244.
LEONARDUS BANS op 12-7-1834 gedeserteerd van de voorposten
te Ossendrecht naar de Belgen. 2-8-1834 9«
Toezending door Gouverneur van een opgave van 3 achter
gebleven lotelingen uit het Groot Hertogdom Luxemburg, omtrent
wie alle nasporingen kunnen worden ges taakt;
M.J. LORET.
J. SCHOU.
G. GILLET. 18-12-1828 6.
Mededeling door Gouverneur dat de nalatige dienst
plichtige: JEAN SCHOU uit het Groot Hertogdom Luxemburg niet
verder behoeft te worden opgespoord. 28-12-1824 1.
Mededeling door J.C. KUTSCH, dat hij ten onrechte aan
de Gouverneur is opgegeven als voogd van de verzwegen dienst
plichtige: JOHANNES VAN DER VELDT.
Rectificatie wordt verzocht. 29-1-1825 14.
Verzwegen voor 1821. In 1825 ingelijfd in mindering van
het contingent der stad. 5-2-1825 4.
Betrokkene is op 5-7-1813 in het Old Burger Weeshuis
gekomen. Op 16-8-1819 is hij stil weggegaan. Derhalve is de
voogdij bij Voogsen Old Burger Weeshuis. 12-2-1825 1
Mededeling door Gouverneur dat de nalatige dienstplich
tige uit Zuid Brabant: JOSEPHUS OPHOF aan zijn verplichtingen
heeft voldaan. 2-4-1825 3.
Idem, dat door Z.M. aan de verzwegen loteling DIRK
COETS is toegestaan in het gewoon verlof te delen, of wel
binnen een maand een plaatsvervanger te stellen.
Toezending door Kolonel, Commandant 8e Afd. Inf
van de signalementen van 2 deserteurs:
PIETER KLAZEN DE VRIESen
HENDRIK VAN WIJNGAARDEN. 12-7-1825 5.
Verzoek van Gouverneur om het verblijf van de loteling:
ALBERTÜS VANEKER uit Overijssel op te sporen. Is hier niet
gevonden. 30-7-1825 1.
Ingelijfd. 13-8-1825 6.
Mededeling door Gouverneur, dat de staat van nalatige
dienstplichtigen voor deze provincie in 1825 niet te pas komt.
26-11-1825 1.
Toezending door AuditeurxMilitair in Zeeland van ex
tract vonnis, waarbjj: JACOBUS GEERTS', laatst alhier gewoond
hebbend, is vervallen verklaard van de militaire stand, en
gestraft met 6 jaar kruiwagen wegens desertie. 6-5-1826 14.
Toezending door Gouverneur van verzoek aan Z.M. om
gratie van de straf, opgelegd aan: MINNE JOHANNES MINNES,
(8 dagen 10,-) en zijn moeder GEERTJE ZAAGMANS (1 maand
25,-) wegens verzuim van afgifte voor de Nat. Militie.
(Art.53 Wet van 8-1-1817).
Door B W wordt het volgende bericht: Beiden zijn van goed
gedrag. Overtreding vrij zeker niet met opzet. Zij zijn zeer arm;
de moeder bovendien niet in staat te zorgen voor haar kost
winning wegens zwakte; de zoen is tichelaarsknecht.
Onjuist is echter, dat het stadsbestuur zijn lotingsjaar ver
keerd heeft opgegeven, daar betrokkene een verkeerd geboorte
jaar heeft opgegeven, wat niet is te controleren, daar hij te
's-Gravenhage is geboren. 30-5-1826 1.
Door Z.M. straf kwijtgescholden. 26-8-1826 6.
Toezending door Auditeur-Militair in Zeeland van 2
vonnissen van de Krijgsraad aldaar tegen:
HENDRIK GON, en
WILLEM FREDERIK GON,
geb te Sneek en beiden laatst hier gewoond hebbend, waarbij
deze zijn vervallen verklaard van de militaire stand, en 4 jaar
kruiwagenstraf hebben ontvangen. 1-8-1826 9.
Aanschrijving door Gouverneur om de verzwegen dienst
plichtige TJEBBE ZAKE KESKESverzwegene voor de Militie 1S19
op 8-2-1827 aan het Gouvernementshuis te doen verschijnen.
3-2-1827 8.
JX—J— J e