'T KLEINE KRANTSJE DOOR DE EEUWEN HEEN HEBBEN DE MENSEN DE PRACHTIGE PERIO DE VAN HUN JEUGD BETITELD ALS „DE GOEIE OUWE TIJD" - EEN BE GRIP, DAT OOK IN 'T KLEINE KRANTSJE HERHAALDELIJK NAAR VOREN KOMT. WANNEER WE OVER VROEGER VERTELLEN SPREKEN WE OVER DE GOEIE OUWE TIJD, ALSOF DE TIJD VAN TOEN BETER WAS DAN DIE VAN NU. IN FEITE IS HET NATUURLIJK ANDERSOM: ONZE OUDERS HEBBEN DE WELVAART VAN VANDAAG NIMMER GE KEND, HET DAGELIJKSE PLOETEREN EN ZWOEGEN VAN VROEGER IS ER NU NIET MEER BIJ, WIE WELEER MET EEN WEEKJE VAKANTIE IN APPELSCHA OF OP AMELAND AL DOLBLIJ MOCHT ZIJN IS NU PAS TEVREDEN WANNEER HIJ VOOR TWEE OF DRIE WEKEN NAAR OOS TENRIJK OF DE FRANSE RIVIERA KAN GAAN. VOOR HEEL 'T NEDER LANDSE VOLK ONDERGINGEN DE SOCIALE OMSTANDIGHEDEN EEN GEWELDIGE VERBETERING EN AL IS HET HELAAS ZO, DAT ER TOCH NOG ALTUD KROTWONINGEN ZIJN EN DAT EEN STAD ALS LEEUWAR DEN ANNO 1966 VOOR EEN GROOT DEEL NOG ALTIJD OP DE TON MOET GAAN - MET DE OPENLIJKE ARMOEDE VAN VROEGER WORDEN WE NIET IEDERE DAG MEER GECONFRONTEERD EN OOK DE HYGI ËNISCHE WANTOESTANDEN VAN TOEN ONDERGINGEN GROTE VER BETERINGEN: ER ZIJN GEEN OPENBARE PRIVATEN MEER IN DE STRATEN VAN LEEUWARDEN EN ER ZWERVEN GEEN HAVELOOS GE KLEDE NIETSNUTTERS MEER DOOR DE STRATEN VAN DE STAD. ZELFS DE GELEDEREN VAN DE UITGESPROKEN STADSTYPEN ZIJN DOOR DE VERANDERDE OMSTANDIGHEDEN ZOZEER UITGEDUND, DAT WE BINNEN AFZIENBARE TIJD GEEN STADGENOTEN MET RE-ELE AANSPRAKEN OP DEZE BETITELING MEER ZULLEN KUNNEN AANWIJ ZEN - WAT IN DIT VERBAND HET MEMOREREN WAARD BLIJFT ZIJN SLECHTS POPULAIRE STADSFIGUREN, ALS IEDER ANDER VRIJWEL NORMAAL IN DOEN EN LATEN, ALS IEDER ANDER VRIJWEL NOR MAAL GEKLEED Populaire stadgenoten zullen er altijd blijven, maar van uitgesproken stadstypen zal binnen afzienbare tijd geen sprake meer zijn Zullen de meeste mensen het van harte toejuichen dat de jeugd van nu zich althans niet bezig houdt met het sarren en treiteren van minder bedeelden, die vroeger wèl voor iedereen het mikpunt waren, het geheel verdwijnen uit het stadsbeeld van bekende typen wordt door heel velen toch ook wel wat be treurd - op hun manier gaven ze kleur en fleur aan het stads leven van vroeger, aan die goeie ouwe tijd. We hoeven in deze kolommen voor de vuist weg maar enkele namen van bekende figuren te noemen om tal van lezers naar de pen te doen grijpen (en zó vlot pleegt men op wat er in de krant staat toch niet te reage ren de naam van „Ouwe Tietsje" zal het hart van heel wat meer oudere Liwadders hef tiger laten kloppen dan bijvoor beeld die van haar burgervader Jhr. Mr. J. M. van Beyma en meer Leeuwarders zullen in de familiekring liever nog eens een babbeltje maken over „Slanke Willem" dan over de vroegere Commissaris der Koningin, Mr. P. A. V. Van Harinxma thoe Slooten - om zo maar eens een paar autoriteiten te noemen, die ontegenzeggelijk verdienstelijker voor Leeuwarden en Friesland zijn geweest dan alle populaire figuren van de straat met elkaar. De vraag, opgeworpen in 't vori ge Kleine Krantsje, wie „Ouwe Faber" was, heeft een stroom van reacties teweeggebracht en eerder hebben we hetzelfde ge zien, toen we in onze krant co ryfeeën als Jan Duum, Knikker op Dak en Snorrewietske in de schijnwerpers plaatsten - de echte Liwadders krijgen er nooit genoeg van te lezen over vroe gere figuren, die de meeste men sen slechts onder een bijnaam kenden; Homme 't Oliekontsje Jentsje mooie ken kende iedereen, dat hij Van Dijk heette wisten maar weini gen,- de naam Jan Rijpstra zei niemand iets, de naam Jan Duum was in de hele stad en zelfs ver daarbuiten overbekend. Laten we nu nog maar eens en kele cracks van vroeger met ere noemen: in de Parade der Popu- lairen, die ter gelegenheid van de tweede verjaardag van 't Kleine Krantsje in een speciale fotopagina aan ons voorbijtiok, ontbraken wel een paar, die een niet minder grote bekendheid genoten dan de dames en heren, wier portretten wij wèl afdruk ten. koeiedrijver op de veemarkt in actie is geweest. Andere beroe pen heeft Jentsje Tit bij ons we ten niet gehad. De eervolle no titie „koopman in galanterieën" in de boeken van de Burgerlijke Stand zal wel een wat geflat teerde weergave zijn geweest van de negotie, waarmee Jentsje Tit zich bezig hield: het langs de deuren trekken met een klein kistje met veters, elastiek en band. Aan een huwelijk heeft Jentsje Tit zich nooit gewaagd; van daar, dat hij zijn hele leven langs de logementen zwierf - nu Jentsje Tit bijvoorbeeld, een prachtige kerel, van wie we ons nog altijd afvragen waarom hij Jentsje werd genoemd, want hij heette Ane, naar zijn grootvader van moeders zijde, die een Ane Koopmans was. Ane, alias Jent sje, was op 15 februari 1853 in Leeuwarden geboren als zoon van de toen al drie en veertig jaar oude schipper Jelle Hen driks van der Meulen. Hij ging niet, zoals z'n vader in de schipperij, maar verdiende zijn brood als venter in garen en band, terwijl hij ook wel als eens woonde hij een poosje hier, dan weer was hij een tijdje daar. Ook moet Jentsje Tit een Haag se periode hebben gehad; wij weten, dat hij in januari 1898 uit Den Haag naar Leeuwarden is teruggekomen. Hoe lang hij in 's Lands residentie is geweest en wat hij er deed is ons onbe kend, maar we mogen wel aan nemen, dat Jentsje Tit er op het Binnenhof geen rol heeft ge speeld. Woonde Jentsje Tit in z'n jonge jaren bij voorkeur in het oosten van de binnenstad (hij was jaren Een hoogst curieuze foto van het Butterhoekster buurtfeest: vinger naar Jentsje wijst is Bertus Wierda; ook de andere 1

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1966 | | pagina 6