VOOR OORLOGS JOODS TONEEL 'T KLEINE KRANTSJE ZO GRONDIG HEBBEN IN DE LAATSTE OORLOG DE DUITSE BEZETTERS HUN MOORD- EN PLUNDERWERK VERRICHT, DAT DE WEINIGE OVER LEVENDEN OOK VRIJWEL GEEN TASTBARE HERINNERINGEN TERUG VONDEN AAN HET VROEGERE JOODSE VERENIGINGSLEVEN. MET HUN PARTICULIERE EIGENDOMMEN BLEKEN DE MEESTE VERENI GINGSARCHIEVEN VAN DE ACHTERVOLGDE JODEN VERDWENEN TE ZIJN, ZODAT ER NU VAN TAL VAN SPECIFIEKE JOODSE VERENIGING EN EN ORGANISATIES OOK GEEN GOED AFGERONDE GESCHIED- SCHRIJVINGEN MEER ZULLEN ZIJN. VAN DE EENS ZO VERMAARDE LEEUWARDER VOETBALCLUB ACHTDOETH BIJV. KONDEN WE WEI NIG MEER TERUGVINDEN DAN ENKELE SIMPELE BERICHTEN EN WEDSTRIJDVERSLAGJES IN WAT SPORTBLADEN EN DE VOOROOR LOGSE KRANT - HET IN DE NOTULEN EN JAARVERSLAGEN VASTGE LEGDE WEL EN WEE VAN DEZE VERENIGING ZULLEN DE GERMAAN SE BANDIETEN WEL OP DE VUILNISBELT OF IN DE VERBRANDINGS OVEN HEBBEN GEGOOID. GELUKKIG WEL UIT DE ROOFZUCHTIGE KLAUWEN GERED IS HET ARCHIEF VAN DE TONEELVERENIGING LEEUWARDER VRIENDENCLUB, EEN BIJZONDER ZWAARBANDIG, BIJNA NIET TE TILLEN EN HOOGST ONHANDIG BOEK MET ETTELIJKE TIENTALLEN PROGRAMMA'S VAN OPGEVOERDE TONEELSTUKKEN, KRANTENKNIPSELS, RECENSIE'S, AANPLAKBILJETTEN, NOTITIES EN OOK FOTO'S VAN BEKENDE STADGENOTEN, DIE VAN DEZE BIJZONDE RE JOODSE VERENIGING LID ZIJN GEWEEST. De Leeuwarder Vriendenclub Het bepaald geen enkele gelegenheid lustrum op een klinkende wijze werd gevierd. Zoals in ryzj, toen Be portretteren - op deze foto de heren van Commissie van Bijstand. Jazeker, een hoogst onhandig boek, maar tegelijkertijd een hoogst kostelijk en zeker ook kostbaar document, dat nu door goede joodse vrienden even aan 't Kleine Krantsje in bruikleen is afgestaan en waaruit we graag de stof putten voor dit verhaal, het verhaal van een uniek stuk toneelleven uit de jaren vóór het Grote Verdriet. Het lijkt allemaal al zo ver schrikkelijk lang geleden, maar toch zijn er nog geen dertig ja ren voorbijgegaan, sinds deze befaamde Leeuwarder Vrienden club zo veel open doekjes oogst te. Tot het moment van de Duitse overval heeft de Leeu warder Vriendenclub een zeer aparte plaats ingenomen in de rij van Friese amateurtoneelver enigingen en zonder de Duitse waanzin zou dit gezelschap zon der twijfel nog hebben bestaan en op dit moment al voorberei dingen hebben getroffen voor het vieren van een zeker ge denkwaardig jubilé: op de eerste december van 1967 zal het pre cies driekwart eeuw geleden zijn, dat de Leeuwarder Vriendenclub werd opgericht. Er kunnen dus nog vitale vete ranen zijn, die zich deze op richting in r892 herinneren, maar slechts weinigen zullen weten, dat er vóór de Leeuwar der Vriendenclub ook al een joodse toneelclub was geweest. Dat was het in 1883 opgerichte gezelschap Oefening Baart Kunst; een club, die niet tot grote bloei kon komen en in november 1892 ter ziele ging. Het gemis van een eigen joodse toneelclub werd blijkbaar zo sterk gevoeld, dat er amper een maand na het verdwijnen van Oefening Baart Kunst alweer een nieuwe club kon worden opgericht en dat was dan de Leeuwarder Vriendenclub, die zich, volgens het bewaard ge bleven eerste reglement ten doel stelde „om hare leden jaarlijks eenige feestelijke avonden te verschaffen". In artikel 7 van dit reglement werd bepaald, dat gewone leden Israletieten zouden zijn, maar in artikel 17 hield de vereniging de deur ook voor niet-joden op een kier: „Het bestuur heeft ten allen tijde het recht om per sonen, die op een of ander ge bied van kunst uitblinken en geen werkend lid zijn, uit te nodigen eene feestavond door hunne medewerking op te luis teren". Boete De contributie werd aanvanke lijk bepaald op twee gulden en veertig cent 's jaars, invorder- Tandarts M. van Kollem: vele jaren stuwende kracht van de Vriendenclub baar in twaalf maandelijkse ter mijnen; een tweede bron van inkomsten zouden de vergade ringen kunnen zijn, want wie daar zonder kennisgeving aan het bestuur niet verscheen zou een kwartje boete moeten beta len, terwijl zij, die tien minuten „over den bepaalden aanvangs tijd" ter vergadering kwamen, onverwijld een dubbeltje in de strafpot dienden te doen. Ook het op de een of andere wijze hinderen of verstoren van de vergaderingen werd strafbaar ge steld - met nutteloos gekakel zouden de leden eveneens een duppie kunnen verbeuren. Ondertekenaars van het eerste reglement van 1892 waren de heren M. Polak Azn, President; Herman Sitters, Vice-President; Izak de Vries Azn, Penning meester; H. van der Woude en Herman Polak Jzn, Secretaris; misschien zijn er nog lezers van 't Krantsje, die zich deze pio niers herinneren. Een van de eerste pagina's van 't lijvige boek (voorzien van de waarschuwing: Lik bij 't om slaan der bladen niet aan uwe vingers) toont ons de beeltenis sen van deze heren: allemaal jonge kerels met kanjers van snorren. Op 5 maart 1893 hield de Leeu warder Vriendenclub haar eer ste feestelijke bijeenkomst in de zaal van Amicitia aan de Wir- dumerdijk, waar toen een me neer De Vries de scepter zwaai de: de dames en heren aanwe zigen zullen er wat genoten hebben van het blijspel „Een kleine Vergissing" - na afloop was er bal, waarbij de bekende balletmeester S. de Jong de lei ding had. Veel zal er in deze eerste jaren van de Leeuwarder Vrienden club van de vriendschap van de leden zijn gevraagd en sim pele notities in het archief als „14 maart 1894 bedankt de heer H. Polak als bestuurslid" en „1 mei 1894 bedankt de heer H. Sitters als bestuurslid" wijzen stellig in de richting van inter ne moeilijkheden. Ook zou de verdwenen joodse toneelclub Oefening Baart (1901), maar de toen al bijna Kunst weer uit haar as verrijzen tien jaar oude Vriendenclub bleek nu toch sterk genoeg om als overwinnaar te voorschijn te komen uit de felle concurrentie strijd; andermaal bleek alle oefening onvoldoende om Oefe ning baart Kunst in het leven te houden. De eerste krantenrecensie in het archief dateert uit 1892 - het is nu wel vermakelijk te lezen, hoe de verslaggever van dat jaar de talenten van de Vrienden club na het zien van de ope rette Rooske Kleeve bezong. „Met haar opwekkend, aanste kelijk spel pakte zij de honder den, die telkens in handgeklap en bravogeroep en vooral in heerlijke uitbarstingen van het lachen het bewijs gaf van te ge nieten. Met studie, vooral gericht op uitspraak en geste, op stan den en groepeering, zal de Vriendenclub, die nu „alleraar digst" speelt, eenmaal zonder twijfel „mooi" spelen". In 1900 kreeg de Leeuwarder Vriendenclub een vaandel aan geboden en ook dat hebben de Duitsers niet in handen gekre gen; het hangt nog steeds in de nu voormalige synagoge in de Sacrementstraat. Ondoenlijk Ondoenlijk is het natuurlijk alle gespeelde stukken van de ver eniging te memoreren en veel zin heeft het ook niet, want zou er nu in veel harten nog wat opvlammen, wanneer we zeggen, dat in 1908 succes werd geoogst met het Duitse blijspel Groote Stadslucht en dat in 1913 het stuk De Lijdensweg een heel mooi kasstuk werd Laten we volstaan met het op sommen van enkele hoogtepun ten als het vieren van het vijf en twintig jarig bestaan in 1917 in de Concertzaal Rodenhuis (Zalen Schaaf) („Ons past het te juichen, ons past een festijn; Wij moeten, wij zullen thans vrolijk zijn; Na vele bezwaren, na velerlei strijd; In 't lied van deez' avond 'vaandel gewijd; Een driewerf hoera en een lui der hoezee; Nu blij aangeheven, ons harte juicht mee Iedere vijf jaar trouwens sprong de Leeuwarder Vriendenclub even feestelijk uit de band en bij het dertigjarig bestaan kon de president, de heer J. A. de Vries, als zijn meening uiten, dat het de saamhorigheid van de Leeuwarder joden was, die de vereniging al zo lang in stand had doen houden. „Gedurende dertig jaar", zo zei hij, „geniet onze Joodse toneelvereniging een zeer gunstige reputatie, zo wel onder haar niet joodse zus terverenigingen in Leeuwarden UNIEK GEZELSCHAP

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 6