Vooruit jonges, trekke I
BHiüMSl
CI TAX
'T KLEINE KRANTSJE
Lezers klommen in de pen
IS Oude Hofjes
Als leester van 't Kleine Krant-
sje wend ik mij tot u met de
volgende vraag. Is er in de om
geving van de Oldehove een
hofje geweest dat het Broekhui-
zenhofje moet heten Ik her
inner mij daar niets van en ben
toch in mijn jeugdjaren vaak
op verschillende hofjes in Leeu
warden geweest.
Een van mijn kennissen hier
heeft namelijk een schilderij
van Hoeben waarop een gevel
steen met bovengenoemde
naam. Het hofje zelf komt me
bekend voor met die pomp in
de voorhof, maar de naam niet.
Daar ik me zeer interesseer voor
oude hofjes zou ik ook nog
graag van u vernemen of er nog
veel van deze hofjes in Leeu
warden zijn en mogelijk kunt u
ze eens in 't Kleine Krantsje pu
bliceren.
Den Haag M. RUTGERS
Een „Bioekhuizenhofie" is
ons onbekend. Vergist u zich
misschien met het Boshui
sengasthuis, het enige nog
bestaande oude hofje bij het
Jakobijnerkerkhof
Red. 't KI. Kr.
IS Rosmolen
Daar vind ik waarachtig in het
K. K. van 8 maart een afbeel
ding van de Rosmolen die vroe
ger in de cicoreifabriek op de
Oldegalileen stond. In de Vrije
Vries 45e deel staat er nog het
volgende van:
,,De rosmolen (houten snij-
raam Dit pand, de voormalige
cichoreifabriek werd in 1813
door Willem ter Horst aange
kocht en in 1819 geheel ver
nieuwd. (Eekhoff p. 291). De
fabriek is, nadat in 1916 (Oct.]
de voorraadschuur geheel uit
brandde, in 1917 geliquideerd.
De verblijfplaats van de fraaie
voorstelling van de Rosmolen is
thans onbekend".
Maar de verblijfplaats is thans
niet meer onbekend want an
ders had de heer Hoekstra hém
niet kunnen tekenen. Ik ver
neem dat ons huis (181) is af
gebroken en dat er een garage
is gebouwd. Is ook de fabriek
weg Dan ben ik net op tijd
geweest in een der eerste num
mers van het K. K.
Den Haag
Een Leeuwarder van 1891
SI Persoonsverheer
lijking
Met het ingezonden stuk van
mevrouw E. de Vrieze-van Keu
len kan ik volledig mijn instem
ming betuigen. Wat een non
sens, om eens een „mooie" foto
van een dronkenlap afgedrukt
te willen zien. Alsof dronken
schap al niet erg genoeg is.
Een dergelijke verheerlijking van
personen vinden we ook bij de
zg. stadstypen. Sommigen zullen
echt wel gezellige mensen ge
weest zijn, maar zijn die ande
ren de moeite van het noemen
wel waard Wordt de geschie
denis op een dergelijke manier
niet vervalst Als ik denk aan
een figuur als Hart, over wie
altijd zo aardig geschreven
wordt, dan moet ik weer den
ken aan die keer, dat hij zei, dat
hij geen zin had om te werken.
Hij was toen weer eens bezig
om de vuilnisemmers na te kij
ken. Als zo iemand te lui is om
te werken, hoeft hij daarom
toch nog niet zo in de publieke
belangstelling gezet te worden
Laat dan beide kanten van zijn
leven zien, maar geef geen een
zijdig beeld.
Oök de ophef over oud-burge
meester Van der Meulen („Zo'n
burgemeester krijgen we nooit
weer") riekt naar persoonsver
heerlijking. En dat hij zich er
op beroemt nog nooit gelachen
te hebben is nu niet bepaald iets
om trots op te zijn. Zoiets vind
ik eerder zielig.
Als je maar gek genoeg doet,
dan kom je wel in de krant en
zelfs wel voor de televisie (pro
vo Arjen Miedema en kornui
ten). Waar blijft nou dat hoog
geroemde boek van hem Of is
het niet vies genoeg
Leeuwarden P. G. MEINEMA
Zo'n ingezonden stuk krijgen
we nooit weer
Red. 't KI. Kr.
Allereerst een van de velen die
u had afgedrukt en een van de
nummers (ik kan 't me niet her
inneren welke dat was, daar ik
ze van tijd tot tijd naar mijn
zuster in Canada stuur), 't Was
een klein mannetje, wij noem
den hem altijd Jonny. Vaak
zag je hem in de LABO en stap
te hij dan deftig onderweg uit,
b.v. in Berlikum, ook zonder te
betalen. Dat was nu eenmaal
zijn privilege, waar hij natuur
lijk erg veel gebruik van maak
te.
Dan nog om even op ouwe Tiet-
sje terug te komen. Wij woon-
man die met een karretje met
petroleum liep Onze kinderen
noemen hem altijd „poepetsje".
Ik meende dat hij in de Noord-
vlietstraat woonde. We zagen
hem iedere dag de Ruyterweg
langs komen, we woonden toen
op de Bleeklaan. Hij was de
laatste porder en dat deed hij
nog bij sommige van z'n oude
klanten. Er was vaak een man
bij hem, naar ik meende, 't was
zijn broer. Dan nog last not
least „de kleine Bontekoe". Als
ik het wel heb woonde daar
toen een zoon van Moeke Verf
van Marssum. Die jonge man is
met een stormachtige nacht er
gens bij Oude Bildtdijk verdron
ken, ze waren wezen vissen. Hij
en nog een jonge man.
O ja, de foto welke in no. 54
staat. Dat grote huis is dat niet
dat waar Dr. Polman de homo-
patische dokter gewoond heeft
lammer dat m'n brief vol is.
Dus moet ik het hier voor deze
keer weer bij laten. Hulde aan
u en uw staf. Hopelijk mogen
We hebben de winter voorgoed achter de rug, de mooie dagen komen weer, de jeugd maakt
zich alweer op voor heerlijke buitenspelletjes. Dit is een plaatje van een ploegje echte Li-
wadder jongens van een dikke dertig jaar terug: vooruit jonges, trekke maar Zijn er le
zers die deze knapen herkennen Die gezellige dikzak met z'n alpinomuts kan zich bij de
redactie van 't Kleine Krantsje melden voor een gratis abonnement.
Australië
U zult u wel verwonderen weer
een brief uit 't verre Australië
te ontvangen. We kregen n.l.
weer enkele nummers van 't
Kleine Krantsje toegestuurd
waar zoveel interessante dingen
in staan, dat ik beslist niet kan
nalaten u weer eens een paar
letters te doen toekomen,
't Is ons nog altijd een waar ge
noegen ze te lezen en boven
dien zonder leesgeld te betalen.
Wie is zo gelukkig. Ze maken
de verre reis naar hier, wij le
zen ze met veel plezier en dat
alles voor niets
Maar laat ik nu van wal steken.
den destijds in de Koestraat,
waar zij vaak kwam te zingen
en soms niet al te nuchter was.
Dan zong zij uit volle borst:
„Die wacht am Rhein" en sloeg
de maat met een dikke stok op
de heg, die voor aan de straat
stond. Maar ook vaak was er
toen een jonge vrouw met twee
kinderen in een kinderwagen.
Zij liep ook te zingen, meestal
liederen uit de bundel van Joh.
de Heer. Maar owee als er een
agent in de buurt was, dan was
ze meteen verdwenen zonder
geld te hebben opgehaald, wat
haar denk ik dan een dikke strop
opleverde.
Ik heb later niets meer over haar
gehoord. Ook hoorden we vele
sterke verhalen over Jentsje Tit.
Een er van werd altijd met veel
bravour verteld. Hij moest dan
in z'n jonge jaren vaak voor een
dubbeltje op de kop gestaan
hebben en nog wel op de leu
ning van een van de bruggen
op de Voorstreek 't Werd voor
waar verteld, maar als het waar
is, ik betwijfel het.
Kent u wel die kleine dikke
wij hier nog lang van uw blad
genieten.
Mrs. S. VAN EK
Fijn dat u zo van 't Kleine
Krantsje geniet Een buiten
lands abonnement kost maar
f 7,50 per jaar.
Red. 't KI. Kr.
SI Oud Panwerk
Wij lezen met groot genoegen
't Kleine Krantsje, wanneer on
ze familie die oversturen; in uw
blad van 5 oktober vroeg u om
een foto van het Oud Panwerk.
Ik heb hier een foto, maar het
is een oude die ik van moeder
heb gekregen.
Wij hebben onze kinderjaren
daar doorgebracht; ik denk dat
er acht van onze negen kinde
ren op het Panwerk geboren
zijn. Us Heit had een koemel-
kerij daar en het was een lust
hof voor de kinderen daar te
spelen. Wij wonen sinds 1928 in
Amerika, zijn drie maal terug
geweest in Friesland, in 1949
zijn we nog op het Panwerk ge
weest, toen woonde Wopke
Bergsma er nog geheel alleen. In
TELEFOON 2 3 4 3 4
STANDPLAATS STATION
Ook telefonisch te ontbieden
voor stads- en buitenritten
1965 was alles verdwenen en al
lemaal flats daarvoor in de
plaats. Mijn man is ook een
echte Leeuwarder, vroeger bij
de post.
St. Petersburg Florida
TRIJNTJE BEEL-MELLEMA
IS! Magere kleermaker
Met belangstelling lees ik steeds
't Kleine Krantsje, waar vaak
zulke aardige dingen van oud
Leuwarden in voorkomen. Ik
wilde eens iets vertellen over
mijn geboortehuis in de Grote
Hoogstraat 24, nu bewoond door
de groothandel Wyers. Dit huis
was vroeger van de gemeente en
mijn ouders hebben daar jaren
in gewoond.
Op verzoek heb ik dit vanmor
gen eens mogen bezoeken, maar
het is helaas voor mij bijna on
herkenbaar verbouwd. Het is nu
niet meer van de gemeente maar
was en is een kast van een huis
met grote steeg er naast en bij
zonder grote en mooie tuin.
Het aardige is dat toen de Nieu
we Toren in 1887 werd afgebro
ken (jaar van mijn geboorte)
deze klokken door de steeg naar
de achterkant van de tuin zijn
gebracht en zo maar op de los
se grond neergezet. Er was één
zéér grote klok en vijf kleinere.
De eerste hangt nu parterre in
de Oldehove en de vijf klokken
liggen in de kelder van het ge
meentehuis. Deze klokken wa
ren altijd onze trots tegenover
vriendjes en we gooiden er dan
stenen tegen aan om de klank
te beluisteren, we waren er zo
trots op en hadden het gevoel
dat ze van ons waren.
Later zijn er balken onder ge
bracht en kwam er een dakje
overheen. Een onaangename
verrassing was voor ons dat er
een stuk van die grote tuin werd
afgenomen om er een tehuis
voor daklozen neer te zetten
met ramen die opgezet werden
en met zware ijzeren stangen
beveiligd.
Dikwijls werden dronken straat
zwervers opgebracht en die
maakten dan vaak tot hinder
van ons, ontzettende ruzies.
Mijn vader ging dan wel eens
tot bij de ramen en riep dan
jullie moeten ophouden, anders
roep ik de politie, wat trouwens
ook meermalen gebeurde. Ik
herinner mij nog dat mijn va
der toegeschreeuwd werd: waar
bemoei jij je mee, magere kleer
maker; dit was namelijk zijn
beroep.
Leeuwarden W. J.
EERSTE FIETSER
VOOR
SCHARENSLIJPER
AANGEZIEN
In zijn zojuist verschenen Ge
schiedenis van Axel vertelt Dr.
J. Wesseling hoe een van de
eerste fietsers in Zeeland voor
een scharenslijper werd aange
zien. Een bericht uit 1888 luidt
als volgt:
„Vorige week kwam een reiziger
uit Rotterdam zijn clientèle op
St. Jansteen bezoeken. Niet zo
dra was hij bij zijn klanten of
spoedig kwam een vrouw aan
lopen met het verzoek hem te
spreken. Ze vroeg hem toen:
„Meneer, wilde gij mijn schaer
'n keer slijpen, z'es zo bot". De
reiziger, die voor een scharen
slijper werd aangezien, ant
woordde, op zijn tweewieler wij
zend: „Wel vrouwtje, ik ben
geen scharenslijper, dat ding
hier is mijn paard". De vrouw
bleef nog drie kwartier om „dat
vreemde ding" te zien werken.