Voogden van N.S. Weeshuis gemachtigd tot opname van:
Lieuwe van der Pol, geb. alhier 4-2-1821, en
Antje van der Pol, geb. te Joure 8-4-1816. 26-4-1831 10
Verzoek van Voogden N.S. Weeshuis tot plaatsing van het wwes-
kind: Lieuwe van der Pol in één der gestichten van Weldadigheid.
Wordt bij Sub-commissie aangevraagd. 29-11-1834 9
Antwoord der Sub-commissie van Weldadigheid op Missive 1-12-1834
No. 129/864, houdende, dat te Frederiksoord alle plaatsen op contract zijn
vervuld. Dus, of op een bijzonder contract, of naar Veenhuizen.
Aan Voogden N.S. Weeshuis wordt bericht dat betrokkene naar Veenhuizen
kan worden opgezonden. 23-12-1834 8
Missive van Gouverneur aangaande het onderhoud van een nage
laten onecht kind van wijlen Johanna Crans, overleden in het correctiehuis
te Hoorn.
Volgens Stads Armvoogdij is reeds in 1833 door haar voor dit kind betaald;
het behoort in het N.S. Weeshuis.
Gesteld in handen van Voogden N.S. Weeshuis. 22-3-1834 9
Het kind Engelbertus Crans zal door weesvoogden uit het Cor
rectiehuis te Hoorn gehaald worden; tot het 16 jaar is worden uitbesteed,
en daarna in het N.S. Weeshuis geplaatst worden. 12—4 1834 14
Missive van Stads. Armvoogdij aangaande het onderstandsdomicilie
van: Tietje Warringa, minderjarige dochter van: Rinze Doekes Warringa en
Martje Johannes Vellinga, beide overleden.
Van Dokkum wordt het geboorte-extract en het overlijdens-extract van de
ouders aangevraagd, ter eventuele plaatsing in het Stads Weeshuis.
9-4-1836 10
Op verzoek Voogden N.S. Weeshuis worden nadere gegevens ge
vraagd aan Dokkum. 11-6-1836 16
Antwoord van B. en W. van Dokkum op Missive dezerzijds 14-6-1836
No. 113/416, houdende:
'1. dat aan Wed. Minne Warringa aldaar in 1832 en 1834 zijn opgelegd 89 ct.
belasting in de personele aanslag.
2. dat zij deze niet heeft voldaan.
3. dat haar onvermogen is gecontateerd.
4. dat zij behoorde tot de N.H. Godsdienst.
Dit wordt medegedeeld aan Voogden N.S. Weeshuis. 25-6-1836 12
Bedenkingen van Voogden N.S. Weeshuis tegen de opname, daar de
moeder te Dokkum de haar opgelegde belastingen niet heeft betaald.
Provisioneel in advies gehouden. 23-7-1836 12
In verband met Missive van Voogden N.S. Weeshuis aangaande de
opneming van het kind van wed. Minne Warringa, wordt deze medegedeeld aan
B. en W. Dokkum. 30-7-1836 12
Bericht van Dokkum dat betrokkene, niettegenstaande de aange
wende rechtsmiddelen, niet heeft voldaan aan de Wet van 1818, zodat het
domicilie van onderstand niet te Dokkum is.
Verder inlichtingen omtrent haar patent als winkelierscheThans moeten de
kinderen worden opgenomen. 13-8-1836 7
Antwoord Voogden N.S. Weeshuis bp Missive van Dokkum.
Weesvoogdij is van oordeel, dat de verjaring van Minne Warringa te Dokkum
niet is verhinderd wegens het niet voldoen aldaar van de opgelegde belas
tingen van 1832 en 1839, aangezien blijkt dat men niet is overgegaan tot
parate executie. 24-9-1836 18
Antwoord B. en W. Dokkum op Missive 27-9-1836. No.113/638 aan
gaande het onderstandsdomicilie.
Nogmaals gesteld in handen van Voogden N.S. Weeshuis. 8-10-1836 9
Missive van Voogden N.S. Weeshuis. Deze blijven bezwaar maken
in erkenning.
Daarom, omdat te Dokkum de dwangmiddelen wegens niet voldoening der be
lasting in 1832 en 1834 te laat zijn aangewend, wordt aan Dokkum bericht,
dat B. en W. op grond daarvan Voogden niet tot opname kunnen verplichten.
Voorgesteld wordt de zaak aan Ged. Staten voor te leggen. 12—1 1—1836 13
Mededeling door B. en W. Dokkum, dat zij de Weesvoogden aldaar
hebben gemachtigd tot opname in het Weeshuis aldaar van het nagelaten kind
van wed. M. Warringa.
Wordt medegedeeld aan Voogden N.S. Weeshuis. 14-12-1836 15