- Alleen de stadsleikers mogen uit de grachten modder baggeren.
- Hij die verkiest de haardas te behouden, moet deze bergen in
gemetselde bakken met ijzeren deksels, die niet op openbare
wegen of verbonden aan een naastgelegen erf mogen worden in
gericht. R. 2-11-1843 6.
Aanmerkingen van Ged. Staten aangaande de titel der
verordening en aangaande de betekenis van het woord "vuilnis"
door de Commissie in een rapport overlegd.
In deze geest wordt aan Ged. Staten geantwoord. R.14-12-1843 2.
B. en gemachtigd tot verpachting van de Haardas en
Vuilnis op de door deze aangeboden voorwaarden. R. 2-11-1843 9-a
Mededeling, dat de verpachting van haardasvuilnis, etc
tot hiertoe hebbende opgebracht fl.2008,-, thans is verpacht aan
CONSTANTINUS BAKKER voor fl.2976,- per jaar. R. 4 -1-1844 19.d
Missive van Directeur van Politie aangaande de ver
plichting der pachters van haardas en vuilnis om, bij opkomende
dooi, zoveel mogelijk vuilnis van het ijs te halen.
21-1-1845 5.
Missive van Gouverneur aangaande het behoud en de ver
zameling van mestspeciën.
Door B. en wordt geantwoord, dat zij bij herhaling deze zaak
hebben overwogen, dat hier voor het bewaren dezer stoffen zo
veel mohelijk zorg wordt gedragen, dat men gaarne daaraan enige
meerdere uitbreiding zal geven, vooral betreffende de secreet-
mest, dat hiertoe echter een behoorlijk terrein, gelegen op einig
afstand van de stad, nodig is, en dat zich nog geen gelegenheid
heeft voorgedaan een dergelijk terrein machtig te worden. Zodra
dit het geval is, zullen B. en de zaak zeer gaarne overwegen.
31-1-1846 5.
Missive Burgem. Rotterdam in antwoord op Missive van
Burgem. dezer stad aangaande de verzameling van het secreetvuil
aldaar. Provisioneel in advies gehouden. 1-6-1847 9.
Inzending door het Raadslid R.D. SMEDING van een voor
stel tot verzameling der meststoffen als financieel voordeel.
Genoemd worden de inrichting daartoe van Dr. SARPHATI te Amster
dam, en de wijze van verzameling te Franekër en te Groningen.
Voorgesteld wordt te zoeken naar een middel om de stoffen, die
thans in de grachten worden geworpen, te bewaren, en het Regle
ment op de verpachting der as en vuilnis te herzien.
In advies gehouden tot volgende vergadering. R. 2-11-1848 9.
Rapport van B. en
B. en richten zich naar een Missive van de Gouverneur van
8-9-1845 (Prov. Blad 75).
Nieuwe opzet moet wachten tot 1-1-1851; dan loopt de bestaande
pacht ten einde.
Het terrein aan de Harlingervaart bij de Galgestreng is ge
schikt; dit moet in orde gebracht worden en vergroot.
Informatie is genomen bij Groningen, waar dit systeem werkt
sedert 1830, en bij Rotterdam, waar men bezig is het in te voeren
Verder zijn er reeds een paar publieke secreten van de grachten
verplaatst, en hebben B. en de pachters van het vuilnis aan
bevolen 's-nachts met bepaalde ingerichte pramen de facaliën
af te voeren. R. 14-12-1848 5.
Besloten de behandeling van het rapport en de stukken
aangaande de verzameling der meststoffen uit te stellen tot
Febr. e.k. R. 4-1-1849 12.
Het rapport wordt nog 1 maand ter inzage der leden ge
legd, en daarna zal het in behandeling worden genomen.
R. 1-2-1849 12.
In verband met het rapport van B. en in de Raad aan
gaande de verzameling van secreetmest (R. 14-12-1848. 5) is door
Raad besloten vast te stellen een publicatie, waarin wordt ver
boden het werpen van facale stoffen in vaten en op straten, en
waarbij de ophaling door een ploeg van 6 arbeiders onder lei
ding van de pachter, des avonds, wordt geregeld. De stoffen
worden dan 's-nachts naar het opslagterrein gebracht.
Met tekst der verordening. R. 8-3-1849 14.