94. Gesteld in handen van Commandant Schutterij, om tevens voor te dragen de vervulling der vacature tengevolge van overlijden van 2e Luit. KLAAS GOSLIGA. 28-10-1826 9. Inzending door Commandant Schutterij van de dubbeltallen voor de beide vacante 2e Luitenatsplaats en, In advies gehouden. 4-11-1826 7. Mededeling door Gouverneur, dat de Kwartiermeesters bij de Schutterij de rang 1e Luitenant hebben. Daardoor vervalt de voordracht van A. DEKETH (Missive dezerzijds 17-10-1826. No.561. Wordt medegedeeld aan Commandant Schutterij. 18-1 1-1826 7. Toezending door Gouverneur van K.B. 30-9-1826 No130 houdende ontslag aan: J.C. KUTSCH als Luit. Kolonel. H.J. ADAMA als Majoor Schutterij. Benoeming van: Jr. MONTANUS HETTEMA als Luit. Kolonel. J.G. VAN WAGENINGEN als Majoor. Aan de benoemden wordt medegedeeld, dat de dag der beëdiging in handen van Gouverneur jader zal worden vastgesteld. Aan Gouverneur wordt medegedeeld, dat de benoemden het ver eiste uniform hebben aangeschaft. Aan Commandant Schutterij wordt verzocht om opgave van de beide oudste 1e Luitenants, en de beide oudste 2e Luitenants. (buiten D. ZEPER), en om opgave van 2 dubbeltallen personen voor een voordracht als 2e Luitenants. 14-11-1826 3. Op voordracht van Commandant Schutterij wordt aan Gouverneur de volgende voordracht voor de vervulling van va cante officiersplaatsen gezonden: Kapitein: B. DORHOUT1e Luit. A. GRATAMA, 1e Luit. 1e Luit.: D. ZEPER, 2e Luit. J. VAN DAM, 2e Luit. W.W. BROUWER, 2e Luit. 2e Luit.: WILLEM SIJPKENS, en ARNOLDUS BENTHEM JONGSMAschutters. ARNOLDUS BENTHEM JONGSMA, en JOHAN MARCUS BAART DE LA FAILLE, schutters. JOHAN MARCUS BAART DE LA FAILLE, en WIARDUS WILLEM BUMA, schutters. 18-11-1826 9. Aanmerking door Gouverneur op de voordracht voor offi cieren Schutterij, ingezonden bij Missive dezerzijds 18-11-1826 No.634. Voor de voordracht te redresseren wordt aan Gouverneur mede gedeeld, dat MULIER en VAN DAM tegelijk zijn benoemd, maar dat de laatste terstond is beëdigd, terwijl de eerste meer dan half jaar later is beëdigd, nadat zijn verzoek om vrijstelling was afgewezen. Om die reden is VAN DAM als oudste in rang beschouwd. 28-11-1826 1. Antwoord van Gouverneur op Missive dezerzijds 28-1 1-1826 No664 Dat MULIER later is beëdigd als VAN DAM houdt niet in, dat de laatste volgens ancieniteit voorgaat. In verband hiermee wordt door B W hun besluit van 18-11-1826. 9 in zoverre veranderd, dat inplaats van VAN DAM wordt gelezen: G.N. MULIER. 9-12-1826 9. Mededeling van Commanderende Officier 4e Bat. Schut terij, dat M. HETTEMA, en J.G. VAN WAGENINGEN, op 18—1 1—1826 de eed als Luit. Kolonel en Majoor bij de Schut terij hebben afgelegd in handen van de Gouverneur. 21-11-1826 7» Hetzelfde wordt bericht door Gouverneur. 25-11-1826 8. Benoemd door Z.M. als Officieren Schutterij: Kapitein: B. DORHOUT. A. GRATAMA, (waarn. 1e Luit.J

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 95