245.
Missive van Gouverneur aangaande de nie t-ins chrijving
voor de Militie van: JACOB JANS NOORMAN alhier, in 1827.
Informatie zal worden ingewonnen. 2-2-1828 4.
Mededeling door Gouverneur dat de verzwegen loteling
JACOB JANS NOORMAN te klein is bevonden. 9-2-1828 4.
Verzoek van Gouverneur om op te sporen de nalatige
dienstplichtige JOANNES FELKERSdie dit jaar No.105 heeft
getrokken en thans in Duitsland schijnt te vertoeven.
9-5-1829 4.
Mededeling door C0mmissaris van Politie, ingevolge
9-5-1829. 4, dat de verzwegen loteling der Militie: JOANNES
FOLKERSgeb5-12-1810, van jongsaf epileptische aanvallen
heeft gehad, en eerst op zijn 9e jaar leerde spreken. Voor
10 jaar is hij overgebracht naar Keulsche Zuurland, in het dorp
Aberkirchen, waar hij nu gehuisvest is en verpleegd wordt bij
zijn peetoom JOHANNES FOLKERTS
Dit wordt aan Gouverneur bericht. 25-7-1829 5.
Toezending door Gouverneur van verzoek van UILKJE DE
VRIES aan Z.M., dat ABE PIETERS HIEMSTRAmet wie zij zou huwen,
maar die als verzwegen loteling bij 8e Afd. Inf. is ingelijfd,
mag worden vrijgesteld, of anders, dat hij in het groot verlof
der miliciens mag delen.
Door B W wordt bericht dat waarschijnlijk vergissing in jaren
de oorzaak der niet-inschrijving in 1820 is geweest, geen opzet,
daar hij zich het volgend jaar heeft opgegeven, en zelfs vrij
willig als militair heeft gediend. 9-6-1829 3«
Aanschrijving door Gouverneur tot opsporing van de ach
tergebleven milicien: RITSKE NAUTA, schippersknecht.
Hieraan zal voldaan worden. Echter is deze jongeling te goeder
trouw afwezig, omdat de familie onbekend is met zijn verblijf
plaats. i+_10-l831 6.
Aanschrijving door Gouverneur tot opsoring van de ach
tergebleven milicien uit TietjerksteradeelPIETER JANS
ZANDBERG. Gesteld in handen van Commissaris van Politie.
12-11-1831 4.
Verzoek van Majoor, Commandant Depot 9© Afd. Inf. te
Utrecht om opsoring vans JOUKE WIJBES VISSER, van verlof
achtergebleven. Gesteld in handen van Commissaris van Politie.
23-2-1833 9.
Is niet kunnen ontdekt worden. 2-3-1833 10.
Toezending door Gouverneur van verzoek van JAN HENDRIK
VAN DER TUYN, hovenier, om kwijtschelding voor hem en zijn zoon
FREDERIK VAN DER TUYN, van de boete en gedwongen militaire
dienst wegens te late aangifte van een loteling.
Gunstig advies. 15-3-1834 3.
Door Z.M. kwijtschelding verleend en bepaald, dat de
zoon FREDERIK te.n aanzien van groot verlof zal worden gelijk
gesteld met de gewone lotelingen. 24-5-1834 10.
Zie Missive 15-3-1834. No.76/197:
(Door Rechtbank is betrokkene op 22-2-1834 veroordeeld tot
25,- boete. Hij is onvermogend, dus: detentie. De zoon is op
15-2-1834 te Kampen in dienst gesteld; hij is nodig in het be
drijf van zijn vader. Kwijtschelding verzocht).
Toezending door Gouverneur van signalement van: BENJAMIN
HOFMAN, flankeur, 8e Afd. van hier, die is gedeserteerd.
12-11-1836 5.
Toezending door Gouverneur van K.B. 21-5-1837 No.95»
houdende dat: JACOB HERMAN WALTHER niet zal behoeven te be
wijzen aan de Nat. Militie te hebben voldaan, behalve in de ge
vallen, dat hij als plaatsvervanger bij Militie of Schutterij
mocht willen optreden.
Zie Missive 14-11-1836. No.68/765.
Uitreiking verzocht. 17-6-1837 3.
(Missive 14—11-183Ó. No.68/765: Mededeling aan Gouverneur,
dat J .HWALTHER de inschrijving voor de lichting 1820 ver
zuimd heeft