De Adjunct Maires en Municipale Raden, die zich met de Bank van Lening hebben bezig gehouden, worden verzocht een voorstel te doen hoe op de best mogelijke wijze met de Bank te handelen. M. 19—10—1813. Lastgeving van Prefect, 23-10-1813» om: 1. De contanten der Bank om te storten bij de Ontvanger L. IDZARDA. 2. Tegen de kassier en zijn borgen hypothecaire inscriptie te nemen 3. De schulden der Bank als gemeenteschulden te beschouwen. Uitgevoerd bij Besluit 24-10-1823. Missives No. 234, 238. I.M. 1813. Fol.109r. No414 1. Op grond van Besluit van Gouverneur wordt aan de Adjunct Maires S. SALVERDA en S. CATSen aan de Municipale Raden P. GOSLIGA, P. CATS, T. FEENSTRA, J. DE HAAN, die zich heb ben beziggehouden met de Stads Bank van Lening, van dit besluit kennis gegeven, met uitnodiging om de bank op gang te houden met speciale betaling, om provisioneel alle be talingen te schorsen. 2. De Ontvanger LAMBIDZARDI wordt aangeschreven om de gelden, in de Bank bevonden, en die door aflossingen in de kas zijn gekomen, die bij hen zullen worden gestort, te ontvangen. Deze gelden moeten in de caisse de service worden overge bracht, zodra hij meer dan 112 van het budget in zijn kas heeft. 3. De advocaat NICOLAAS FOCKEMA wordt aangeschreven hypothecaire inscriptie te nemen op de goederen van de kassier en diens borgen. 4. Aan de Prefect wordt medegedeeld, dat van de voormalige kas sier M.D. VAN 0TTERL00 en diens voorgangers nooit borgtocht is gevraagd. M. 24-10-1813. Mededeling door Prefect, 27—10—1813» dat de kassier der Bank M.D. VAN 0TTERL00aan de Procureur des Keizers is op gegeven wegens nalatigheid in zijn administratie. Bij Griffier gedeponeerd. I.M. 1813. Fol.108r. No.4l7« Proces—verbaal van S. SALVERDA, S. CATS en J. DE HAAN, waaruit blijkt, dat bij de Bank van Lening een tekort is van fl.5760-17-12. Hiervoor wordt de kassier M.D. VAN 0TTERL00 door de rechter van instructie vervolgd, en aangezien hij zich niet van de aanklacht kan zuiveren, is hij dientengevolge overgebracht naar het Huis van Bewaring. Op grond hiervan wordt M.D. VAN 0TTERL00 ontslagen als kassier van de Bank van Lening, onverkort het recht van belanghebbenden op de goederen van hem en van zijn huisvrouw, ALIDA BURENSTEIN. M. 6-11-1813. Aanschrijving door Prefect, 4-11—1813» om een ver trouwd persoon met de uitgifte van de panden der Bank te be lasten, en mededeling, dat de conditie der Bank voor het ver volg aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken zijn onderworpen. Verder renvooi aan het besluit van 23-10-1813 omtrent de gelden, die successievelijk geïncasseerd worden. I.M. 1813. Fol108rNo.435. Beantwoord bij Missive No.249. Kassier ontslagen bij Besluit van heden. POSTHUMUS voorgedragen bij deze Missive. Goedgekeurd bij Missive 8-11-1813» I.M. 1813Fol108rNo.445. In verband met het ontslag, gegeven aan M.D. VAN 0TTERL00 als Kassier der Bank van Lening, wordt zijn huisvrouw ALIDA BUURENSTEIN gelast met haar kinderen uiterlijk op 9-11-1813» des middags 12 u. met haar kinderen het thans nog door hen bewoonde huis te verlaten, onverkort het beslag, gelegd op de goederen van haar en haar man. M. 8—11—1813» Inplaats van de ontslagen Kassier M.D. VAN 0TTERL00 wordt de vroegere Kassier CASPAR POSTHUMUS weder als zodanig benoemd, op de navolgende voorwaarden:

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 3