145 -
Verzoek van Plaatselijk Commandant, dat op 1-5-1839
een aantal van 16 Schutters mag worden beschikbaar gesteld
om de Hoofdwacht te betrekken, zolang de dienst dit vordert.
Is reeds aan voldaan. 23-4-1839 18.
Goedkeuring door Gouverneur van de maatregelen, geno
men ter voldoening aan het verzoek van Plaatselijk Commandant
tot het bezetten van de Hoofdwacht van 1/5 tot 1/6-1839, door
de Schutterij. (Missive dezerzijds 22-4-1839. No.91/359).
27-4-1839 9.
Mededeling door Plaatselijk Commandant, dat tengevolge
van aanschrijving van Dep. van Oorlog de zich te Coevorden be
vindende 1e Comp. van het Reserve Bataillon der 8e Afd. Inf.
niet zal worden afgelost, maar daar tot nader order blijven,
zodat ook de voor de Hoofdwacht toegestane 16 Schutters niet
zullen behoeven te worden geretourneerd. Evenwel blijft het
bepaalde ten aanzien van het betrekken der wacht op 1-6-1839
provisioneel bestaan. 27-4-1839 14.
Inzending door Luit. Kwartiermeester bij de Dienstdoende
Schutterij van 4 staten van uitbetaling aan onderofficieren en
korporaals, tamboers en schutters, die vanaf 20/7 tot 30/7-1841
de garnizoensdienst alhier hebben waargenomen, ad 85,20.
2-8-1841 14.
Missive van Gouverneur aangaande het verrichten van
garnizoensdienst door de Schutterij tijdens het verblijf van
Koning en Koningin in juni 1.1. 28-8-1841 4.
Toezending door Gouverneur van 2 exemplaren van cir
culaire van Min. van Oorlog aan de Militaire autoriteiten
omtrent de wijze, waarop te handelen wanneer de bijstand der
gewapende macht tot handhaving der rust wordt ingeroepen.
Verzocht wordt uitreiking van 1 exemplaar aan Commandant
Schutterij. 19_4_1848 5.
DIENST BIJ BRAND.
Burgem. SALVERDA wordt geanthoriseerd de nodige brand-
penningen voor de Schutterij te doen vervaardigen. (Art. 6
Huish. Reglement Schutterij). M. 31-1-1815.
Uit Res. Raad aangaande regeling der financiën over
1814: SIMON FEDDEMA is reeds voor jaren bij de Schutterij tij
dens een zware brand zodanig ongelukkig geworden, dat hij niets
kan verdienen. Hij ontvangt jaarlijks een gratificatie.
R. 4-11-1816 1.
Door Raadscommissie wordt aan Raad voorgesteld aan
te blijven dringen op het blijven betalen van deze gratificatie,
benevens van het pensioen aan de invalide bode VELTMAN.
Door Raad besloten hierop aan te dringen bij Ged. Staten.
FINANCIEEL BEHEER.
Algemeen
Antwoord van Ged. Staten op Missive dezerzijds van
16 1 1815« No.14, houdende machtiging om provisioneel bij
wijze van lening de meest dringende vorderingen op de con-
tributiekas der Schutterij te doen betalen, mits terugbeta
ling voor einde 1815
Krijgsraad Schutterij wordt gemachtigd hiertoe, onder toezen
ding van een ordonnantie ad 7500,-. M. 24-1-1815.
Burgem. SALVERDA' wordt gecommitteerd en geautoriseerd
de nodige brandpenningen voor de Schutters (Art.76 Huish.
Reglement Schutterij) ten koste der stad te laten vervaardigen»
M. 31-1-1815.
Verzoek van Krijgsraad Schutterij o:n machtiging de no-
dige herstellingen te doen aan de Schutters Doele, en wel uit
huurpenningen van de Veemarkt en de Doele.
Rapport van de Commissie voor de Oude Schulde zal worden af
gewacht. 2 1-3-1815 8.