'T KLEINE KRANTSJE
VIER EN TACHTIG HOOPT HIJ DIT JAAR TE WORDEN EN WANNEER WE ZEGGEN, DAT DIE HOGE EN GEZEJ
ZO GAUW IN HET BIJZIJN VAN KRASSE VETERANEN WORDT GEMAAKT. WIE Z'N HELDERE KWINKSLAGEN J
ER EEN PRETTIGE HERINNERING WORDT OPGEHAALD, GEEFT HEM INDERDAAD NIET MEER DAN VIJF Ej
DE AANLEIDING VORMT VOOR DIT VERHAAL, WANT NIET IN HET HEDEN, MAAR IN HET VERLEDEN LIGGB
MAN, AL ZOU OOK DIT HEDEN NOG WEL INSPIREREND KUNNEN ZIJN VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN WAj
Wie z'n heldere kwinkslagen hoort, wie hem breed ziet lachen
Oom Wiebe, zo hebben dui
zenden hem gekend, zo ken
nen duizenden hem nóg,
maar hoeveel duizenden zou
den er zijn, die ooit wel eens
de naam W. Kindermans la
zen, maar niet konden weten
wie precies de man was, die
deze naam droeg?
Oom Wiebe Kindermans, de
toneelkapper die in z'n goeie
jaren niet alleen grimeerdein
de Harmonie in Leeuwarden,
maar ook in het Rotterdamse
Pschorr, in het Arnhemse Es
planade of in het Gronningse
Concertgebouw is voor hon
derden beroeps- en amateur
tonelisten een begrip geweest,
maar voor de schouwburgbe
zoekers, voor het grote pu
bliek was hij toch de man,
die letterlijk achter de coulis
sen bleef zolang het doek
nog niet was gehaald konden
ze alleen op de programma's
lezen, dat Omke Wiebe er
was „Kapwerk: W. J. Kin
dermans Leeuwarden"
zodra de spelers de Bühne
opkwamen, zagen de kenners
het wel aan de wijze, waarop
de kapsels en het overige gri-
meerwerk was verzorgd.
Oom Wiebe werd op de der
tiende september 1881 gewoon
als Wiebe geboren in Leeu
warden en voor we verder
gaan moeten we wel even
wat zeggen van de man, die
voor deze geboorte verant
woordelijk was. Want ook
Kindermans Senior Theo-
dorus Kindermans was, of
beter gezegd werd in later
jaren een heel bijzondere fi
guur, die bij z'n stadgenoten
niet minder bekend; zal zijn
geweest, dan z'n zoon nu.
Hij was als schoenlapper
(„schoen- en laarzenmaker")
een vakman van de oude
stempel en hij werd een oude
vakman bovendien: liefst 97
was hij, toen hij overleed. In
1924 hoorde vader Kinder
mans tot "de vier laatste lan
taarnopstekers in de stad, die
in dat jaar werden ontslagen,
eenvoudig omdat er niet ge
noeg lantaarns meer waren,
die men nog met handkracht
moest ontsteken.
Nog net voor de eeuwwisse
ling ging zoon Wiebe, acht
tien jaar oud, naar Sn eek,
waar hij werk kreeg bij de
kapper Van der Horst, die ook
grimeerde alleen op zon
dag niet. Toen de pastoor er
zoveel jaar priester was en de
zondag voor 't vieren van 't
feest uitkoos, liet de heer
Van der Horst het grimeren
van de deelnemers aan de
feestrevue graag over aan de
jonge Kindermans. Het was
de eerste maal, dat de heer
Kindermans als zelfstandig
grimeur optrad nu, vijf en
zestig jaar later grimeert hij
nog, al is dat sporadisch nu en
meer uit liefhebberij, omdat
hij het zo moeilijk laten kan.
In 1903, pas getrouwd, kwam
Kindermans in Leeuwarden
terug om hier aan het begin
van de Schrans een kappers
zaak te openen. De start was
weinig bemoedigend, want de
jonge baas had de witte jas
nog niet aan, of er kwam een
buurman met goeie raad: „As
jimme hier beginne te knip
pen voor een dubbeltsje en te
skeren voor een stüver wudt
het niks, dat kan 'k jim wel
garandére, want dan binne
jimme veul te duur
Buurmans goedbedoelde waar
schuwing kreeg een bijzonder
accent, toen de eerste de bes
te buitenman over de drem
pel stapte: „Hierknippe en
skere, hwat kostet mie dat?"
„Trije sturen" antwoordde
Kindermans met een zo zui
nig mogelijke stem. „Ach
man" reageerde die boer,
„der moat ik oardel oer foar
mei de bilch oer de leppe
hingje, hwat tinke jo wol!!"
Er kwamen meer kinder
kwaaltjes aan het licht, maar
vrouw Trijn was toen al
voor Wiebe Kindermans
een geweldige steun. „We
mutte hier gien. sigaren ver-
kope" zei ze, toen Wiebe de
klanten wel van rokerij wilde
voorzien. „Dan sien ik het
ankommen: dien klanten bin
ne dien vrienden en betale is
er niet bij
De eerste grimeerklant werd
een Joodse toneelvereniging
en de heer Kindermans herin
nert zich dit contact nog best.
„Op een goeie dag kwam dok
ter Vromen bij me. „Kinder
mans, zei hij, we hebben een
feestavond, kom je daar? Ik
ben er heen gegaan, heb er
geschminkt en het was er
verbazend leuk, want het was
niet alleen een feestavond,
maar een smulavond ook!"
Het duurde toen niet lang of
ook andere verenigingen en
gezelschappen kwamen op de
hoogte van de kundigheden
van Kindermans en niet al
leen in de stad, maar ook op
het platteland vond hij volop
werk. Op de primitiefste ma
nier te voet werd in die
dagen nog vaak de reis ge
maakt naar dorpen als Wir-
dum en Stiens en dan kon het
v/el eens gebeuren, dat de gri
meur even op zich wachten
liet.
Toen hij een keer, wat ver
laat en haastig, het sobere
kleedkamertje van een dorps
herberg zou binnenstappen,
kon hij nog juist opvangen,
hoe er in de kring van ac-