143. 1 Luitenant* 2 Sergeants 3 Korporaals, 42 Schutters 1 Tamboer, Aan Gouverneur wordt hiervan kennis gegeven, met verzoek de betaling te regelen. 31-8-1830 8. Missives van Gouverneur en Plaatselijk Commandant aan gaande de verrichting van garnizoensdienst door de Schutterij. 4-9-1830 1. Verzoek van Plaatselijk Commandant om, daar er bij het garnizoen slechts 4 korporaals over zijn, inplaats van 1 korpo raal der Schutterij, nog een 2e te doen optrekken. Aan Gouverneur machtiging gevraagd. 11_10-1830 2. Aanschrijving door Gouverneur om wegens vertrek van het garnizoen de Schutterij ter beschikking van de Plaatselijk Com mandant te stellen voor garnizoensdienst. Is uitgevoerd. 22-10-1830 4. Inzending door Commandant Schutterij van staat van onder officieren, korporaals, tamboers en schutters, die in Oct. garnizoensdienst hebben verricht, en van de uitbetaalde schade loosstelling ad 183,80. Declaratie gezonden aan Gouverneur, ter bevordering der beta ling door Dep. van Oorlog. 6-11-1830 5. Idem over Nov. ad 115,90. 4.-12-1830 7. Om de garnizoensdienst, die thans door gewapende bur gers wordt waargenomen, voor deze zo licht mogelijk te maken, wordt aan Garnizoenscommandant voorgesteld de posten bij de Kazerne en bij de Algemene Rjjkskassier door Ratelwachten te doen betrekken inplaats van door Schutters. 30-11-1830 10. Garnizoenscommandant trekt, ingevolge Missive dezerzijds 30-1 1-1830 No.86/98, de post bij de Kazerne in, maar kan dat niet doen met die bij de Agent van s-Rijks Schatkist, (van BURMANIA RENGERS Daarom woidt deze verzocht mede te werken, en van deze post af te zien, zdang de Schutterij garnizoensdienst moet doen. 4-12-1830 6. Agent kan hierover niet beslissen: de schildwacht s—nachts wordt daar geplaatst volgens instructie van de Mi nister, belast met het kassierschap van het Rijk. 7-12-1830 14. Verzoek van Commandant Schutterij om voor de wacht bij de Gevangenis een hoeveelheid turf, daar de door het Rijk ge leverde hoeveelheid onvoldoende is, en verder om een betere verlichting van het wachtlokaal. Door middel van Agent van Kazernering wordt Commandant Schut- terij geïnformeerd, dat in het gevraagde is voorzien. 4-12-1830 8. Verzoek van verschillende leden der 2e en 3e Ban der Stedelijke Schutterij, dat hun geen meerdere diensten mogen worden opgelegd dan aan de vrijwillige leden. Wordt besproken met Commandant Schutterij. 28-12-1830 15. Idem* 4-1-1831 15. Aangezien door de 2e en 3e Ban geen wachten meer worden gedaan, wordt deze zaak als afgedaan beschouwd. 15-1-1831 6. Informatie door Burgemeester bij Gouverneur wat er ge daan is om bij eventueel vertrek der Mobiele Schutterij de Schut terij vrij te stellen van de wacht bij de Gevangenis wat teveel bezwaar oplevert voor deze. 28-3-1.831 8. Verzoek van Luit. Kolonel, Plaatselijk Commandant, dat de volgende dag ter beschikking mogen worden gesteld uit de Schutterij 2e en 3e Ban: 1 Sergeant. 2 Korporaals 15 Schutters voor de wacht aan de Hoofdwacht, daar op Di. 9-7-1833 2 com pagnieën van hier vertrekken; naar Coevorden en Delfzijl.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 144