Pakhuizen aan 't Vliet De gevelstenen spreken (20)
wacht onzekere toekomst
5
'T KLEINE KRANTSJE
r
In vroeger tijden
de Korenschuren
van Europa
Verstand
verloren
Aan 't Vliet staan weinig bouwwerken meer die karakteristiek te noemen zijn voor de tijd
dat het Vliet als eerste buitenplaats van Leeuwarden ontstond. Van die paar gebouwen zijn
de drie pakhuizen aan het begin van het Zuid-Vliet de belangrijkste. De grote pakhuizen
met hun hoge specifieke gevels en veelzeggende namen „Koningsbergen", „Groningen" en
„Friesland" dienen al langer dan anderhalve eeuw als opslagplaatsen voor granen en de
laatste tientallen jaren ook voor vele andere, in zakken verpakte goederen. Deze enorme
pakhuizen, dit tot het Molenpad doorlopen, waren in de vorige eeuw bekend als de koren
schuren van Europa. De drukte van sjouwermannen, waarover we al eens schreven en het
af en aan varen van vrachtschepen was vooral geconcentreerd op de kade voor deze pak
huizen. De moderne tijd heeft de wijze van aanvoer van de goederen naar 't Vliet veran
derd, maar de vrachtboten bleven komen. En ook die zullen het Vliet straks niet meer aan
doen. Bij het dempen van dat water zal er weer een aantrekkelijk aspect minder zijn aan
het stadsbeeld van Leeuwarden.
Factorij is het woord dat van
ouds de firma aanduidt, die
zich met de opslag, het wegen,
tellen en het monster nemen
van een grote partij goederen
bezig houdt. De factors, die al
gedurende drie generaties de
pakhuizen aan 't Vliet bezit,
zijn de Huisinga's. Samen met
het, eveneens oude pakhuis „Pe
tersburg" aan de Oostersingel
vormen ze de opslagruimten van
de Factorij Huisinga.
Factorijen zijn dienstverlenende
bedrijven aan de handel, die uit
de tijd van de gilden stammen.
Eigen vemen
De gilden hadden een eigen, 'n
soort coöperatieve opslagruimte,
die vemen werden genoemd. De
bedrijven die niet tot het gilde-
wezen behoorden konden te
recht bij de factorijen, een par
ticuliere onderneming, die de
vrijhandel behartigde. Toen in
de Franse tijd de gilden moesten
worden ontbonden kregen de
factorijen de kans hun positie
te versterken. De partijen goe
deren werden groter, de ruimten
dienden uitgebreid te worden en
het factorbedrijf groeide.
Granen waren de voornaamste
goederen die werden opgesla
gen. Enorme scheepsladingen
uit Rusland werden aan 't Vliet
uitgeladen en door sjouwerman
nen naar de eerste, tweede of
derde verdieping van de gebou
wen gebracht.
Voor de partijen werden en
worden nog steeds celen afgege
ven die beleenbaar zijn, waar
door de partijen soms lange tijd
opgeslagen liggen. Soms ook wa
ren de opgeslagen goederen
gauw weer de deur uit en wer
den ze afgehaald door boten en
vervoerd door de gehele provin
cie. Kleinere gedeelten van par
tijen werden in pramen geladen,
die hun inhoud vervoerden naar
de beurtschepen, die op vaste
plaatsen in de stad op een nieu
we lading lagen te wachten.
Door de jaren veranderde dat
beeld, want na de pramen, die
als bestelwagentjes dienst de
den, kwamen de paard-en-wa
gens die op hun beurt weer wer
den vervangen door ijzeren
paardelcrachten. Vele Leeuwar
ders zullen zich de dagens her
inneren waarop vele zakken
meel werden geladen, die dan
door twee knollen en gestuurd
door twee witbestoven figuren
van de ene naar de andere op
slagplaats reden.
De langste tijd van de bedrijvig
heid aan 't Vliet lijkt voorbij.
Als de vaarweg straks zal zijn
veranderd in een rijweg zal er
een bezienswaardigheid minder
zijn. Velen zullen het gemanoe-
vreer met de boten met lange
laadmasten bij de Boomsbrug
missen. Achteruitvarende vracht
boten zullen niet meer 't Vliet
opvaren om goederen te lossen
bij de pakhuizen. De huidige
opslag bij de factorij Huisinga
omvat voornamelijk suiker,
meel, melkpoeder en Koopmans
producten.
Onzekere toekomst
In de zeer nabije toekomst zal
men uitsluitend aangewezen zijn
op vrachtwagens om de pakhui
zen te bereiken. Wat er in de
verre toekomst van de pakhui
zen wordt, is onzeker. Wij moe
ten maar afwachten.
De gevelsteen In de Nooteboom lfjkt veel op de steen met
het opschrift In de Karseboom, die we kunnen vinden in de
Monnikemuurstraat en waarover we eerder in deze rubriek
al het een en ander hebben verteld. Maar de Karseboom is
wat fijner en ziet er ook nog veel mooier uit dan De Noote
boom, die in vele decennia niet meer door toegewijde werk-
manshfinden is beroerd. In de Nooteboom kunnen we vinden
in de Molensteeg - de steen zit daar in de voorgevel van
een pakhuisje. Een paar jaar geleden woonde er nog een
gezin in dit woninkje, dat in vroeger jaren wellicht een
kleine herberg is geweest. Bij deze verbouwing is de steen
gelukkig bewaard gebleven - er is ook een tijd geweest, dat
dergelijke fraaie ornamenten bij het slopen eenvoudig op
de puinhoop werden gegooid.
De prachtige pakhuizen aan het Vliet. Nóg staan de vrachtwagens er voor de deur, nóg lopen de sjouwermannen er in en uit, maar
wat is de toekomst van deze vroegere korenschuren van Europa i
Op zekere dag bezocht iemand
een gesticht voor geesteszieken.
Toen hij door de tuin van het
gesticht wandelde, ontmoette
hij daar een patiënt. Hij sprak
hem aan en vroeg hem waarom
hij nu eigenlijk hier werd ver
pleegd. „Dat zal ik u vertellen",
zei de man.
Ik trouwde een weduwe met een
dochter. Mijn vader trouwde
daarop met mijn stiefdochter en
zo werd mijn eigen vrouw mijn
grootmoeder; mijn stiefdochter
werd mijn moeder en mijn va
der werd mijn schoonzoon.
Pervolgens kreeg mijn stiefmoe
der een zoon. Deze was mijn
broer, want hij was de zoon van
mijn vader, maar hij was ook de
zoon van mijn stiefdochter, der
halve mijn kleinzoon en dat
maakte mij grootvader van mijn
eigen broer. Ook mijn vrouw
kreeg een zoon. En daardoor
werd mijn moeder de zuster van
het kind, maar tegelijkertijd was
zij ook de grootmoeder. Mijn
vader is de zwager van mijn
zoon, want de stiefzuster is mijn
vrouw. En aangezien mijn zoon
een kind is van mijn vrouw, die
tegelijkertijd mijn grootmoeder
is, is mijn zoon mijn oom.
Ik ben de vader van mijn eigen
moeder en mijn vrouw is de
tante van haar eigen kind; mijn
zoon is de neef van mijn vader
en ikik ben.mijn eigen
grootvader. Daarom heb ik mijn
verstand verloren.