156.
Toezending door Gouverneur van verzoek van: KLAAS
JETZES RODENHUIS, die tengevolge van een oogziekte uit de
militiedienst is ontslagen met een pensioen van 91»- en,
daar hij zijn beroep van timmerman niet meer kan uitoefenen,
verzoekt om een kleine bediening. Onderzoek wordt ingesteld.
4-6-1833 11.
ROMKE BRINKSMA is een gepasporteerd sergeant.
(Zie nader bij: Hulpverlening Militairen; ferzoeken oifa.
Hulp)o 14-12-1833 3
21-12-1833 4
Toezending door Gouverneur van beschikking door Dir.
Generaal van Oorlog en Min. van Financiën op het verzoek van:
ALBERTUS GROENOUWgegageerd militair, om verhoging van gage.
Wordt uitgereikt. 6-8—1836 2.
Afwijzende beschikking door Dep. van Oorlog en Finan
ciën op het verzoek van de gegageerde militair: HAGENDAAL
thans in de gevangenis alhier, om weder in het genot van zijn
gagement te worden gesteld. Wordt uitgereikt17-9-1836 3.
Toezending door Gouverneur van afwijzende beschikking
door Dir.Generaal van Oorlog en Financiën op het verzoek van:
MARIA ELISABETH NICOLAY, wed. JANS OUWES VAN DER KAM, om door
betaling van het gagement van haar man op haar, of haar min
derjarig kind. 14-12-1836 5.
Verzoek van Majoor Commandant Reserve Bataljon 8e
Afd. Inf. om inlichtingen aangaande de huiselijke toestand der
ouders van de milicien: SIPKE JANS SMAL, die wegens lichaams
gebrek zijn pensioen heeft aangevraagd. Hieraan wordt voldaan.
25-9-1838 4.
Aanschrijving door Gouverneur aangaande het tijdig en
nauwkeurig inzenden der opgaven van overledene, gepensioneerde
en gegageerde militairen. 1-10-1842 3.
Toezending door Gouverneur van verzoek van de gewe
zen militair T. MEMERDA alhier, aan Z.M. om verhoging van pen
sioen, benevens een rapport van de Inspecteur-Generaal van de
Geneeskundige Dienst der Land- en Zeemacht.
Gesteld in handen van Secretaris voor onderzoek en afdoening.
26-2-1848 5.
Door F. SPOOR, gepensioneerd militair alhier, wordt
gesolliciteerd naar de betrekking van Rijks brugwachter-tol
gaarder aan de Oude Schouw. 5-7-1848 8.
Verzoek van Min. van Oorlog omtrent de toedracht
der zaak rakende:
J.C. BIJLINGA, schipper alhier, en
F. SPOOR, gepensioneerd militair,
aangaande het vervreemden van de pensioenacteeen onderzoek
in te stellen en het resultaat te berichten.
Zal geschieden. 31-7-1848 1.
INSPECTIE VERLOFGANGERS.
Mededeling door Gouverneur, dat de Inspectie der
verlofgangers der Militie is bepaald op 20-1-1816. 2
Idem op Wo. 15-10-1816. 12-10-1816 3.
Idem in Aug. 181727-3-1817 1.
Idem der 8 eerste kantons. 2-12-1817 2.
Idem der 8 eerste kantons in juli, en die van alle
kantons in Sept. 19—5~1818 4.
Idem t/m sept. 181913-10-1818 2.
Missive van de Militie-Commissaris der 8 eerste kan
tons aangaande personen, die niet zijn verschenen bij de Inspec
tie op 1-5-1817. 13-5-1817 2,
Aanschrijving door Gouverneur aangaande de Inspectie
der verlofgangers9-1-1819 3»
Idem, aangaande welke redenen wel en welke niet door
verlofgangers kunnen worden aangevoerd om niet te verschijnen
op inspectie 1s(Prov. Blad No.46). 23-10—1819 3«
Idem, houdende bepaling der dagen, waarop de Inspec
tie' s der verlofgangers zullen plaats hebben.
(Prov. Blad No.47). 23-10-1819 4.