Gesteld in handen van Wiersraa, Coulon en van
der Veen. R. 7-9-1818 14.
Missive van Voogden N.S. Weeshuis, beantwoordende
de vragen in het besluit van Ged. Staten 8-4-1818. No.13.
2 9-4-1818 5.
Verzoek van Voogden N.S. Weeshuis om antwoord op
hun rapport van okt1818, aangaande het bestellen van wees
kinderen bij de boer. 1-5-1819 11»
Inzending door Voogden en Voogdessen N.S. Weeshuis
van het Reglement, ter voldoening aan de aanvraag van Ged.
Staten. 17-8-1819 4.
Verzoek door Voogden N.S. Weeshuis hoe te handelen
met het aanbod der Sub-sommissie van de Maatschappij van Wel
dadigheid, om weeskinderen over te plaatsen naar de kolonie
Frederiks oord
Door B. en W. wordt toegezonden Raadsbesluit R.4-12-1820 No.7
en Prov. Blad No.4, en te kennen gegeven, dat de kosten be
dragen 16 jaar lang een bedrag van fl.360,-, door de stad aan
de Maatschappij te betalen. 10-2-1821 7.
Verzoek van Gouverneur om bericht omtrent het ver
schil, dat bestaat ten aanzien der stichting van het Nieuwe
Stads Weeshuis en de daaromtrent gegeven inlichtingen, als
mede hoe het gelegen is met de erfenis van wijlen Balj
24-9-1825 4.
Verzoek van Voogden N.S. Weeshuis, dat de kinderen,
die, of vrijwillig, of door een hogeren macht aangewezen, uit
het Weeshuis naar de koloniën der Maatschappij van Weldadig
heid gaan, terstond onder voogdij van het bestuur der kolo
niën komen, op grond van Art.1 der Wet van 5e Pluviose,
jaar 13. Zal aan "Gouverneur worden voorgedragen. 18-2-1826 8.
Missive van Voogden N.S. Weeshuis, in antwoord
op het besluit van B. en W. 24-10-1827.5» houdende, dat zij
geen collecten houden en dat zij geen opgave dóén van kinderen,
die naar Veenhuizen zijn te zenden, als zijnde daartoe niet
verplicht. In advies gehouden. 6-11-1827 9.
Voorstel van Voogden N.S. Weeshuis, om voortaan
geen wezen beneden 6 jaar op te nemen, maar uit te besteden,
onder toezicht van het Weeshuis. R. 1-10-1827 2.b
Hiertoe door Raad besloten.
Daarvoor wordt op Begroting 1828 een bijzonder fonds van
fl.600,- gebracht. R. 1-10-1827 4.
Een Ontwerp-Verordening op het bestuur van het
N.S. Weeshuis alhier wordt, alvorens in de Raad te worden
gebracht, eerst toegezonden aan Voogden voor onderzoek en
ev. aanmerkingen. 10-11-1827 16.
Mededeling door Voogden N.S. Weeshuis, dat bij hen
geen bedenkingen bestaan tegen het dezerzijds gezonden ont
werp ener vernieuwde verordening op het bestuur.
In Raad gebracht. 24-11-1827 9.
Door Raad vastgesteld een nieuwe Verordening op
het N.S. Weeshuis, (met tekst der Verordening).
R.10-12-1827 14
Voogden. 1811-1813.
Benoemd als Voogd en Voogdes van het N.S. Weeshuis:
W.R. van Sippama, en
Mevr. Gosliga, gebWeidema,
inplaats van:
S. Salverda, en
Mej. Bolman, aftredend. M. 7-1-1812.
(Zie MissivesNo6en 7
I.M. 1811/12. Blz28a. No1
(7-1-1812)
Aangezien de nieuwe organisatie der gestichten vaij
Weldadigheid bij het Gouvernement in behandeling is, worden de
aftredende Voogd en Voogdes van het N.S. Weeshuis:
P. Suringar, en
Mej. G. Smeding, geb. Rinsma,
verzocht hun functie te continueren, in afwachting der op
handen zijnde reorganisatie. M11 -12-1812