R.K. ARMVOOGDEN.
1811 - 1813.
Verzoek van R.K. Armvoogden om ontslag van: H. Hoogland,
en machtiging tot verkiezing van een ander in diens plaats.
Toegestaan bij Missive 23-4-1811. I.M. 1811/12. Blz.54 NO.9 (23-4-1811)
Verzoek door R.,K. Armvoogdij dat H. Hoogland wegens zijn
zwak lichaamsgestel van zijn post als Voogd mag worden ontslagen, en
zij gemachtigd tot verkiezing van een ander.
Toegestaan. (Missive 23-4-1811). M 23-4-1811 9.
1814 en later.
Klacht van R.K. Armvoogdij aangaande: Sijbrandus Nauta en
L. Feits, die de post als Armvoogd weigeren, met verzoek aan Burgem.
om deze te gelasten.
Verzoek afgewezen, want Nauta was 10 jaar R.K. Armvoogd en Feits 4 jaar
Stads Armvoogd, dus van onwilligheid is geen sprake. 19-4-1814 8.
Verzoek van N. Orie om ontslag als Armbezorger bij de
R.K. Gemeente. 22-10-1814 5.
R.K. Armvoogdij (en Voogden R.K. Weeshuis) aangeschreven
door Burgem. om, daar zij subsidie ontvangen en hun rekening wordt ge
controleerd, bij aftreding of vervanging van Voogden een nominatie van
3 te zenden aan Burgemeesteren. 3-1-1818 7.
Benoemd als lid der R.K. Armvoogdij:
Eduard Bruinsma, ter vervanging van:
T.B. Dulmers, vertrokken.
Mede voorgedragen: J. Solaro en
F.J. Blauwstra. 19-5-1818 10.
Betrokkene verzoekt ontheffing om gezondheidsredenen; zie
attest van Dr. D. Draper. 26-5-1818 10.
Verzoek afgewezen. 14-7-1818 9.
E. Bruinsma blijft weigeren.
Burgem. zullen hem desnoods gelasten. 5-10-1818 4.
Benoemde verzoekt vrijstelling op grond van zwak lichaams
gestel. Toegestaan. 20-10-1818 6.
Benoemd tot R.K. Armvoogd: N. Orie, gepensioneerd Luite
nant, inplaats van E. Bruinsma, wegns lichaamszwakte vrijgesteld.
Mede voorgedragen: J. van Gruisen en E. de Roes. 14-11-1818 2.
N. Orie verzoekt vrijstelling. Geweigerd. 17-11^1818 7.
Provinciaal Commandant vraagt vrijstelling voor gepen
sioneerd Luitenant Orie. Geweigerd. 5-12-1818 5.
Verzoek van R.K. Armvoogdij om benoeming van 2 leden, we
gens aftreden van:
Is. Backers, en
A.J. Rooswinkel.
Benoemd: M. Hettema en
J.A. van Marke. 12-1-1819 4.
Verzoek van J. van Marcke om vrijstelling van de benoeming
als R.K. Armvoogd, daar 's-lands dienst (als als essayeur van goud
en zilver) hem in beslag neemt. 19-1-1819 12.
Bezwaar van J. van Marcke en Mr. Montanus Hettema weerlegd.
30-1-1819 11.
Missive van R.K. Armvoogdij, mededelende een reorganisatie;
4 leden verzorgen de armen, 6 leden de collecten in de kerken.
Bij deze laatste nog 2 te benoemen.
Burgem. verklaren niet bevoegd te zijn Collecterende Voogden in de kerk-
ken te benoemen. Zie verder: R.K. Collecterende Voogden. 27-3-1819 10.
Missive van R.K. Armvoogdij, dat N.L. Metz presiident is
geworden 1 jaar geleden en blijft continueren, evenals J. van Marcke,
als Rentmeester, terwijl tot Buiten-kerkvoogd is benoemd: W. Hoepermans,
inplaats van L. de Boer. 8-1-1820 4.
