Zoete herinneringen aan het soldatenleven De gevelstenen spreken (8) HUTTIN6 Uit het geheugen opgediept M. Boersma 5 'T KLEINE KRANTSJE UW ADRES VOOR: Mag Leeuwarden nu de naam hebben een stijve stad te zijn, zo rond het gewichtige jaar 1900 was die naam nog niet toepasselijk. De soldaten van het negende regiment zorgden toen voor levendigheid en vertier. Wel gingen sommige knapen soms een weinig buiten hun boekje, vooral de jongens van buiten, die dan door de Leeuwarders werden betiteld met: „kiek ze binne los van 't hiem maar toch vrolijkten ze de binnenstad maar danig op. Wanneer de dienst er op zat en ze naar de stad konden gaan, zo tussen vijf en zes uur 's mid dags, verlieten ze de kazerne. Velen trokken dan door de Amelandstraat en sommigen stapten meteen het winkeltje, tevens kroegje van ouwe Van Krugten binnen op de hoek van de Kaai en Amelandstraat. Deze familie Van Krugten stond bij de soldaten gunstig aange schreven. Zowel de man als de vrouw waren hulpvaardig en toeschietelijk. Was er al eens een knoop van de uniform of een winkelhaakje in de broek, moeke Van Krugten zorgde er voor dat dit verholpen werd. Wie een weinig slecht bij kas I was, maar toch gunstig bekend stond, werd wel eens een bor- relje ingeschonken „op de pof" of kreeg zomaar een stukje cho colade mee voor het liefje dat hij hoopte te ontmoeten. Een eindje de straat in was het „logement Hempenius". Ook hier stapten ze wel eens binnen, maar meer was dit een „home" voor zwervers die een nacht on derdak wensten. Midden in de straat waren een paar huisjes van „houdt an". Van achter de ruiten lachten een paar vrolijke meisjes de passerende militairen tegen. Ja, in die jaren was Leeu warden al een stad van allure. Vooral op donderdag, de uit gaansavond van de dienstmeis jes, was het in de straat één en al drukte. Dan trokken de jon gens - met snorren en kleine sikbaardjes - voorbij in hun i blauwe uniformen, met nauw sluitende kragen, stijve sjako's op en zwaar bespijkerde „kist jes" aan. Zingend of fluitend togen ze dan naar het centrum, naar de Nieuwestad „Rats, kuch en bonen, dat is het soldaten- dmee, daar hou je het leven wel mee Verzamelplaats De brede zijde van de Nieuwe stad was de verzamelplaats. Van het Klokje tot de tabakszaak van Taconis - nu levensmiddelen- taak Zijlstra. Daar spanden ze de meisjes aan, die het militaire kleed vereerden. Vooral zomers was het erg ge zellig op de Nieuwestad. Op zaterdagavond speelde op de „Lange Piep" de schutterijmu- ziek, met kapelmeester De Jong vrolijke deuntjes, die vlot wer den meegezongen. Onder de lui fel van „de Heeren Sociëteit" - nu Morrema's Sport Palace - zaten militaire officieren en stadsnotabelen flink te bitteren. Hoorngeschal Maar niet alleen was er op za terdag muziek, maar ook klonk het hoorngeschal dinsdags en vrijdags door de stad. Dienst meisjes, druk aan 't straat schrobben, lieten zonder meer emmer en bezem in de steek en hadden al gauw "een jongen aan de arm om dan zingend „Turf in je ransel" de muziek naar de kazerne te vergezellen. „Het Klokje" op de Nieuwestad, tegenover de nauwe Peperstraat, was de plaats van afspraakjes tussen jonge mensen. Was daar de verlangde „zij" opgedoken, dan gingen de jongelui, zwaar gearmd naar stille plekjes ron dom de stad, waar knus over liefde kon worden gesproken. Stelden de weergoden niet te leur dan zochten ze de Kleine of de Jonge Bontekoe op. Door de Leeuwarders van toen werd de Jonge Bontekoe „Jan met de lamp" genoemd; een toepasse lijke naam omdat de caféhouder de gewoonte had, om met een petroleumlamp de duistere hoekjes en hokjes op te zoeken. Veterinkje Plotseling viel dan het licht op niets vermoedende jonge paar tjes, die rustig zaten te vrijen. Met een „believe de jongelui oek nog een veterinkje" recht vaardigde hij zijn plotselinge verschijning - nadat nota-bene al twee dubbeltjes waren uitge geven voor een flesje bier en een advokaatje. Maar toen minister Abraham Kuyper de strijd aanbond met bordelen en andere huizen van ontucht, kwam er in de Jonge Bontekoe ook een inval, met het resultaat dat de caféhouder ge straft werd en zijn zaak moest sluiten. Dit betekende voor veel Leeuwarders, die wel eens stout waren een reuze strop J. C. VAN DAM IS Meerval Ondergetekende zou graag even weten waarom u mij voor leu genaar hebt uitgemaakt in het Kleine Krantsje, wat betreft de vraag van een persoon, die vroeg wat er van waar is aan gaande het uitzetten van mijn „meerval" in de Kleine Wielen. Deze man kan bij mij gerust komen voor een gesprek daar over en dus geen gekaanstekerij meer. Leeuwarden NICO BORN Barent Fockesstraat i Wat hebben we nou i Mo gen wij er alstublieft aan twij felen of de heren vissers voor een paar jaar op de Kleine Wielen een meerval aan de haak hebben gehad 1 Dat u veertig of vijftig jaar geleden een jonge meerval in de Kleine Wielen hebt uitgezet, geloven we graag - dat de loze vangst van de vissers „uw meerval" was geloven we niet. Trouwens, de heer J. van der Woude schreef ons ook niet over het uitzetten van een meerval in de Wielen, hij schreef over het monster dat er een paar jaar geleden zat. Maar misschien krijgt u toch nog eens gelijk. Alleen de tijd zal ons dat kunnen leren. Red. 't KI. Kr. Tuinslang - Autoborstels - Sleepkabels en plasticglas voor uw boot. Jerrycans 5-10-15-20 liter. AA/WWWWVWV\nAAA/VWWWVtA/WWWVWW\n Deze prachtige gevelsteen De Jonge Sint Jacob (D. Ionge's Iacob) is al eens eerder in ons Kleine Krantsje ter sprake gebracht, toen wij schreven, dat bij een toekomstige stads- sanering de Muggesteeg zou verdwijnen. Met deze Mugge- steeg verdwijnt dan ook deze gevelsteen, die immers zit in de zijmuur van het pand dat op de hoek van de Kleine Hoogstraat en de Muggesteeg staat. De steen is omstreeks 1910 door notaris Ottema van de antiquair Gerbenzon ge kocht; pas later ontdekte de heer Ottema, dat de steen uit het Maria Annastraatje afkomstig moest zijn: in het Wijk- boek van 1878 van Leeuwarden kunnen we bij het pand nummer 9 in dit Maria Annastraatje als notitie De Jonge St. Jacob zien staan. Toen de heer Ottema het hoekhuis van de Kleine Hoogstraat liet restaureren kwam hij op het idee de al veel eerder aangekochte gevelsteen in de zijmuur te laten inmetselen. De steen bleef dus in ieder geval in de buurt van de Sint Jacobsstraat en niet onmogelijk is het, dat ze eens bij het Sint Jacobs Gasthuis heeft gehoord - dat heeft in vroeger tijden bij deze Sint Jacobsstraat heeft ge staan. AA/XA/WWWVA/VWWVVWWWWVWVWWtA/VMAA GRAFMONUMENTEN SCHOORSTEENMANTELS DE FRiESGKE SLEENHOUWERU SINDS 1930 TELEFOON 30180 - 29278 - 27866 - 28286 Schram 95-97 Telefoon 28527 Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 5