Smoorriek süden we wudde mar ik vespeulde mien geld Mooie grap met Tinus Trek 'T KLEINE KRANTSJE Leeuwarden komt over de brug Een tientsje Het begon met een knaak Tweede Kanaalbrug: afscheid voor altijd Vervolg van pag. 1 besloot. Het gedeelte van de rondweg naar de Julianalaan is klaar. De Aldlansbrêge, de overkluizing van de Greuns heeft al enige tijd zijn goede diensten bewezen. Alleen ont breekt nog een goede verbin ding met de Overijsselse straatweg: Het toekomstige Oostergooplein. Zoals de za ken er nu voor staan krijgt deze kruising een verkeers licht-beveiliging. Hoe een en ander uiteindelijk verwezen lijkt wordt is nog een duistere zaak. De situatie van nu is uiterst gevaarlijk, waarop men dan ook door knipper lichten wordt geattendeerd. Het viaduct en de Hermes- brug zijn al even kostbare elementen van de rondweg. De weg over de voormalige Wilhelminabaan leidt alweer naar een brug: de Verlaats- brug, die sinds enige tijd in gebruik is. De Lange Markt straat is een magnifieke in valsweg geworden, geflan keerd door de grote ruimte, waarop eens de veemarkt was. Voorlopig zal dit terrein dienst doen als bodeterrein, maar in de toekomst is het een ideaal parkeerterrein vlak naast het station. We zijn in de binnenstad ge komen, niet ver van de Prins Hendrikbrug, die ongetwijfeld de meest gerepareerde brug van Leeuwarden genoemd mag worden. De vervanging van deze brug, de le Kanaal- brug en de Poppebrug hangt echter af van het „plan bin nenstad", het structuurplan voor de binnenstad. Binnen enkele maanden komt hst plan Binnenstad in de raad en dan wordt over deze zaken beslist. Dan valt ook de be slissing over het Vliet (dem pen of niet) en dan spreekt de raad zich uit over demping van de gracht tussen Gevan genis en Zuidergrachtswal tot de Wirdumerpoortsbrug. Wanneer men hiertoe besluit hoeven Prins Hendrikbrug en leKanaalbrugniet beweegbaar te zijn; een vaste overkluizing is dan de oplossing. De raad kan er echter alles over zeg gen over de binnenstad maar de dienst monumenten heeft het laatste woord in de ze. Hoezeer de stad het dus ook nodig heeft, uitvoeringvan deze plannen liggen nog ver in het verschiet. want dat war makkelek ver diend, een knaak, dat war tien pakjes shag of vief tig goeie segaren. Hij kreeg de rieksdaalder en smeerde 'm hiel hard en ik maar wachte tot andere zaterdag zeuven uur. Mar hij hield woord en de volgende zaterdag kreeg ik van hem twee mooie zilveren daalders op de haanSiest nou wel, seit ie, dou hoest niet bang te wezen, mar nou mut ik die nog even lastig weze. Must hore, ik weet een mooie koperen kooi te koop en die kost mij 25 gulden en daar kan ik oek 25 gulden an vediene. Lien mie even een tientsje, dou weest wel, de volgende week krijst hem dubbel terug. Ik mut der weer vlug bij weze. Een tientsje kon ik in een he le week niet vediene met mien hannel. Ik dee it. Tinus klopte mie op 't skouder en smeerde hem. Sb ging ik weken deur. Tinus vediende er an en ik oek, dat miende ik temeensen. Als hij mie dan terug betaalde soms half dronken sei hij, we wudde tegare nog 'es riek. Smoor- riek. Hadde ik der nou mar met ophouden, mar ik kon en durfde niet meer. Er kwam onverwacht een einde anne geldwinning. Mien laatste le ning war honderd gulden, mien hiele winst van al die weken en dat bedrag su de klap op de vuurpiel geve, sei Tinus en dat was oek so, een hiele grote klap. Hij suu nou wat anders prebere: peede- rennen in Holland! We suden riek wudde in ien klap! Ik waagde it en Tinus Trek ging fut. Hij bleef in hiele tied fut, tot ie plotseling weer voor mie ston, naken en bloot en bleek en schraal. Ik hef veul wonnen seit ie, mar jongen, de drankIk bin nou wel weer hier, mar veul ver der van huus as dou. Ik hef niks meer, alles verpatst, en ast nog wat terug he' wuust dan must inne Heerestraat weze, op nummer 15, inne lommerd! Luwadden ROMKE SCHIPHOF Hoe ik met hem in aanraking kommen bin, weet ik niet meer so goed, mar ik loof hast deur sien vrouw. Tinus Trek bedoel ik, it is bijna al weer veertig jaar leden. Wel weet ik nog dat hij niet wer- J ke kon en mocht, as je hem hoorde. Hij was daar oek te fijn voor gebouwd, sei hij. Toch hadde hij wel een vak leerd, 'n moeilyk vak. Hij war I namelijk lijntrekker en met- ien oek steuntrekker en in I een winter met veul sneeuw 1 oek wel voortrekker an een ij broodkar as de geldnood hem kneep. Nou war ik een méns, |j toen oek al, die o so gauw on der de indruk kwam van een i i vriendelijk woordsje en vrien delijk kon Tinus Trek weze: j een soete prater. Deur sien smeuiig praten en sien oek so ij betrouwber liekend mager j kopke, wudde ik der inluust. J Hij ston op een keer hiel on- I verwachts voor mie op 't i Waagplein en voelde dadelek j wel dat hij wat wuude, dat hij sorgen hadde, mar die had ik oek Ik sei: ,Wat hèste Tinus, dou kiekst so raar". En toen kwam it der uut. Wist wel love seit ie dat de meensen mie raar teugen Véél te smal voor het steeds drukker wordende moderne verkeer, dat was tot voor kort deze Verlaatsbrug en dat zijn nu nog de Prins Hendrikbrug en de le en Ze Kanaalbruggen. De 2e Kanaalbrug staat nu op het punt te verdwijnen; van deze oude Verlaatsbrug worden op dit moment de laatste bouwstenen opgeruimd. 't War inne tied, dat er wel busgeld waar, mar nog gien luus- tergeld, wel swieg- en striekgeld, mar nog gien kiekgeld. 't War inne tied, dat ieder inne ouwe stad nog sien eigen stoepke hadde, gries en rood, blauw en swart, met daar tussen in mooie graniet stienen paaltsjes, met een swart skom- melketting. Het war inne tied, dat een man hast van sien stok je viel, as ie allieneg mar de kousebaan van een jonge vrouw zagen een huusvrouw er nog een eer in stelde om hiel knap een lap in heur mans' broek te setten, hast onsichtbaar. Een werkman skaamJde sich niet om sundags met so'n broek te lopen. Oek stonden de meensen nog gewoon met elkaar te praten midden op, wat nou een drukke rieddyk is en hoefden ze niet om sich hene te kieken as skuwe veugeltsjes. In die jaren war de Peperstraat, waar in de biïurt mien verhaal sich ofspeulde, lang niet so breed, as die nou is. Ik weet nog dat daar in die nauwe Peperstraat een kroeg war, met van die ouwerwetse horren voor de rüten en an die kroeg hew ik nog een rare herinnering, die ik later wel es vertelle sal. En naast die kroeg, as ik it wel hew, war een fruitwinkel en wudden veul appels en peren bóten voor de winkel op straat utstald in bakken. Ik als skooljonge hew der vaak -ien of twee Oppe hoeke van de Peper straat en de Wuddemerdiek stond een groot en oud. gries huus, met een stoepke voor de deur en in dat huus war een winkel waar boeken ver kocht wudden. Ik loof dat it sowat het jaar 1925 war en in die saak waren de eerste boe ken te koop over Tarzan van de apen. As jonge kerel keek ik vaak begerig naar dat boek voor de ramen. Naast die boe kenwinkel war een groente saak en daar woonde een klein mantsje in met een bril op. Daar vlak naast war weer een saak in groente en fruit, precies geliek, allieneg, de man dje daarin woonde war een grote kerel. Toegeliek woonde in die saken oek de angst, de wrok en de ergernis vanwege de vlakbij e concur- rensje. As de een de kropkes slaat op sien stoep sette voor een stüver, sette de ander precies sukke kropkes daar vlak naast voor vier centen. Dan hadden ze vaak ruzie, j want een cent hadde in die dagen nog waarde. Hier komt dan mien verhaaltsje, een waar gebeurteniske, dat sich in en om de Peperstraat af- speuld het. vallen binne, tot mien eigen ouwe kennissen toe. Must ho re, ik kan een hanneltsje doen en daar kan ik gauw wat an verdiene, mar dan mut ik vlug weze, want anders is 't fut, mar nou ontbreekt it mij an ien arme rieksdaalder en dachst nou dat ik die los krije kan? Van niet ien Tinus sag mie armoedig smekend an. Ik sal die wat sège, seit ie, lien dou mij even die knaak en so waar ik hier voor die staan, krijst die knaak volgende week zater dag precies zeuven uur van mij dubbel terug. Ik besweek voor sien smekend mager kopke en voor d,e verleiding,

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 11