Hiervoor zijn k pramen aan te schaffen.
Met de voorwaarden der verpachting van as en vuilnis en het
leiken der grachten. R.19-10-1829 5.
Besloten de pachter van As en vuilnis: HENDRIKUS VAN
TEMMING te verplichten tot het boven de 6 bestaande, aanschaf
fen van 2 extra pramen voor de leiking der grachten.
22-5-1829 22.
De Stads Reiniger DIRK DROST is door B. en W. wegens
aanhoudend drankmisbruik en brutaliteit uit zijn bediening ontzet
8-9-1829 12.
Door B. en W. besloten op Di. 1-12-1829 voor 7 jaar "te
verpachten:
1. De opkomsten van haardasmest, vuilnis en leikaarde etc.
vanaf 1-5-1830.
2. Het gebruik van 2 bunders en 96 roeden greide, zijnde het
excercitieveld Achter de Hoven, ingaande Petri 1830.
10-11-1829 8.
Ontvanger gemachtigd tot vervolging van HENDRIKUS VAN
TEMMING, pachter As en Vuilnis, tot betaling van een jaar pacht,
verschenen 1-5-1829 en van jaar pacht, verschenen 1—11—1829»
R.23-11-1829 2.
Machtiging verleend door Ged. Staten.
Mededelen in Raad. 5-12-1829 2.
Mededeling hiervan in Raad. R.23-11-1829 2.
Verzoek van HENDERIKUS VAN TEMMING, pachter Haardas en
Vuilnis, om voor 7 jaar dit niet te mogen hebben.
In Raad gebracht. 12-12-1829 11.
Mededeling hiervan in Raad.
Raad besluit eerst de uitslag der dezer dagen te houden ver
pachting af te wachten, en houdt tot zolang de zaak in advies.
R.14-12-1829 8.
Aangezien bij de 2e verpachting op 22-12-1829 geen ho
ger bod is gedaan dan bij de 1e, toen MARTINUS MIEDEMA inschreef
voor f1.200,—, wordt het verzoek van H. VAN TEMMING gesteld in
handen van een Raads-commissieR. 4-3-1830 7«
Op voordracht dezer Raads-commissie is besloten voor
het tijdvak van 1—5-1830 tot 1—5—1837 aan HENDERIKUS VAN TEMMING
gratis op te dragen de inzameling van as en vuilnis, zomede het
leiken der grachten, onder voorwaarde van overneming en beta
ling der k nieuwe pramen of schouwen, die thans door de Stad
worden gemaakt, en van het voortdurend leiken der grachten.
Verder tegen betaling van een jaarlijkse huur van f118van
het land, in gebruik bij de korfmakers
HARMANNUS JONGERS ADAMA, zwager van VAN TEMMING, stelt zich borg.
R. 27-1-1830 k.
Ter verzekering van de juiste uitvoering van het con
tract, waarbij ingaande 1—5-1830 voor 7 jaar aan HENDERIKUS
VAN TEMMING wordt geschonken het stadsvuil ter opruiming, wordt
aan Commissaris van Politie een afschrift toegezonden, met ver
zoek toezicht te houden op de naleving. 27-2-1830 21.
Verzoek door Commissaris van Politie om, in verband
met het toezicht op de Stads Reiniging, opgave van:
- de namen der leikers en de verwisselingen daaronder.
- de orders van de Architekt voor het leiken van de komende
week.
- inlichtingen omtrent het vaartuig, dat het drijvende vuil
moet opvissen.
Aan Architekt opgedragen wekelijks deze opgaven te verstrekken.
13-3-1830 10.
Verzoek door de Agent der Domeinen, dat door H. van
TEMMING, aannemer der Haardas en Vuilnis, geen askarren meer
aan de straatweg worden geplaatst.
Hiertoe is opdracht gegeven. 15-2-1831 7.
Verzoek door HENDERIKUS VAN TEMMING om ontslag als
pachter van Haardas en Vuilnisen om de pacht te mogen over
dragen aan: HERMANNUS JONGERS ADAMA. Met verzoek van H.J. ADAMA.
In Raad gebracht. 10-12-1831 15»
Mededeling hiervan in Raad.
Door Raad is verzoek toegestaan. R.15—12—1831 7«