VIJF BIJZONDERE OUDEJAARSAVONDEN
CI TAX
Londen en Parijs gunnen
elkaar de primeur niet
Abonnements
gelden
9
'T KLEINE KRANTSJE
Nieuwe uitvinding: Stoom
LONDEN, 16 april 1882 In dezen tijd van den hoogsten bloei van op rails gaande locomo
tieven bestaat nog steeds de behoefte aan een licht, zich zelf bewegend voertuig, dat ge
makkelijk is te sturen, waarin één of hoogstens twee personen kunnen plaatsnemen en
dat eenige uren achtereen in dienst kan zijn zonder al te veel zorgen te vereischen van
den kant van hem, die het bestuurt.
Welnu zulk een voertuig schijnt
nu uitgevonden te zijn. Gelijk
tijdig, in Engeland en Frankrijk
treden de heeren Parkijns en
Perreaux het publiek tegemoet
met een stoom-velocipède. De
hier afgebeelde is naar het plan
van Parkijns door de werktuig
kundigen Bateman en Co te
Greenwich vervaardigd.
Op de tentoonstelling te Parijs
in 1878 was reeds een stoom-
velocipède van Perreaux, maar
deze was een tweewieler en
veronderstelde als zoodanig te
veel behendigheid van zijn be
stuurder, dan dat hij ooit op
algemeen gebruik had mogen
hopen.
Het verschil tusschen de hier
afgebeelde en de Fransche be
staat hoofdzakelijk hierin, dat
bij gene de beide drijfwielen
bijna den ganschen last dragen
en het alleen staande wiel
hoofdzakelijk stuurwiel is, ter
wijl bij deze de last komt op
het paar wielen en enkele, welks
middellijn dan ook nog grooter
is, dan die der beide andere en
te gelijk stuur- en drijfwiel is.
Overigens bij beide een hori
zontaal geplaatste kleine ketel
en bij beide verwarming door
verbranding van een vloeistof:
hier petroleum, daar alkohol.
Beide voertuigen moeten met de
voeten op gang worden ge
bracht; ook kan men onder het
rijden, door van de pedalen ge
bruik te maken, de snelheid ver
meerderen. Zal de stoom-velo
cipède het rijtuig van de toe
komst zijn Nu, de tijd zal het
leeren
Hond van heer J., omgeving
Europaplein, had nare gewoon
te bekende hoop te brengen
voor de deur van buurman B.
Herhaalde klachten van heer B.
hadden al geleid tot stilzwij
gende ruzie tussen beide fami-
lie's J. en B., maar de enige, die
er werkelijk onbewogen onder
bleef was die hond.
Maar als zovaak kwam ook
hier het moment, waarop een
nieuwe handeling van de hond
de (toilet) emmer deed overlo
pen: op een goeie morgen in de
afgelopen week kon de heer B.
bij het verlaten van zijn wo
ning nog maar net voorkomen,
dat hij in de viezigheid trapte.
Ziedend van woede besloot de
heer B. nu tot een snelle, maar
bepaald onsmakelijke tegen
actie: met behulp van een schep
smeet hij deze hele ochtendpost
tegen buurmans voordeur,
waarachter hij de afzender ver
wachtte.
Maar zie, wat nu de gevolgen
zijn: hoger dan ooit is de ruzie
opgelaaid, want heer J., toch
wel degelijk doordrongen van
de last, die z'n hond buurman
B. altijd bezorgde, had z'n beest
juist op de dag voor deze laat
ste uitbarsting naar Holland
verkocht; de allerlaatste hoop
(narigheid) moet dan ook van
een andere (onbekende) hond
zijn geweest.
De oudste vaste medewerker van 't Kleine Krantsje, de nu
zes en zeventig jarige heer J. C. van Dam heeft in zijn veel
bewogen leven niet alle Oudejaarsavonden kunnen door
brengen bij de kachel thuis: zijn avonturen brachten hem
in alle werelddelen. Speciaal voor deze Oudejaarsuitgave
heeft hij de herinnering aan vijf bijzondere Oudejaarsavon
den aan het papier toevertrouwd.
IN HET OUDERLIJK HUIS OP DE PUT
IN LEEUWARDEN
Het is een mensenleeftijd - zo'n zeventig jaar - geleden, maar nog
heel duidelijk herinner ik mij de Oudejaarsavondviering in het
ouderlijk huis. Nog zie ik ons, vader, moeder, broers en zuster zit
ten aan de grote ronde tafel, die midden in de kamer stond. Een
grote petroleumlamp wierp een zacht licht over de tafel en gaf de
overige ruimte een gezellige schemering. De cokes in de kachel,
zo nu en dan aangevuld met baggelaarturf, zorgde voor een heer
lijke kamerwarmte.
Wij kinderen speelden op het ganzebord. Vader schreef gelukwens-
kaartjes voor het nieuwe jaar. De volgende morgen moesten wij
die bezorgen bij familieleden en kennissen: zo'n „kaartje in de bus
doen" vonden we geweldig gewichtig.
Af en toe kwam moeder uit de keuken met een schaal oliekoeken,
met de sneeuwwitte suiker erop smaakten ze verrukkelijk. Ook
kregen we - later op de avond - een glaasje warme punch, zeker
om .te voorkomen, dat we in slaap zouden vallen. Eindelijk.de
gewichtige slagen van de pendule, hoerageroep, omhelzingen en
een „veel heil en zegen". En dan: zo snel mogelijk naar bed
T HOGE NOORDEN
IN DE BLOKHUT IN
VAN CANADA
Mijn gedachten dwalen op de laatste dag van het oude jaar niet
alleen af naar de kinderjaren in het ouderlijk huis op de Put; ik
moet ook denken aan Oudejaarsvieringen in later jaren, ver van
huis.
In de blokhut, de huisvesting van de houthakkers in het hoge
noorden van Canada.... In een ijzige koude werd daar het feest
van de jaarwisseling ruw en woest gevierd. Daar stond het hele
festijn in het teken van Bachus, daar speelde de whiskey de be
langrijkste rol. Het ging er ongelooflijk wild toe in die hut, waar
de mannen, gehuld in zware rooknevels, rond de grote kampkachel
zaten te razen en te tieren. De telkens herhaalde heilwensen -
Happy New Year Good Luck werden steeds bezegeld met een
ferme teug uit de gemeenschappelijke whiskeyfles.
De pret duurde tot diep in de nacht. De talloze lege flessen de
„dead one's werden alle door een openstaand luchtraampje ge
kogeld en vonden een graf in de sneeuw of.suisden door de
ruiten van naastliggende blokhutten. Enkele malen kregen be
schonken kerels ruzie en met dreunende vuistslagen gingen ze el
kaar te lijf. Sommigen gingen het jaar dan ook in met een paar
blauwe ogen of een bloedende kop. Maar even goed: Happy New
Year
IN HET KAMP, DIEP IN HET AUSTRALISCHE
BINNENLAND
Naast de herinneringen aan de Oudejaarsviering in de Canadese LEEUWARDEN
blokhut staan die aan een Oudejaarsfeest in een kamp voor spoor
wegwerkers, diep in het geheimzinnige binnenland van Australië.
Hier werd oud en nieuw gevierd met wat minder luidruchtig ver
toon. Niet, omdat de kameraden hier de kunst van het feestvieren
niet verstonden, maar omdat de ossedrijver, die materiaal voor de
spoorweg aanvoerde, slechts een paar flessen whiskey had kunnen
meenemen lang niet genoeg om alle kampbewoners „in vorm
te brengen. Nadat de korte schemering was gevallen na een snik
hete dag brachten we de avond in de met kaarsen verlichte tenten
door. We kaartten en er werden verhalen verteld over alle moge
lijke belevenissen. Zo nu en dan nam iedereen een (zuinig) teugje
uit de fles en een sigaretje ging eveneens van mond tot mond.
Klokslag twaalf vlogen we allemaal de tent uit en met pandeksels
maakten de mannen een hels lawaai om de boze geesten te ver
drijven. En dan weer: handdrukken en een veel heil en zegen.
„Wees welkom nieuwe jaar, Gij vindt ons tot de arbeid klaar
IN DE FRANSE LOOPGRAVEN TIJDENS DE
EERSTE WERELDOORLOG
Terwijl overal buiten Europa de Oudejaarsavond gezellig werd ge
vierd, bracht ik tijdens de Eerste Wereldoorlog een bijzondere
Oudejaarsavond door in de loopgraven in Frankrijk. Voor de „Aus
tralian Boys" waartoe ik behoorde, werd het een nacht vol ver
schrikkingen: onze sector werd hevig gebombardeerd en oorver
dovend was het kanongebulder. Een hagel van granaatscherven,
dood en verderf zaaiende, verjoeg ons telkens uit de schuilplaatsen.
Dan vluchtten we, van links naar rechts, om aan het zich telkens
verplaatsende vijandelijke vuur te ontkomen. Ondanks deze ellende
en de zeker slechte vooruitzichten riepen we elkaar op deze avond
nog een goede wens toe: „This year home, boy
Wat verlangden we op dat moment om weer naar huis te kunnen
gaan, terug naar het prachtige Australië. Maar daar moest je toch
niet aan denken; dan werd je gek. „Wanneer zullen wij doordron
gen zijn" vroeg Anatole France zich af, „van de ontzagwekkende
tragedie, die militaire glans is, wat deze kost en wat ze waard is
IN HET DUITSE GEVANGENKAMP I-LAG TOST
IN OPPER SILEZIë
Was het leven in de loopgraven met alle doodsgevaren een zware
beproeving, ook mijn vijf jaren durende gevangenschap in de
Tweede Wereldoorlog werd een moeilijke periode. Telkens vroegen
we ons af hoe lang we het kostbare bezit van de vrijheid nog zou
den moeten missen. De radio in het kamp verkondigde voortdu
rend Duitse oorlogssuccessen, het tot zinken brengen van tientallen
Britse schepen. Af en toe passeerde de Hitler Jugend - met vliegen
de vaandels en slaande trom: „Wir fahren gegen Engeland, Enge
land
Ik herinner me een Oudejaarsdag, waarop dit gezang een geweldi
ge downstemming onder de kampbewoners veroorzaakte. Toen za
gen we de schoonheid van het besneeuwde boslandschap rond het
kamp niet meer. Wel drukten we elkaar na de twaalf indrukwek
kende slagen van de kampklok de hand en wensten we elkaar een
terugkeer naar huis, maar op ieders gezicht lag duidelijk de twijfel.
Evenals verscheidene andere bijzondere Oudejaarsavonden zullen
die in gevangenschap tot in lengte van dagen in mijn geheugen
blijven gegrift
J. C. VAN DAM
C. VAN DAM
veelbewogen leven
Willen de buiten Leeu
warden wonende abon-
nee's hun abonnements
geld over 1966 per post
wissel of per giro
(98 10 62) aan ons over
maken F1 2,90 tot 1
juli 1966, F 5,80 tot 1 jan.
1967.
Ook de in Leeuwarden
wonende abonnee's kun
nen de incassokosten
vermijden door het
abonnementsgeld over
1966 contant aan kan
toor te betalen: Vrede
man de Vriesstraat 1
TELEFOON 2 3 4 3 4
STANDPLAATS STATION
Ook telefonisch te ontbieden
voor stads- en buitenritten