182
Missive van C.d.K. aangaande de vervolging van achter
lijke belastingschuldigen, die weigeren een garnisaire huisves
ting te verlenen.
In voorkomende gevallen zich hiernaar te gedragen. 2-7-1851 4.
Kazernering. Financieel.
Verzoek van Gouverneur om opgave der kosten van kazer
nering over 1813. 21-6-1814 1.
Missivevan Commissarissen Generaal Arrondissement Leeu
warden aangaande niet betaalde kazerneringsgelden van Fransche
douaniers. 21—6—1814 2.
Mededeling door Gouverneur, dat aan Plaatselijke Bestu
ren zal worden betaald voor elk bed voor een gehuwde bij de Gar
nizoenscompagnieën: 1 4 penningen. 12 11—181^4- 4.
6 Declaratiën ad 2958-13-14 aangaande kazernering
zullen worden gezonden aan Dep, van Oorlog per Missive dezerzijds
No. 370. 6-12-1814 5.
Informatie der stad Groningen of door deze stad aan
Groningen geleverde fournituren ook door het Fransche Gouverne
ment zijn betaald. Beantwoord bij Missive dezerzijds No.373»
13-12-1814 9.
Aangezien de stad van het Rijk toekomt een bedrag ad
3805-11-13 wegens kosten van kazernering, die nog steeds niet
voldaan zijn, zodat vele leveranciers nog niet betaald kanden
worden, wordt de Ontvanger ge,achtigd om bij wijze van lening aan
de Secretaris voor te schieten 1500,-, om daaruit de meest
dringende betalingen voor het Bureau van Inkwartiering en Kazer
nering te doen. M'. 24-1-1815.
Betaling zal worden aangevraagd van de kazernerings
gelden ad 3805-11—13- (Staten deze gelden Dept.-Dec. 1814
846-17-15; vorige maand 2958-13-14: Totaal 3805-11-13).
10-1-1815 9.
Missive van Dep. van Oorlog, aangaande deze gelden,
waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de post: levering van water
aan de troepen (uit regenbakken)Besloten deze te handhaven.
4-4-1815 1.
Ontvangen aan kazerneringsgelden over 18143423-3-11
waarvan is afgetrokken 855-16- wegens overgenomen fournituren.
23-12-1815 9.
Mededeling door Onder Inspecteur der Administratie der
Armée in Friesl. Groningen en Drenthe, dat maandelijks de kazer
nes geïnspecteerd moeten worden, terwijl bij nalatigheid van onder
houd geen kazerneringsgelden worden betaald.
Het Rijk heeft sedert januari 1814 geen kazerneringsgelden betaald
en deze schuld is reeds opgelopen tot 4898-12-13-30-10-1815 5.
Toezending door Gouverneur van ordonnantie wegens ka
zerneringsgelden over 1e halfjaar 1816 ad 86l19—
Gesteld in handen van Secretaris, die het fonds van Inkwartiering
administreert. 21-9-1816 1.
Beschikbaar gesteld door de Generale Intendance
1623,72, wegens kazernering over 1e halfjaar 1817
28-10-1817 2.
Toezending door Gouverneur van 1792,25 wegens kazer-
neringskosten 2e halfjaar 1817 - 25-4-1818 2.
Toezending door Gouverneur van 1535»67 voor kazer
neringsindemniteit. 24-10-1818 2.
Idem van 2e halfjaar 1818, van 1ö4o,83- 8-6-1819 2.
Antwoord vab Majoor J. HULST, Commandant 5© Bat. der
8e Afd. Nat.Infop Missive dezerzijds 31-7-1819. No.243-5-,
kennen gevende, dat order is gegeven tot betaling van het ver
strekte driekwarter. 10-8-1819 7»
Toezending door Gouverneur van betalingsorder ad
20,89 voor gebruikte kazernefournituren. 27-11-1819 1
Idem ad 14,90. 5-2-1820 4.
Idem over 1e kwartaal 1821 ad 43,57- 18-8-1821 1.
Idem over 2e kwartaal 1821 ad 16,25- 13-11-1821 4.