SCHUTTER IJ.
Wet Schutterij.
Toezending van de Wet van 26-3-1815» ter versterking
van het leger, door de Schutterij eventueel aan de grenzen te
laten dienstdoen. 4-4-1815 6.
Toezending door Gouverneur van de weimening van Com
missaris Generaal van Dep. van Oorlog op het besluit van Z.M.
van 26-3-1815. No.16, speciaal Art.9 onder No.6. 4-4-1815 7.
Missive van Gouverneur omtrent het in werking brengen
der Wet op de Schutterijen. 4-4-1815 9-
Besluit van Ged. Staten tot regeling van Art.72 der
Wet op de Schutterij. 20-6-1815 4.
Verzoek van Prov. Commandant zich met betrekking tot
het bezetten der 3 nachtposten door de Schutterij te gedragen
naar het 24e Art. der Wet op de Stedelijke Schutterijen.
12-12-1815 4.
K.B. regelende de benoemingen bij de Schutterij.
16-7-1816 3.
Missive van Gouverneur, houdende mededeling over vroe
ger omtrent Art. 18 en 15 der Wet op de Schutterij.
14-2-1818 6.
Toezending van K.B., houdende dat bij parades, waarbij
de Schutterij assisteert, de hoogste in rang het Commando heeft,
en bij gelijke rang de militaire Officier. 19-8-1818 1.
Missive van Gouverneur, houdende inlichtingen over
Art.16 der Wet op de Schutterijen. 26-1-1819 1.
Aanschrijving door Gouverneur aan de Besturen om op te
geven of voldaan is aan het 2e gedeelte van Art.4 der Wet op
de Schutterijen. (Prov. Blad No. 17).
Het vereiste Register is tot eind 1818 bijgehouden.
22-6-1819 1.
Toezending door Gouverneur van K.B. omtrent het af
leggen van de eed, voorgeschreven bij Art.4o der Wet op de
Schutterij. (Prov. Blad No.57). 31-8-1822 1
Toezending door Gouverneur van K.B., houdende een ex
plicatie. van Art. 95 der Wet op de Schutterijen. (Prov. Blad
No. 100). 30-11-1822 5.
Inzending door Krijgsraad Schutterij ter goedkeuring een
door hem volgens Art. 19 en 20 der Wet Schutterijen van
27-2-1815 opgesteld Reglement of bepalingen bl alarm of
brandseinen. Gesteld in handen van Burgem. J.D. WIERDSMA.
10-6-1823 4.
Toezending door Gouverneur van door Z.M. vastgestelde
bepalingen, die moeilijkheden opleveren aangaande de Schutte
rijen. 22-2-1825 5.
Toezending van bepalingen aangaande de uitvoering der
Wet op de Schutterij van 27-2-1815 (St. No.26).
Gezonden aan de Krijgsraad der Schutterij en aan de Auditeur.
10-9-1825 1.
Aanschrijving door Gouverneur, houdende inlichting om
trent het juis begrip van familie en huisgezin voor de Schut
tersdienstplicht. 18-10-1825 6.
Mededeling door Gouverneur van een beslissing omtrent
het recht verstand van Art. 18 der Wet op de Schutterij, met op
zicht tot de Officieren. 14-1-1826 2.
Toezending door Gouverneur van K.B., houdende bepalingen
omtrent het recht begrip van Art16 der Wet op de Scbutterij van
27-2-1815. (St. No.20). 23-12-1826 4.
Mededeling door Gouverneur, dat volgens K.B. 16-11-1826.
No. 132 ten aanzien der Schutterijen geen verdere bepalingen
omtrent Zegel en Registratie in acht behoren te worden geno
men, dan die welke bij de Wet Schutterij, 27-1-1815 (St. No.20)
zijn voorgeschreven. 23-12-1826 5.