verzoek van R.K. Armvoogdij om overschrijving van
enkele posten met tekort naar enkele posten met overschot
op Begroting 1829.
Machtiging verleend. 12-6-1830 5
Inzending door R.K. Armvoogdij van Begroting I83O.
Gesteld in handen der Commissie tot de Financiën. 8-9-1829 6
Mededeling door R.K. Armvoogdij in vervolg op
hun voordracht van 7-^-1830, dat dit jaar een groot tekort
zal zijn op enkele posten.
Aangezien de collecten in de Kerken op fl.2000,- zijn be
groot, en door het wegvallen der morgen-collecte slechts
fl.300,- overblijft, wordt door B. en W. dienaangaande een
nauwkeurige opgave gevraagd, met opdracht om zich nauwkeurig
te houden een Begroting 1830. 7-8-1830 13