176. Rok en broek 23,— paar slobkousen 2,20 chacot met pompon 3,50 stropdas 0,37? 17-3-1821 17. Mededeling hiervan in Raad. R. 2-4-1821 6a Het geleverde goedgekeurd, op enkele aanmerkingen na. 26-6-1821 10 (3-7-1821 5.) Mededeling door Gouverneur, dat de bedenkingen tegen het ontslag van enige Schutters bjj de Minister niet van voldoende gewicht z^n bevonden om bjj Z.M. de aangevraagde som voor kleding stukken voor te dragen. Het moet vreemd voorkomen, dat in een zo welvarende stad als Leeuwarden onder 426 voor de Schutterij aangewezen personen slechts een 100-tal in staat zjjn hun eigen kleding te bekostigen. Gevraagd wordt overlegging van een ljjst van deze personen. 21-12-1822 3. Aanschrijving door Ged. Staten, dat voortaan voor de Schutterij een groter aantal moet worden aangewezen, dat volgens Art.53 der Wet zelf zijn kleding kan betalen, en dat geen con tracten voor leveranties mogen worden gesloten, voordat de daarop betrekking hebbende begrotingspost door Z.M. is goedgekeurd. 26-7-1823 5. Verzoek van Krijgsraad Schutterij om 2000,- van Begro ting 1822 te mogen ontvangen voor aanschaffing van: 76 rokken. 96 broeken. 76 paar slobkousen, daar een groot aantal, die in het voorjaar aangewezen zijn, nog geen kleding hebben. Er zal worden geïnformeerd naar de prjjsen bij de Ontvanger wanneer de contributie Schutterij is geïnd. 23-9- 1823 2. Het bovengevraagde zal aanbesteed worden op nader te bepalen tijd en wijze. 30-9- 1823 16. Voorstel van Krjjgsraad Schutterij om bij de aanbesteding der kledingstukken inplaats van anuwe pantalons, wjjde te be stellen, waardoor misschien de slobkousen kunnen vervallen. In advies gehouden: inmiddels zal worden vernomen naar een moge lijk verbod van dragen van lange wijde broeken buiten dienst. 29-11-1823 15. Verzoek van Ged. Staten om opgave van het aantal cha- cots en dassen, dat moet worden aangekocht. 27-12-1823 2.. Verzoek van Commandant Schutterij om in de voorwaarden van aanbesteding van kleding voor de Schutterij te bepalen, dat deze alleen zal zijn van inwoners der stad. Verder verzoek om op hun kosten een andere kachel te mogen plaat sen in de kamer op het Raadhuis. Aangaande het eerste zal worden geïnformeerd bij Ged. Staten; het laatste wordt toegestaan: de kachel in de voorkamer kan dan ook dienen voor de Vrederechter, voor de Commissaris van Politie en voor vergaderingen. 27-1-1824 3. Verzoek van Gouverneur om mede te delen, waarom Burgem. de aanbesteding der kledingstukken voor onvermogende Schutters aan zich houden. Geantwoord wordt: op grond van Art. 101 der Wet Schutterij. 30-3-1824 4. Missive van Commandant Schutterij, dat het Gouvernement spoedig mag beslissen, wie de kledingstukken voor de onvermogende Schutters moet betalen. Verder berichtende dat zij, die zichzelf moeten kleden, op 2 na reeds gekleed zijn. Als antwoord wordt verwezen naar besluit Burgem. 30-3-1824. 4. 30-3-1824 8. Antwoord van Ged. Staten op Missive dezerzjjds 27-1-1824 No.24, in verband met de uitleg van Art.4 van K.B. 6-2-1817: Krijgsraad maakr Begroting en Rekening op, en B W geven die door te goedkeuring, terwijl tevens de aanbesteding der kleding behoort aan de Krjjgsraad

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 177