86.
MICHIEL GEIDS, gewt schutter. 15-2-18^0 7.
PIETER PANHUIS, idem. 15-2-18^0 7.
HENDRIK HULSHOF, idem. 15_2-184o 7.
JOHANNES WIJGERS, idem. 15-2-1840 7.
LUITJE WALSTRA, idem. 22-2-18^0 12.a
BALTUS REINHARDgew. sergeant. 22-2-1840 12.b
LIEUWE DOUWES RIVIERSMAgew. schutter. 22-2-1840 12.c
PETRUS GIESENidem. 22-2-1840 12.d
ROMMERT VAN RESTEREN, Tamboer. 22-2-1840 12.f
KASPER KALF, schutter. 22-2-1840 12.f
FRANSISCUS KRAFT, schutter. 22-2-1840 12.f
BERNARDUS FRISO, gew. schutter. 29-2-1840 4.a
PIETER WIGEHAUD (WIGCHAUD gew, schutter. 29-2-1840 4a
WILLEM KRIJGSMAN, gew. schutter. 29-2-1840 4a
GERRIT HEIDEL, idem» 29-2-1840 4.a
OVERLIJDEN. Schutterij.
IJDE JANS FABER. (Zie TJITSKE PIETERS, wed.) 17-12-1833 4.
J.J. BOCKHOUT. (Zie JOHANNA AGEMA, wed.) 3-1-1835 2.
ROELOF VAN DIJK, sergeant-majoor.
(Zie SJEUKE WESTER, wed.) 4_7_1835 10.
WILLEM MULDER, sergeant.
(Zie AALTJE BOUMAwed). 2-1-1836 7.
Een zoon van AALTJE BOUMA, wed. W. MULDER. 2-8-1836 4.
DIRK STAAL, kanonnier, sergeant.
(Zie SOPHIA VAN DER WERF, wed.). 16-3-1839 5.
OFFICIEREN SCHUTTERIJ.
Algeme en
Vaststelling der Acte van Aanstelling voor officieren
bij de Schutterij. 1 3 —8 1 81 4 6.
Missive van Gouverneur in verband met de officiers
rangen der Schutterij. 20-6-1815 5.
Aanschrijving door Gouverneur dat officieren der Schifc-
terij, die op verzoek worden ontslagen, als gewoon schutter
moeten dienen, of de verhoogde contributie betalen.
25-7-1815 2.
Kon. Besluit, bevattende bepalingen in acht te nemen
bij het doen van officiersbenoemingen bij de Schutterij.
18-6-1816 1
Toezending door Gouverneur van afschrift van Missive
van Min. van Binnenl. Zaken aangaande officiersbenoemingen.
Gezonden aan Commandant Schutterij. 31-8-1816 1.
Missive van Gouverneur aangaande de inrichting van
de voordracht van officieren der Schutterij. 12 10 IS16 4.
Informatie door Min. van Binnenl. Zaken of er bij de
Schutterij ook vacante officiersplaatsen zijn. 24-2-181 8 4.
Aanschrijving door Gouverneur, dat bij voordrachten
van officieren bij de Schutterij de rangorde moet zijn naar
anciënniteit van dienst. 27-7-1819 2.
Toezending door Gouverneur van K.B. omtrent de moei
lijkheden in het opvolgen der bestaande bepalingen voor het
vervullen van officiersplaatsen bij de Schutterij.
(Prov. Blad No.105). 8-12-1821 2.
Toezending door Gouverneur van aanschrijving om bij de
voordrachten van officieren Schutterij de kwaliteit of het
beroep buiten de Schutterij te vermelden. 18-12-1821 6.
Aanschrijving van Gouverneur om voortaan bij elk gunstig
advies op een verzoek om ontslag als officier bij de Schutterij
tevens een voordracht ter vervulling der vacature te voegen.
19-1-1822 4.
Aanschrijving van Gouverneur aangaande de wijze, waarop
in het vervolg aan officieren bij de Schutterij, die hun ont
slag verzoeken en verkrijgen, dit zal worden bekend gemaakt.
(Prov. Blad No.12). 12-2-1822 1.