144.
Verzoek van Gouverneur om Art.21 der Militiewet
bekend te maken aan de lotelingen, die voor zichzelf dienen,
in verband met eventuele verzoeken om ontslag. 8-12-l8l8 3.
Oproeping door Gouverneur van de manschappen, die
verlof hebben en ontslagen zullen worden, om kleding in te
leveren en af te rekenen bij hunne korpsen. (Prov.Blad No.21).
29-6-1819 3.
Oproeping door Gouverneur der manschappen van lich
ting 1815 ter afrekening en pasportering en van lichting 1819
ter opkomst in dienst. (Prov. Blad No.16). 4-3-1820 1.
Toezending door Gouverneur van besluit van de Minister
aangaande het ontslag der militairen, die zich in 1814 heb
ben verbonden. (Prov. Blad No.30). 11_4_-|820 4.
Toezending door Gouverneur van K.B., houdende bepaling
op welke wijze de manschappen der lichting 1816 definitief ont
slag uit de dienst zullen krijgen. (Prov. Blad No.69).
7-11-1820 2.
Aanschrijving door Gouverneur aangaande het bekend
maken aan de manschappen, voor zichzelf dienend bij de Militie,
van de bepalingen, welke recht op ontslag geven.
(Prov. Blad No.73). 9-12-1820 2.
Aanschrijving door Gouverneur in welk geval de recla
mes van dienende lotelingen, die recht op ontslag hebben vol
gens de Wet van 1817 Art.21, kunnen worden toegelaten.
(Prov. Blad No.25). 7_4_1821 1.
RIJK GEERTS FEENSTRA is, na ontslag als onderofficier
te hebben gekregen vertrokken naar Heerenveen om daar te wer
ken in de veenderij. 10-7-1821 8.
Toezending door Gouverneur van K.B., houdende bepa
ling van de wijze, waarop de lichting 1817 der Militie ontslag
krijgt. (Prov. Blad No.80). 22-9-1821 2.
Aanschrijving door Gouverneur tot het geven van publi
citeit aan de inhoud van Art.21, der Wet Militie 1817en tot
tijdig inzenden der dientengevolge inkomende aanvragen tot ont
slag uit de Militiedienst(Prov. Blad No.138). 20-12-1823 1.
Toezending van K.B. aangaande het niet aannemen bij
de Militie van personen, die met briefjes van ontslag zijn weg
gezonden. 2-10-1824 6.
Mededeling door Kolonel Commandant 8e Afd.Inf. dat
miliciens, die schulden hebben bij hun korps, met vertoning
van een certificaat van onvermogen van het plaatselijk bestuur,
bij hun afrekening kunnen volstaan. 18-12-1824 13.
Herinnering door Gouverneur aan Missive van Minister
24-7-1818. No.37 M.2423, omtrent de kennisgeving van overlijden
van manschappen in de gemeente. 2-4-1825 4.
Aanschrijving door Gouverneur tot het geven van publi
citeit aan de inhoud van Art.21 der Wet Militie 1817en tot
het tijdig inzenden der aanvragen tot ontslag, die dientenge
volge zullen inkomen. 10-12-1825 4.
Aanschrijving door Gouverneur aangaande de verzorging
van militairen, die wegens krankzinnigheid uit de dienst worden
ontslagen. 20-1-1829 3.
Aanschrijving door Gouverneur dat men, ofschoon vol
gens de letter der Wet de ingelijfden bij de Militie, die door
overlijden ener zuster enig kind zijn geworden, geen recht heb
ben op ontslag volgens Art.21 der Wet van 8-1-1817, toch derge
lijke reclames aan Gouverneur moeten worden toegezonden.
17-12-1831 2.
Verzoek van Gouverneur om spoedig te verstrekken op
gave van gepensioneerden en op non-activiteit gestelde offi
cieren en gegageerde onder-officieren en korporaals.
1-12-1832 1.
Missive van Gouverneur aangaande aanvragen om ontslag
van ingelijfden bij de Militie, die door overlijden ener zuster
enig kind zijn geworden. 29-12-1832 3
Aanschrijving door Gouverneur omtrent een voorlopige
buiten krachtstelling van de opnemingen tot prestatie van tijde
lijke dienst door lotelingen, buitenlands zeevarenden, en het
ontslag der alzo reeds ingelijfden. 11-2-1837 4.