113.
Mededeling door Gouverneur van een Missive van de Minis
ter omtrent de vrijstelling van de Militie van lotelingen, wier
boeders wel ingelijfd, doch van de personele dienst bjj een spe
ciale gunst zijn vrijgesteld. (Prov. Blad No.68). 2-8-1823 4.
Toezending door Gouverneur van K.B., houdende maatrege
len ten aanzien van Militieplichtige kwekelingen op 1 s-Rijks
Veeartsenijschool te Utrecht. (Prov. Blad No.87). 13-9-1823 3.
Toezending van K.B. omtrent vrijstelling van de Militie-
dienst voor studenten in de Godgeleerdheid en voor geestelijke
bij de Israëlieten. (Prov. Blad No.28). 6-3-1824 3.
Idem van K.B., houdende nadere bepalingen mede betref
fende studenten van het Ev. Luth. Kerkgenootschap. 6-3-1824 6.
Mededeling door Gouverneur van bepalingen omtrent de
vrijstelling van enige zoons, tevens enige kinderen zijnde.
(Art. 16 der Wet van 27-4-1820ProvBlad No.50). 18-5-1824 1.
Mededeling door Gouverneur van Missive omtrent de be
oordeling van lotelingen, meer dan één reden tot vrijstelling
hebbende. (Prov. Blad No.68). 20-7-1824 5.
Mededeling door Gouverneur omtrent de bevoegdheid der
lotelingen tot het doen gelden van meer dan één vrijstelling.
12-4-1825 3.
Toezending door Gouverneur van een Missive aangaande
de finale vrijstelling van lotelingen, wiens broeders ontslagen
zijn krachtens Art. 2 1 der Wet van 1817die dus geen 5 jaar heb
ben gediend. 14-5-1825 1.
Toezending van K.B. 18-5-1825. No46houdende bepalingen
omtrent de opmakingen der attesten 11 voor lotelingen, die vrij
stelling verzoeken op grond van Art. 22 en 23 der Militiewet 1820,
doch wier broeders geen volle 5 jaar in persoon of door plaats
vervanging hebben gediend. 2-7-1825 3.
Toezending door Gouverneur van bepalingen omtrent de
voortdurende vrijstelling van lotelingen op grond van broeder-
dienst. 8-7-1825 3.
Toezending door Gouverneur van bepalingen omtrent de
vrijstelling van de lotelingen, behept met kortzichtigheid.
8-7-1825 4.
Mededeling door Gouverneur aangaande vrijstelling van
lotelingen op grond van remplacement hunner broeders.
8-10-1825 2.
Toezending door Gouverneur van mededeling aangaande
de toepassing van Art.945 der Wet van 8—1 1817 en Art.22 der
Wet van 27-4-1820 op lotelingen, wier broeders als Officieren
van Gezondheid of Apothekers dienen of gediend hebben.
21-1-1826 1.
Aanwijzing door Gouverneur welke Israëlitische Godge
leerde onderwijzers gehouden kunnen worden tot de geestelijke
stand te behoren en vrijstelling van militaire dienst ontvangen.
28-1-1826 2.
Mededeling door Gouverneur van de vrijstelling van de
bij de Regimenten Zwitsers dienende lotelingen of de aanvraag van
deze om ontslag bij de Militie. 21-10-1826 2.
Mededeling door Gouverneur nopens de rang der Officie
ren van Gezondheid 3e klasse bij de Marine en instructiën aan
gaande vrijstelling van de broeders van hun en van de Apothekers
bij de Landmacht, en van de Chrirurgijns bij de Marine van de dienst
der Nat. Militie. 31-10-1826 1.
Toelichting door Gouverneur van K.B. 19-9-1826. No.89,
omtrent de wijze, waarop de in de Koloniën van Weldadigheid ten
koste der Godshuizen, etc. uitbestede jongelingen hun recht op
vrijstelling van de Nat. Militiediens t zullen doen gelden.
9-1-1827 2.
Mededeling door Gouverneur aangaande vrijstelling van de
dienst der Militie voor R.Kath. jongelingen, die Godgeleerdheid
studeren. 28-4-1827 1.
Mededeling door Gouverneur van K.B. 12-5-1827. No.97
aangaande vrijstelling van veeartsen van de Mil it iediens t
2-6-1827 3.
Mededeling door Gouverneur omtrent de niet uitslui
ting van de dienst der Militie van ontslagen meesters werklie
den bij de korpsen van de Landmacht. 18-12-1827 2.