'T KLEINE KRANTSJE Het op de noordkust van Ameland gestrande stoomschip Malmö kwam midden in een enorme ijsvlakte te liggen. De modernste wijze van ijsbreken op de M Een historische novembermaand met snerpende koude en striemen de sneeuwjachten, met abnormaal vroege schaatswedstrijden en krantenberichten met de eerste symptomen van een komende Elf- stedenkoorts - het is maar goed, dat dit alles maar eens in de hon derd jaar gebeurt en onbetwist als hoogst uitzonderlijk moet worden te boekgesteld. Heeft de onverwacht vroege vorst de lieve jeugd naar de zolder gestuurd om de schaatsen uit het vet te halen, bij de oude ren zal deze gemene novemberkou en die verwenste sneeuwjachten alleen maar herinneringen hebben opgeroepen aan boze en barre winters uit hun jeugd. Wel heel gering zal het tal lezers van 't Kleine Krantsje zijn, dat nog duidelijke herinneringen heeft aan de gruwe lijke winter van 1890 op '91, maar de vreugden en het verdriet van de winter van 1929 herinneren velen zich nog best, want ook dat was een winter, die zich in gestrengheid onderscheidde van de meeste winters ervoor en erna. Vandaag hangen we nog eens even de ka lender van dat jaar 1929 aan de wand en verplaatsen we ons nog eens naar de tijd van toen: Voorlopig evenwel bleef het betreden van het ijs nog een riskante zaak: toen onze jonge stadgenoot Vossenberg - negen jaar oud - zich op de toegevro- ren vijver van het Vosseparkje waagde, zakte hij er een paar meter van de kant al doorheen. „Twee mannen hebben den jeugdigen waaghals gered" stel de de krant de lezers gerust. Op de vijfde januari konden „ijs en weder dienende" de eerste hardrijderijen worden aangekondigd, maar toen er op zondag de zesde in Winschoten al een ploegje kortebaanrijders binnen de touwen kwamen (om er tussen twee haakjes Thijs Klompmaker de eerste prijs te zien winnen) kon er in de stad Groningen nog gevoetbald wor den en wel tussen de nummers i en 2 van de noordelijke eerste klas, de na twaalf wedstrijden nog steeds trots leidende ploeg van Leeuwarden en het sterke Velocitas - de Groningers won nen die strijd met de ontstel lende cijfers 6-o en deden daar mee een vurige Friese hoop in rook opgaan. De volgende dag vond de eerste kortebaanrijderij in Friesland plaats: in Wolvega, waar de Heerenvener Roel de Leeuw over Albert Koning uit Nije- trijne triomfeerde. De vorst zette nu door en in de komende dagen kwamen de kranten vol advertenties met aankondigingen van rijderijen te staan. Op de tiende begon ook de Friese Ijsbond actief te worden en nam de mogelijkhe den van het maken van toer tochten onder de loupe. Maar toch bleef de grootst mo gelijke voorzichtigheid op het ijs van het buitenwater gebo den: op de Kurkemeer achter Schilkampen zakte een jongen met een slede door het ijs en nog maar net was de knaap met veel moeite op de wal gebracht of een andere schaatser zakte een steenworp verder door het De pasopgerichte ijsclub „Schavernek" hield in deze strenge winter van 1929 ven belangstelling ervoor wel was ijs - het warme water van de Electrische Centrale bleek de ijskorst hier gevaarlijk te heb ben aangetast. Dat het houden van hardrijde rijen op de grachten in de bin nenstad in deze tijd nog popu lair en ook nog mogelijk was, mocht blijken uit het oprichten van de IJsclub Schavernek, waar al enkele malen rijderijen waren georganiseerd: de nieuwe vereniging deed nu per circu laire een hartstochtelijk beroep op de omwonenden om lid of donateur te worden. De initia tiefnemers hadden nog grote plannen in het hoofd en in het laatst van fel derdaad nog rijderij op tou de foto hierna van de grote 1 er voor deze gens en meisjes ders bestond De IJsclub ZW' In meer dan één opzicht was het een bijzondere win ter, die van '28 op '29 - het was niet alleen de wintei van een van de zwaarste Elfstedentochten, die er tot dusver verreden zijn, het was ook de winter van de schokkende ramp bij Hoek van Holland van de „Prins der Nederlanden" en van het onvoorstelbare drama in Grotegast van IJje Wijkstra en de vier veldwachters. De winter begon, zoals zoveel winters plegen te be ginnen: met wat kwaklcelweer en hier en daar nog wat schuchter geschaats in het oude jaar. Met meer vorst en meer kans op rijderijen werd door sommigen wel rekening gehouden in het begin van het nieuwe jaar. Een advertentie in de krant van 3 januari bevat te tenminste de welgemeende raad aan wie prijs stelde op goede schaatsen zich te wenden tot de Firma L. de Vries aan de Voorstreek, die voorts nog meedeelde Ruiter Akkrumschaatsen in wel twintig modellen voorradig te hebben. Overal in Friesland deden de sleden nuttig werk

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1965 | | pagina 6