Lezers klommen in de pen als het om sparen gaat Q BIS1HII TROUWE BAAS REDT TROUWE HOND 'T KLEINE KRANTSJE 4 De Frisiaan Jan van Beek Trientsje over de hoed Knikker op dak The flower is glad Over de Ophaalbrug op 't Vliet In Uw rubriek „Friesland laat de voetbal rollen" wordt gesproken over J. van Beek, die bij Frisia gespeeld zou hebben. Ook zou hij in het Nederlands elftal tegen En geland een doelpunt hebben gemaakt. Volgens het „Handboek K.N.- V.B. 1964" heeft J. van Beek ISM! alleen bij Quick uit Kampen gevoetbald en het enige doel punt dat tegen Engeland werd gescoord in de wedstrijd waarin deze was opgesteld, kwam op naam van H. J. Blume. (18 nederlaag te Den Haag). LEEUWARDEN F. J. DIJKSTRA Het Handboek van de K.N.- V.B. mag schrijven wat het wil duizenden Leeuwarders zullen zich de briljante pres- tatie's van Jan van Beek in het eerste elftal van Frisia herinneren als de dag van gisteren. Jan van Beek speel de achtereenvolgens in het Haagse Swift, in Victoria uit Wageningen en in het Kam- pense Quick vóór hij bij Fri sia kwam. Het doelpunt, waarover wij schreven, scoor de hij in een wedstrijd tegen het eerste Engelse Bondself- tal, dat in Nederland speelde. Op de foto: Jan van Beek in het shirt van Frisia. RED. 't K. K. Toen ik een jaar of 17, 18 was (ik ben geboren in 1879) diende ik bij de heer S. Bos, boer bij de Greuns, dicht bij de Fróskepolle. Wij kenden Trien als „Trien over de hoed". Trien zwalkte wel door de weilanden om en bij Huizum en kwam dan ook wel bij ons op de boerderij. De boer was jong, dus Trien moest over de hoed. Zij legde de hoed wij noemd;en zo'n hoed vroeger een ,swaaier' op de grond, ging een paar passen achteruit en sprong met de rokken wat omhoog, heen en terug over de hoed, zoals ook in het Krantsje staat. Ze zong er ook bij. Ik weet niet of de boer daar ook om vroeg, maar het versje is mij bij gebleven: „De kinderen liggen in het lange stroo „Zij slapen nog als ratten „O zo je manetje „O zo je manetje ,,'t is voor de vrouw niet uit te staan." Daarna ging ze weg, door het land, over de draai over de Oude Potmarge, via de Tijn- jedijk naar Huizum en Leeu warden. Ik denk dat Trien toen een jaar of dertig of ouder was. Ik weet wel, dat ze vreemde oude dikke kle ren aan had. Veel later werd verteld, dat zij op de Ak- krumer kermis doodgereden is door een boer met paard en sjees. Ik ben in Huizum op school geweest. In Huizum zijn nog wel oudjes, die er meer van weten. Ik kan me ook nog herinneren, dat er op vrijdag altijd een dronken vrouw op straat liep, of dat dan „Bran- dewientsje" was, weet ik niet. Zo vaak kwam ik niet in de stad, ik woonde buiten helemaal bij de Fróskepolle HEMPENS, Wed. K. VISSER. Nog steeds krijgen wij reac- tie's binnen op het noemen van de bijnaam Knikker op dak voor een vroegere stad genoot-politieman. Het ont staan van deze bijnaam is op verschillende manieren ver klaard; nu belde een abon nee ons op met de medede ling, dat hij deze naam al in Bolsward, had, vóór hij ver huisde naar Sneek. Knikker op dak was volgens deze abonnee na z'n politieloop baan vertegenwoordiger, o a. in insectenpoeder. Op' een tentoonstelling in Sneek gaf hij monstertjes van dit poe der cadeau. De vader van on ze zegsman kreeg ook wat van het poeder en beproefde het 's morgens op een paar muggen in een lucifersdoos je. Maar 's middags leefden die muggen nóg! „Dan he'k jou bepaald 't vekeede poeier metgeven zei Knikker op dak. RED; 't K. K. Van mijn dochter, die in Leeuwarden woont, ontving ik dezer dagen een aantal exemplaren van Uw Kleine Krantsje. Van 192Ó tot 1926 woonde ik in L. en zo erg veel weet ik dus niet van Uw mooie stad, maar toch heb ik Uw krants- jes met plezier gelezen, 't Meest interessant voor mij was nog dat wat U vertelt over Frisia, waarvan ik lid was en d.at niet alleen omdat ik in de Transvaalstraat woonde naast Hennie Valke- ma. 't Was in de tijd van trainer Harry "Waits, die in Frisia's Sigarenwinkel woonde en van v. Putten van Go Ahead, die Frisia naar het kampioen schap hielp en van Johan Schulte, d(ie het mooie Frisia clublied maakte. Nog altijd herinner ik mij een Frisia-bal in de zalen Schaaf. Tijdens een rustpauze zou Harry Waits, die nooit hol lands had willen leren de spiegelgladde dansvloer over steken, toen Henny Snijder, die over een grote dosis gees tigheid beschikte, hem waar schuwend toeriep, „Think erom Harry, de flower is glad." Maar wat zou Hennie Valke- ma, als hij nog "geleefd had, U wel niet hebben kunnen vertellen over Frisia. U nog zeer veel succes wen sende. Holl. Rading J. J. Hofman Dat er wel wat te beleven was op 't Vliet heb ik zelf in mijn jeugd meegemaakt. Zo wat 53 jaar geleden kwamen wij met ongeveer vijf jon gens uit de herhalingschool terecht bij de tweede ophaal brug op 't Zuidvliet, waar een schip door moest. De oude brugwachter, tevens schoen maker, kwam uit het hokje, deed de ketting voor de biug en schoof de grendel er af. De brug ging dan vanzelf omhoog, omdat er veel contra in de balans zat; dus als de brug weer dicht moest, dan moest men flink tegen de ba lans duwen en wij hielpen dan natuurlijk mee. Als de brug zowat half naar beneden was liep de brugwachter er bij op om zijn gewicht mee te laten gelden. Toen een van ons achter hem aanging en de brug beneden was en de brug wachter de grendel er op zou schuiven, gaf die jongen hem een duw, die zo hard aan kwam, dat de brugwachter over de ketting heenvloog en 't gevolg was, dat de brug weer omhoog ging door 't contra gewicht en de brug wachter aan de verkeerde kant kwam te staan en wij natuurlijk op de loop gingen. Ik denk nog wel eens aan die oude stumper, toen hij die duw kreeg. Denk ook nog wel eens aan die pottenbakker die reed vaak op een paard nu die kreeg wat van ons te horen als hij wegreed Wat 't Krantsje betreft ik vind het mooi, want al die mensen, die er in voorkomen komen allemaal in je herinne Op deze foto van 't Vliet zien we de zogenaamde Witte Brug, waar de brugwachter-schoenmaker over het afsluitketting werd geduwd en aan de verkeerde kant van de brug kwam te staan. Links het hokje, waarin hij tussen 't brugophalen door z'n schoenen lapte. ring terug. En wat het voet ballen aan het Kanaal betreft ik was bij de wedstrijd L.V.C.-Rood, Geel (1—0) in welke wedstrijd Hannes Vis ser naam heeft gemaakt. Wat waren wij vroeger rijk als v/e konden voetballen met een „oppomper" van vijftien cent op 't Kanaal, dan ging het op leven en dood! Ik heb het meegemaakt, dat de bal knap te, nad;at er tegen aan was getrapt, maar in 't vuur van 't spel had niemand er erg in Ik ben nu zowat veer tig jaar uit Leeuwarden van daan, maar door 't Krantsje beleeft men alles weer! ROOSENDAAL (N.B.) T. ZIJLSTRA. N.B. Hier heeft U nog één couplet van het liedje, dat de militairen zongen, toen ser geant Ferwerda als tweede achter De Koning aankwam in de Elfstedentocht van 1912. „Leve onze ferme Jan, die zo rijden kan hij is en hij blijft steeds de kranigste vent van ons Regiment!" De op eien. na laatste dag van januari zal de 30 jarige heer Piet de Jong, brandstofhandelaar, lang heugen. Die dag redde hij op bijzonder moedige wijze zijn stabijhondje Tommy van een wisse verdrinkingsdood. Met een nat pak kleren, een gro te schram op zijn been en een grote bloeduitstorting op zijn lichaam stapte hij samen met zijn hond op het droge. Het was op een zaterdagmid dag. De heren Piet de Jong en O. Dolstra (Marathon straat) gingen samen met de hond van de heer De Jong een kuiertje maken in het land achter Wijlaarderburen; de plaats waar het woonschip ligt van de heer De Jong. Even voor de plek waar het water van de Murk overgaat in de Kurkemeer, zakte Tom my door het ijs van de Murk. Zijn baas zag de wanhopige pogingen van de hond om zich uit het wak te bevrijden. De twaalf jaar oude hond pro beerde alles, maar zijn krach ten namen snel af. Ten einde raad beet hij zich in het ijs vast. De heer de Jong be dacht zich nu niet langer, gooide zijn bovenkleren uit en sprong op het al tamelijk sterke ijs. Door het ijs met de vuisten kapot te slaan, baande hij zich een weg naar de hond, die bijna aan de overkant in een wak lag. Het zwemmen viel niet mee, de scherpe ijsschotsen maakten het de redder erg moeilijk. Terug aan de overkant werd de heer de Jong door de heer Dolstra op de wal ge trokken. Hond en baas waren weer in veiligheid. Het drie tal was nog een behoorlijk eind van huis af. De Jong kreeg kleren aan van Dolstra en met hollen en masseren legden ze ongeveer anderhal ve kilometer af zonder te ver stijven van de kou. Dat de heer en mevrouw de Jong bijzonder gehecht zijn aan Tommy behoeft geen be toog meer. Twaalf jaar heb ben ze hem al mogen verzor gen en dan raak je aan zo'n dier gehecht, al was het je kind, om met mevr. de Jong te spreken. Hun eerste grote zorg na de redding was, dat Tommy er geen nare ge volgen van zou ondervinden. Zijn poot, die kort geleden is geopereerd, was pas ont daan van 14 hechtingen en wellicht zou deze koude dou che nadelige gevolgen kunnen hebben op de genezing. Alles valt gelukkig echter mee. De baas ziet men dagelijks al weer in de stad en Tommy verwelkomt de bezoeker met een niet kwaadaardige blaf, snuffelt even en brengt de vreemdeling geruisloos naar de voordeur van de ark. MEER DAN 1000 BANKEN EN BIJKANTOREN aangesloten bij de coöperatieve centrale raiffeisen-bank te utrecht

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 4