1 98.
Verzocht wordt het terrein in orde te maken en niet
weer te verpachten.
Aangaande het eerste zal een onderzoek ingesteld worden.
Aangaande het tweede in advies gehouden totdat wederom eei
verpachting moet plaats hebben. 22-3-1842 6.
Verzoek door Generaal Majoor, Prov. Commandant, be
last met het plaatselijk commando, om een geschikte plaats aan
te wijzen voor het schijfschieten voor het garnizoen.
In advies gehouden,, 27-4-184l 7.
Mededeling door Generaal Majoor, Prov. Commandant,
wwarnemend Plaatselijk Commandant, dat op 16-6~1841, 's-morgens
7.30 uur door de troepen van het garnizoen naar de schijf zal
worden geschoten op de daartoe ingerichte plaats Achter de Hoven.
Door de politiebediende voor de buitenwijken wordt hiervan aan
de naastliggende landbouwers mededeling gedaan, teneinde zich
te kunnen hoeden voor mogelijke schade. 15—6 18^+1 11.
Missive van Gouverneur aangaande de daarstelling van
terreinen voor de oefening der korpsen Infanterie en Cavalerie
in het werkdadig schieten. 8-7-184-1 8.
Missive van Gouverneur in verband met beklag van:
JELLE SIPKES GORTER en
wed. SPEERSTRA,
beide alhier, over het schijfschieten in het exercitieveld door
het garnizoen. Verzocht wordt dit in deze vorm te verbieden.
Gouverneur vertrouwt dat, tengevolge der door cfe militaire auto
riteit genomen maatregelen, dit bezwaar zal zijn opgeheven.
25-9-1841 7.
Missive van Majoor Commandant 2e Bat. Se Reg. Inf.
in antwoord op Missive dezerzijds 3-9-1842 No.67/748, houdende
mededeling, dat hij op aanschrijving van de Reg. Commandant zal
moeten voortgaan met de schietoefeningen in het exercitieveld,
en daarom verzoekt, ter voorkoming van ongelukken, een ander
terrein aan te wijzen.
Dooi" B wordt geantwoord, dat zij momenteel hiertoe niet in
staat zijn, maar zullen trachten het volgend voorjaar hieraan te
voldoen. Daarom wordt verzocht de schietoefeningen voorlopig
te staken. 17_9_1842 10.
Verzoek van Majoor, Commandant 2e Bat. 9e Reg. Inf.
alhier in garnizoen, om het épaulement op het exercitieveld te
doen verhogen en verbreden, en het schijfschieten aldaar te kun
nen doen voortgang hebben, met vermijding van ongelukken.
Er is reeds aan Mr. J.G. VAN WAGENINGEN en J.J. SALVERDA ver
zocht het terrein op te nemen en te rapporteren, of zij het
schijfschieten aldaar, gelijk dit thans geschiedt, al dan niet
gevaarlijk achten. 11-10-1842 5«
Bericht van MrJ.G. VAN WAGENINGEN en J.J. SALVERDA,
daarbij voorstellende enkele maatregelen van veiligheid.
In advies gehouden, en Majoor Commandant in B W verzocht voor
een bespreking. 15-11-1842 7.
B W berichten, hoewel betwijfelende of het gevaar
voor derden daardoor wordt weggenomen, accoord gaan met verho
ging van épaulement en traverses langs de schietlijn, mits de
kosten ad 150,- door het Rijk worden gedragen. 29-1 1-1842 7.
Missive van Gouverneur aangaande deze kwestie.
Door B W wordt geantwoord, dat zij bezwaar blijven maken in
het verstrekken van geld, zolang het gevaar bij het schijfschie
ten voor de omwonenden niet op overtuigende wijze is weggenomen.
(Missive dezerzijds 17-1-1843. No.67/60). l4—1—1843 7«
Antwoord van Gouverneur hierop. 18-2-1843 3«
Missive van Luit. Generaal, Commaiidant ad interim van
de 2e Div. Inf., hoofdkwartier te Utrecht, aangaande de inrich
ting van het exercitieveld alhier tot oefenplaats voor schijf
schieten. Architect door B W gemachtigd om met Majoor Garni-
zoens Commandant alhier over de inrichting te spreken, met last
om hierover rapport uit te brengen. 25-3-1843 12.
Besloten om onder leiding van een door Commandant Gou
verneur alhier aan te wijzen deskundige het terrein in te rich
ten gelijk is verlangd. 8-4-1843 20.