817. b. In bet Reglement van de Commissie te bepalen, dat de benoe ming der leden is voor 3 jaar, inplaats van 6 jaar, en dat jaarlijks 2 leden zullen aftreden; de eerste aftreding per 1-1-1850. Verder dat alleen personen, hier onderstandsdomicilie hebbende, mogen worden geplaatst op het Werkhuis, uitgezonderd meester knechts of leermeesters. De Commissie ontvangt het bedrag, dat door de Raad, na voor dracht, te doen in september, zal worden vastgesteld. R. 19-4-1849 3. Aangezien het, in verband met de continuatie van de tegenwoordige aanneemer van het Werkhuis tot 1-1-1851, mis schien wenselijk zou zijn die voordracht op een ander, meer geschikt tijdstip te doen, wordt hierover geïnformeerd bij de Commissie. R. 3-5-1849 9. Bericht van de Commissie van Toezicht op het Stads Werkhuis, naar aanleiding van Raadsbesluit R. 19-4-1849, 3, en Missive dezerzijds 4-5-1849. No.119/471, dat de aannemer continuatie van het contract hem voorgesteld, geweigerd heeft. Zal in Raad worden medegedeeld. Ter preparering der zaak zal een bijeenkomst met de Commissie worden gehouden op Vr. 18-5—1849. 16-5-1849 8. Missive van Commissie van'Toezicht aangaande de wijzi ging, in het contract met de nieuwe aannemer van het Werkhuis t.z.t. aan te brengen, en bericht, dat de tegenwoordige aanne mer bereid is te continueren tot 1-1-1850, op de bestaande voorwaarden. Het eerste punt wordt in advies gehouden; het tweede medege deeld aan de Raad. 26-5-1849 8. Commissie van Toezicht verklaart, dat de aannemer van het Werkhuis aanvankelijk niet bereid was tot continuatie van het contract, daar de conditiën voor hem te bezwarend waren, en hij achteruitging in zaken, maar dat hij later hierop terug kwam, en bereid was te continueren tot 1-10-1850, op dezelfde conditiën. R. 7-6-1849 15. Missive van de Commissie van Toezicht op het Stads Werkhuis, in antwoord op Missive dezerzijds van 11-10-1840. No.119/1051, aangaande het daarbij gedane voorstel een gedeelte van de cavaleriestal te bezigen tot vlasbraken. B. en W. gaan accoord met het daarin gedane voorstel. 7-11-1849 16. Aanbieding door B. en W. van een ontwerp voor een nieuw contract met de Directeur van het Stads Werkhuis,aan te gaan voor 7 jaar, ingaande 1-10-1850. Door Raad aangenomen met kleine wijziging. Aangezien het contract met de huizige Directeur dan vervalt, moet onverwijld een oproeping gedaan worden. R. 4-4-1850 5. Verslag door B. en W. van de pogingen om een Werkbaas voor het Stads Werkhuis te krijgen. Verschillende sollicitanten meldden zich, maar de meesten had den uit de advertentie niet recht begrepen wat de functie in houdt. Sleets 3 verklaarden zich genegen een contract te slui ten, maar verlangden een renteloos voorschot en een percents gewijze beloning. Daarom stellen B. en W. voor een renteloos voorschot van hoog stens fl.5000,- te geven, en een percentsgewijze beloning per fl.1000,- arbeidsloon. Het blijkt dan, dat het verschil in het contract met de tegen woordige aannemer niet eens zo heel groot is. Aangezien de Raad niet accoord gaat met het voorstel een ren teloos voorschot van fl.5000,- te geven, is voorlopig nog geen besluit genomen aangaande het Stads Werkhuis. R. 23-5-1850 1. Rapport en voorstel van B. en W. om machtiging ter voorziening in de functie van Directeur van het Stads Werk huis een overeenkomst te sluiten met: ANNEE MARIUS VAN BELKUM^ thans ondermagazijnmeester in de Gevangenis alhier, aangaande' wie voldoende informatie's zijn ingekomen, en die in staat is een of meer borgen te stellen voor een voorschot van fl.4000,-.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 79