Eije Wijkstra's moorden bezongen op straat De gevelstenen spreken (23) Bokma Simon de Vries IK TREUR EN ZING EEN LIED Ut Eerpelskille inne kazerne EEN KAR VOL KNIENEVELLEN 'T KLEINE KRANTSJE in luidt HET Voor Foto's en Camera's naar Vondeling Voorstreek 96 LEEUWARDEN Telefoon 23650 Het kan niet missen: het pand op de hoek van de Grote Hoogstraat en de Poststraat moet vroeger een slagerij zijn geweest. Nóg zit er een zeer fraaie gevelsteen in de voor gevel, die ons vertelt van het beroep van de onbekende Liwadder, die hier in vroeger tijden heeft gewoond: In de Fette Os. Trouwens, vergissen we ons niet, dan kunnen oudere Leeuwarders zich herinneren, dat er in hun jeugd ook nog een slagerij in dit pand zat - de plaats, waar de be klagenswaardige koeien werden geslacht is nu nog aan te wijzen. Op dit moment wordt In de Fette Os verbouwd; het pand zal er straks piekfijn komen uit te zien. In de goeie ouwe tijd kon het niet missen of aangrij pende gebeurtenissen als rampen en moorden werden enthousiast bezongen op straat. Ook na het drama bij Grootegast in 1929 trachtten straatzangers met hun kreu pele verzen succes te oog sten: onze abonnee, de heer R. J. Mulder te Dronten stuurde ons een uit niet min der dan achttien coupletten bestaand dichtwerk toe, dat na de bloedige daden van Eije Wijkstra ijverig werd voorgedragen op straat. Graag drukken wij dit werk stuk hier af - niet omdat we er van bewondering door achteroverslaan, maar wel om de herinnering op te roe pen aan een vooroorlogse gewoonte, die intussen ge heel in onbruik is geraakt. Ik treur en zing een lied wat thans weer is geschied van een wrede moordpartij waar menigeen door lij. Hoort wat er ging gebeuren op eene morgenstond wie zou dit niet gaan betreuren Vier mannen door dood op de grond. Zij moesten als plichtsgetrouwen gaan halen een slechte vrouw die hare kind'ren zo deed vermind'ren dat haar op halen zou. Deez vrouw was uit haar huis sinds bij een ander thuis bij een mens met bruut geweld die straks hen nederveld. Want aan zijn woning gekomen werd de vrouw naar buiten gevraagd hij sprak tot haar zonder schromen Blijf of een kogel jouw ook belaagd. En toen door een deuropening gaf hij als antwoord vuur en terzelfder stond viel dood'lijk gewond de eerste in 't stervensuur. Vol woede overmand liep hij naar d'achterkant Ontdekte toen aldaar nog drie politie dienaars. En zonder vrees of geweten vuurde hij met vaste hand op het doel goed afgemeten ook zij vielen neer in 't zand. En nog niet zijn moordlust bevredigd grijpt hen nog rochelend lijf en snijdt hen de hals koelbloedig en vals, uit wraak voor dat slechte wijf. EIJE WIJKSTRA De vrouw daarop verdween ging naar de buren heen terwijl hij aan ééne kant het huis nog stak in brand. Toen ook is hij weggereden gewond aan zijn voet en hand aan een vriend vertelt hij de reden koelbloedig de moord en brand. Zo gingen ze samen toen verder om te verbinden zijn hand en zijn voet Zij klopten bij een dokter aan, maar zijn doorgegaan omdat hij daar wachten moest. In een auto met haast naar Groningen geraast vlug naar het ziekenhuis maar daar was het niet pluis. En toen zij per tram verder reden naar het academisch ziekenhuis heen toen versperde men hunne schreden en bracht hen toen in het geween. Want rechercheurs brachten hen beiden naar het hoofdbureau heen maar zijn vriend mocht heen gaan, maar hij bleef staan heeft ook zijn daden beleen. Nu zit hij die barbaar ontzet uit 's menschen schaar en uit de maatschappij moordbeelden blijven hem bij. Gij hebt daar een gruwel bedreven vier mannen en vaders tegaar hunne vrouwen en kind'ren beleven de grootste droefheid met elkaar. Zo'n gruwel staat nergens te lezen als gij daar, o onmensch bedreef hunne weduwen aldaar hunne wezen tegaar ze roepen u toe O moordenaar.... beef. He jim dat hoord van die drie jonges, die Vondeling red hew- we uut de sloot Mochten al lemaal een wens doen. De eerste wu graag een fiets hewwe. Kan wel zei Vondeling: dou krijst een fiets. De tweede wu graag een brommer hewwe. Kan oek wel zei Vondeling, dou krijst een brommer. Mar de derde wu graag een invalidewagentsje hewwe Een invalidewagentsje vroeg Vondeling. Hoe nou Nou, zeit die jonge, as mien va der hoort, da'k jou uut de sloot haald hew, breekt ie mie gega randeerd de benen.... Als jongen kon ik nog al eens binnen de muren van de ka zerne kijken. Ik had namelijk een vriendje, Hubbert Dorge- loo, wiens ouders in het grote militaire gebouw woonden. Zijn vader was adjudant-onderoffi cier en de wacht aan de poort van de kazerne kende Hubbert en hij liet mij dan ook toe. Alles vond ik toen even interes sant. Er was altijd leven in de brouwerij. Op de chambree's, met aan de kanten de britsen lagen soldaten te roken of lach end druk te praten. Midden in de zaal stonden grote ruw hou ten tafels met banken er om heen. Hier zaten jongens te kaarten of te lezen. Ook werd er wel op de harmonika ge speeld. In de hoek van de ka mer was de cantine waar ook bier getapt werd. Op het binnenplein waren klei ne sectie's recruten aan het marcheren. Het links- of rechts om veroorzaakte, bij de pas opgeroepen landverdedigers, nog al eens moeilijkheden. Ook zag men op het binnenplein solda ten aan het „eerpelj assen". Een grote hoop aardappelen lag te midden van de „jassers". Dat het beste van de aardappel, wat mijn moeder mij geleerd heeft, onder de schil zit, was hier blijkbaar onbekend. Met het mes hakten de heren er maar stukken af, zodat er maar een klein stukje aardappel overbleef, 's Morgens om een uur of twaalf werd een grote ijzeren pan met eten door twee soldaten gedra gen onder toezicht van een korporaal, naar de gevangenis gebracht. Het was ratjetoe dat van de soldaten was overgeble ven. Het „Neerland, o Neerland daar is het goed, daar worden de boeven met melk en eieren gevoed", was toen onbekend. J. C. VAN DAM «VWVWWW\AAA/WWWW\AAAAA/WWtA/VWWWVW\/tAAAAA/VWWX«VVWWWWV\ Nog even en we zitten alweer midden in de feestdagen: heerlijke tijd van gezelligheid en lekker eten. Maar.... slechte tijd voor de stervelingen, die als konijn door 't leven gaan. Deze foto, een goeie dertig jaar geleden op de Tweebaksmarkt even na de jaarwisseling gemaakt, herinnert ons daar aan een kar stampvol knienevellen. Een soortgelijke foto zullen we straks wel weer kunnen maken, al raken die handkarren langzamerhand een beetje uit de tijd. Tussen twee haakjes: wie is die meneer achter de kar J Een bekende stadgenoot Hij lijkt wel wat op Pieke de visboer, maar die zal het niet zijn. Wie het weet moet ons maar even bellen: 20302. f Van oud5 IV/'gersmo sinds 1855 DAMES- EN HERENMODE Naauw8 Tel.27984 Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 5