Verzoek van Gouverneur om op te geven wanneer
COENRAAD PARK zijn woonplaats binnen het Rijk der Nederlanden
gevestigd heeft.
Verzocht wordt toezending van een extract uit het register
waarin hij is ingeschreven. 9-2-1822 k.
Door Militeraad toegelaten tot naloting. 19-2-1822 4.
Bij naloting op 19-2-1822 aagewezen voor de dienst.
16-3-1822 6.
Mededeling door Gouverneur, dat de loteling KNIER is
teruggekomen onder de opgegeven dienstplichtigen. (Prov. Blad
No. 15). Aan Commissaris van Politie bericht de opsporing te
staken. 19-2-1822 2.
Mededeling door Gouverneur van het aantal der in de
1e zitting van de Militieraden aangewezenen voor de Militie,
en de oproeping van deze. (Prov. Blad No.18). 23-2-1822 3
Toezending door de Militieraad voor kanton 1-8 van
opgave van lotelingen, die op de 1e zitting niet zijn verschenen
of geen bewijzen van vrijstelling meegenomen hebben.
Daartoe is een 2e zitting vastgesteld. 23-2-1822 6.
Verzoek van Gouverneur om: FREDERIK SWIJNENBURG en
JOHANNES MENSING,
niet-inges chr evenen 1822, aan te schrijven zich te melden ter
Griffie op Do. 23-1-1823. 21-1-1823 7.
FREDERIK SWIJNENBURG wordt voor de dienst aangewezen
wegens verzuimde inschrijving in 1822.
JOHANNES MENSING wordt wegens gebrek aan lengte voor 1 jaar
vrijgesteld. 8-2-1823 6.
Bepaling door Gouverneur van de dag, waarop de 2e af
gifte der manschappen van de lichting 1822 zal plaats hebben,
benevens toezending der vertrekorders(Prov. Blad No.30)
20-4-1822 2.
Verzoek van Gouverneur omcfe lotelingen:
W. LUIKING,
F.K. VAN DER WOUDE
JAN VAN DER WIELEN, en
J. VUITSMA
aan te schrijven zich op 15-5-1822 ter Griffie te melden.
11-5-1822 10.
Mededeling door Gouverneur, dat BRUIN HARMENS BRUINS,
niet-ingeschrevene voor de Militie van 1821, voor de dienst is
aangewezen en op 8-7-1822 is ingelijfd voor det contingent van
1822. 16-7-1822 1.
Terugzending door Militie Commissaris Kanton 1-8 van
de alphabe t is che Lijst der ingeschrevenen der lichting 1822,
voorzien van de beslissingen. 10-8-1822 3»
Mededeling door Gouverneur, dat de loteling ALBERT
HENDRIK ALBERTS DE BOER, achtergebleven, is teruggekomen uit de
provincie Groningen en ingelijfd bij de Militie. (Prov. Blad No. 96)
30-11-1822 2.
Oproeping door Gouverneur van de manschappen der
Reserve 1822, die in dienst worden gesteld. (Prov. Blad No.13).
22-2-1823 3.
Toezending door Gouverneur van verzoek van WILLEM
MULDER, geb. 1804, abusievelijk ingeschreven voor 1822.
Betrokkene had zich, onkundig van zijn juiste geboortedatum,
voor 1822 opgegeven. 22-2-1823 5.
Besluit van Gouverneur, waarbij de inschrijving en loting
van WILLEM MULDER voor de lichting 1822, wordt gehouden als niet
geschied. 25-3-1823 1.
1823.
Aanschrijving door Gouverneur tot het oproepen van per
sonen, die in de 1e zitting der Militieraden moeten verschijnen.
(Prov. Blad No.7). 1-2-1823 3.
Aanschrijving door Gouverneur, dat de miliciens der
lichting 1823 door de Prov. Commandanten bij de korpsen in hunne
residentie in subsistentie geplaatst moeten worden, en niet aan
enig korps toegewezen, voordat dit door Z.M» is beslist.
1-2-1823 7.