CITAX
Is dit „Ouwe Faber"?
K..
Uecwen uw voelen Geef ze Schoenen van Sleeman
'T KLEINE KRANTSJE
4
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
Lezers klommen in de pen
El Brief uit Australië
Als u deze brief leest zal 't met
enige verwondering gaan denk
ik, daar hij uit 't verre Australië
komt. Maar wij lezen hier trouw
uw gezellige krantsje en zien er
naar uit als de postman, samen
met de Friese dagbladen ons
weer een paar bezorgt. M'n
zoon en schoondochter kregen
ze vanaf het eerste nummer tot
en met no. 45 trouw. Ze werden
ons toegestuurd door haar moe
der in Leeuwarden, die in no.
45 een stukje schreef over be
kende straattypen van Leeuwar
den, o.a. over Lollige Hannes.
Ja die kenden we allemaal. Wat
kon hij dan roepen: „neuteme-
skate mevrouwtje".
Hij woonde meen ik achteraan
op de Nieuweburen, naast een
steeg die ze, als ik het goed heb,
Luilekkerland noemden.
Wij hebben zelf een twintig
jaar in Leeuwarden gewoond.
M'n man was jaren chauffeur
bij W. Veltman, toen garage- en
autobedrijf op de Bleeklaan,
hoek Ruyterweg. En als je dan
al die bekende gezichten ziet in
uw krantsje net als (kleine)
Wiepie Wierstra, Willem (z'n
achternaam ben ik vergeten),
maar ik nam hem als ik dan
een van m'n jongens naar de
kleuterschool bracht, vaak mee
en dan vroeg hij altijd: Mag ik
buurvrouw een arm geve
Zo ook nu weer die ouwe man
in no. 45, de heer Westra. Dan
zie ik hem nog in m'n gedach
ten lopen op de Nieuwestad
met een lila vest, blauwe ge
breide muts en soms twee kleu
ren sokken, een blauwe en een
groene.
ANNE MANNE MIEKE
Wat hebben onze jongens vaak
gezongen van „Anne manne
mieke de kat is dood, pak hem
bij de staart en gooi hem in de
sloot". Als Anne en z'n vrouw
in 't hek bij de school (hoek W.
de Geeststr.-Marg. de Heerstr.)
lagen de steentjes te wieden.
(De werkelijke naam ben ik ver
geten).
En wat zagen wij als kinderen
van 10-12 jaar, als we een keer
in 't jaar met m'n ouders naar
Leeuwarden gingen voor een
nieuwe mantel of hoed en dan
het spoorstation uitliepen, waar
altijd een oude vrouw stond,
die doosjes lucifers verkocht. Ze
had dan een grote zwarte om
slagdoek met franje om. Ze
noemden haar de Freule geloof
ik. Haar naam heb ik nooit ge
weten, maar ik had altijd mede
lijden met haar. Als ik het goed
heb, hebben ze haar dood op
straat gevonden later.
Ja, onze oude stad zal wel veel
veranderd zijn in de tien jaar
dat wij hier nu in Australië zijn.
'k Kan er nog zoveel over schrij
ven, maar m'n papier is vol. Ik
wens, u meneer de redacteur,
veel geluk'met uw krantsje en
hoop dat het een lang leven be
schoren mag zijn en dat wij hier
in Australië nog vele mogen
ontvangen en lezen. Want heus,
je hart gaat open als we 't le
zen. Want diep in ons hart is
er nog altijd een stil plekje voor
ons ouwe trouwe Leeuwarden.
Australië Mrs. S. VAN EK
Ouwe Faber
Naar aanleiding van de fotopa
gina in 't vorige Kleine Krantsje
schreef u: „Het baardige hoofd
rechts beneden is dat van een
man, die we niet anders kennen
dan als Stür. In mijn allerjong
ste jaren heette deze man Ouwe
Faber, hij zou in Tietjerk in
een rusthuis wonen, door zijn
zoon daar ingekocht. Deze wil
de niet dat zijn vader langs de
straat ging, maar Ouwe Faber
kon 't niet laten.
Waar zijn kar met vooral steen
goed was opgeslagen, weet ik
niet, maar wel dat hij iedere
vrijdag met z'n kar bij ons
kwam en deze een poos voor
onze ramen plaatste en dan naar
de markt toog.
Na verloop van tijd kwam hij
terug en kreeg van mijn moe
der een kopje koffie. De koffie
werd smakelijk verorberd, on
derwijl wij rond de kar neus
den, want er was van alles te
buren van de ouders van Com
missaris Voordewind. Alleen ge
scheiden door een afrastering
sprak mevr. Voordewind met
mijn grootmoeder, vrouw van
Gerben J. Postma, die daar een
boerderijtje had laten bouwen.
Mogelijk is dit een leidraad,
waarlangs u verder kunt gaan
om Stür z'n naam te geven
waar hij recht op, heeft, 't Was
een prettig baasje met sneeuw
witte baard en voor die tijd heel
goed gekleed.
Amsterdam Mej. G. POSTMA
El Johan v. d. Werf I
In aansluiting op het artikeltje
van de heer v. d. Woude over
een Reciteerwedstrijd op 't Oud
Een afbeelding van deze meneer plaatsten wij in 't vorige
Kleine Krantsje, met de aantekening, dat dit „Stür" zou
zijn, een man met negotie, die onwillige kopers altijd
adviseerde: ,,/ow dan mar in stür Mej. G. Postma te
Amsterdam meende in de foto evenwel Ouwe Faber" te
herkennen, vroeger een zeer bekende figuur in de stad.
Zijn er meer lezers, die in deze oude heer „Ouwe Faber"
menen te zien 1 Zo ja, dan graag even een berichtje aan
't Kleine Krantsje. En wie kan er nog meer van „Ouwe
Faber" vertellen 1
vinden. Kwam moeder ook even
kijken en grepen onze vinger
tjes iets vast wat van moeder
niet mocht en wij daarvoor een
berisping kregen, dan zei Ouwe
Faber „doet 'm niet zeer".
Hoorden wij de kar door 't hek
rijden op vrijdagmorgen, dan
was ons gezegde: „Moeke daar
is Doet 'm niet seer". Wij woon
den in de Romkeslaan no. 18.
Ons huis bestaat niet meer,
maar in heel vroeger jaren wa
ren mijn grootouders de naaste
Tolhuis het volgende: In het
jaar 1902 waren Johan v. d.
Werf en ondergetekende lid van
de rederijkerskamer „Ten Kate".
Johan was een knappe jonge
man en had een mooie stem.
Hij had altijd veel succes met
zijn voordrachten bij het pu
bliek van Ten Kate.
Maar ook blonk hij uit in ope
rettevoorstellingen. Hij woonde
bij zijn ouders op de Nieuwe
stad, een paar huizen vanaf de
Burmaniastraat in het huis,
waar nu een winkel in gedistil
leerd is gevestigd. In dit pand
had zijn vader een zaak in naai
machines.
In die jaren schreef de heer J.
Heppener, lid van Ten Kate
operettes en de muziek hiervoor
werd gecomponeerd door een
familielid van de heer Heppener,
n.l. de heer F. Goudappel, mu
sicus te Groningen. De heer en
mevrouw Heppener hadden een
winkel in dameshoeden op de
Wirdumerdijk naast de Doops
gezinde kerk. Later woonde hier
Isaac de Jong, winkelier in cho
colade en suikerwerken.
Zoals gezegd had Johan in deze
operettes een belangrijk aan
deel. Maar als ik de naam van
Johan v. d. Werf noem, mag
hier niet onvermeld blijven, de
naam van een man, waar ik
altijd vol bewondering naar heb
gekeken t.w. Calp. Hier nog een
paar titels van de operettes:
„Venus", „De Vissers van Blan-
kenberghe", „De Vogelaar van
Imst". Van deze laatste moet ik
een foto hebben, waar Johan op
staat, maar ik heb ze nog niet
gevonden.
Amsterdam
M. KAASTRA
El Johan v. d. Werf II
Genoemde v. d. Werf heb ik
gekend. Hij was een aardige
knaap - woonde in het pand,
waar later de kapper Wilde-
vuur zijn bedrijf had: Naast
Boorsma de wolkammer.
Vader v. d. Werf verkocht naai
machines en repareerde deze.
De zoon was een vrolijke knaap
en is dit ook de oorzaak ge
weest dat hij Leeuwarden ver
liet Ik meen dat hij tekende
in Marseille voor het Franse
vreemdelingen legioen.
In pand Pr. Hendrikstraat dreef
de joodse firma v. d. Huyden
en v. d. Heyden hun zaak in
leder - fournituren en schoen
makersgereedschappen. Dit be
drijf is gelikwideerd naar ik
meen. Toen deze twee firman
ten omstreeks I9ii-'i2 de Leeu
warder schoenfabriek hadden
gesticht als één der eerste - ik
meen wel - hèt eerste bedrijf,
dat verrees aan de Harlinger-
vaart Z.Z.
Amsterdam
K. BAKKERS
El Drachtster boot
Ik las in 't Kleine Krantsje (5
okt.Lezers in de pen) over een
ongeluk in de Greuns, maar
daar was het niet, het was in
het Woudmantsje. Daar zijn
twee kinderen van Corpier bij
verdronken. Misschien kunt u
er meer van gewaar worden bij
Appeldoorn op het Noordvliet.
Misschien dat het een boot van
hem was.
Leeuwarden A. DIJKSTRA
In een van de eerste num
mers van 't Kleine Krantsje
hebben wij een uitvoerige re
portage gepubliceerd over het
drama in het Woudmantsje,
waar in 1927 een klein zeil-
schouwtje omsloeg. Bij dit
ongeval kwamen drie kinde
ren en twee volwassenen om
het leven.
Red. 't KI. Kr.
TELEFOON 2 3 4 3 4
STANDPLAATS STATION
Ook telefonisch te ontbieden
voor stads- en buitenritten
E Voetbal
Wanneer krijgen we weer eens
een voetbalverhaal
Leeuwarden
Vandaag.
J. L. DE JONG
Red. 't KL. Kr.
Schoenen Tuinen 35
El Duo Carels
Inderdaad schreef ik abusievelijk
dat Duo Carels in het begin zijn
„etablissement" in het Heer Ivo-
straatje had. Toen ik de brief
verzonden had, schoot me in
gedachten dat het Maria Anna-
straatje moest zijn, maar de
lezersdichtheid van het Kleine
Krantsje kennende hield ik mij
ervan overtuigd dat ik wel op
de vingers zou worden getikt
wat ook prompt gebeurde.
Het moet voor de redactie een
bijzonder prettige gewaarwor
ding zijn te weten, dat wat ge
schreven wordt, een zo ruime
belangstelling geniet. Trouwens
niet alleen voor de redactie,
maar ook voor ons als oud-
Leeuwarders is elk nummer, dat
je ontvangt een soort oase van
herinnering aan een verleden
dat op deze wijze weer gaat le
ven.
De foto van 't Klokje. Mevrouw
De Vries zegt het zo typerend
juist. Een nadere plaatsaandui
ding was niet nodig, die plaats
kende iedereen.
Met grote belangstelling zie ik
de artikelen tegemoet onder het
hoofd „Friesland laat de voetbal
rollen", want al ben ik nu al
heel wat jaren uit Leeuwarden,
het eerste wat ik Maandagmor
gens doe is zien hoe Frisia en
Friesland hebben gespeeld. Het
bloed blijft kruipen waar het
niet gaan kan.
Voor het feit dat de heer Schou-
stra er de eerste twee jaar heeft
opzitten alle hulde. Er wordt
altijd gezegd: alle begin is moei
lijk en dat zal natuurlijk ook
voor deze uitgave hebben gegol
den, maar van harte hoop ik dat
de sneltreinvaart zal voortduren.
Met verschillende familieleden
en oude bekenden ben ik na
mijn stukje in 't Kleine Krantsje
van 7 september in contact ge
komen wat ik bijzonder op prijs
stel en waarvoor de dank toe
komt aan 't Kleine Krantsje dat
ons zoveel biedt.
De Bilt
HERMAN VAN KRUGTEN
EEN NIEUW ONGEVAL
OP GRONINGER
STRAATWEG
„Nu zul je zien, ze gaan racen
op de Groningerstraatweg", zei
de hoofdinspecteur van politie
tegen ons bij de opening van de
prachtige weg „en dan komen
er ongelukken". De politieman
heeft het juist gezien. Bij de
ongevallen op de nieuwe Gro
ningerstraatweg kan een nieuw
ongeluk genoteerd worden. De
vijfjarige jongen Van der L.
schoot achter een auto vandaan
toen hij de weg overstak.
Prompt werd hij gegrepen door
het spatbord van een andere
auto, die uit de richting Gro
ningen kwam. Met een hoofd
wonde, die niet van ernstige
aard was, is de jongen naar het
Bonifatiusziekenhuis gebracht.
De politie onderzoekt of er mis
schien te hard gereden is, of dat
de jongen in zijn onervarenheid
het verkeer in gevaar heeft ge
bracht. (1948)