'T KLEINE KRANTSJE t 'T KLEINE KRANTSJE BIERBROUWI LASTIGE KE GOEIE (STOK Ook dit punt van oud Leeuwarden is niet meer te vergelijken met de Oude Heerengracht, die gelopen heeft langs het Ruiter skwartiei hotel Amicitia. Het mooie bruggetje op de achtergrond is de Paar We vervolgen vandaag het verhaal van onze medewerker, de heer J. Hoekstra over Jong Leeuwarden: Leeuwar den uit de tijd, toen het door samenvoeging van de buurtschappen Nijehove, Hoek en Ol- dehove ontstond. In nummer 64 van 't Kleine Krantsje werd het verhaal afgebroken toen hij sprak over de stadsgracht bij de Hoeksterpoort. De gracht zelf buigt bij de Voorstreek zuidwaarts tot aan de Tuinen, volgt deze tot de Tweebaksmarkt en zo langs de ze gracht naar de Weaze, langs Weaze met „Brolbrêgge" linksaf langs de Kelders en Nieuwe- stadsgracht tot voorbij de ge noemde Herensociëteit. Zo zaten ze er dus warmpjes in. En wie weet had men in het zelfde jaar van bet gereed ko men van dit project, de heel Friesland onder de voet lopende benden van Albrecht van Beie ren buiten de deur kunnen houden, bad niet Heer van Cammingha de verrader uitge hangen. Doch toen deze Albrecht na twee jaar uit Friesland was ver dreven was men weer baas in eigen huis en Leeuwarden kon weer lustig verder werken aan zijn toekomst. Aan de hand van ons schetsje is goed te zien, dat bij het ver sterken der grachten geen reke ning is gehouden met de om liggende woongebieden Oldeho- ve, Nijehove, Hoek en heel in het zuiden het gedeelte waar Juwsma en Hania wonen, slin gert er maar zo'n beetje bij. Ge durende het eerste kwart van de 15e eeuw is men er echter al sterker van overtuigd dat een samenvloeien tot één Groot Leeuwarden in ieders belang is, temeer daar elk van de delen als vanzelf tot elkaar zijn ge groeid. Samenvoeging In 1426 heeft deze samenvoe ging z'n beslag gekregen. Wij kunnen het ons nu moeilijk in denken dat men daarvoor een verzoek had in te dienen bij de Algemene Raden van Ooster- en Westergo èn aan de reeds ge vestigde steden uit die tijd. Doch er werd welwillend over beschikt. Wie het met dit besluit niet eens was, schrijft Mr. Algera, kon beroep aantekenen, waar van dan ook gebruik werd ge maakt. Wel was het in z'n staatsrechterlijke vorm in stand gekomen ,doch de feitelijke ver eniging stuitte op moeilijkheden, getuige de oorkonden uit '27, '32 en 1435, welke laatste de daad werkelijke vereniging bracht. Een van de gestelde voorwaar den was, dat 's winters alleen het in eigen stad gebrouwen bier mocht worden gedronken. De tegenstand blijkt dus niet van buiten af doch van binnen uit te komen en wel uit het brouwersgilde. Vanaf die' tijd kon men met mannenmoed beginnen aan een alles omsluitende verdedigings gracht-met-wal. Een reuzenkar- wei, doch het werd met waar elan aangepakt. De nu niet meer van dienst zijnde oude wallen werden geslecht, enige grachten gedempt, zodat er ruimte voor bebouwing vrij kwam, zoals aan de westkant van de Weerd, van de Twee baksmarkt en stille kant Nieu- westad. Het was in die tijd dat een begin werd gemaakt met de bebouwing van de andere zijde hiervan. De stille kant werd nu doorgetrokken tot aan het Bur- maniahuis, Bagij nestraat en Grote Kerkstraat werden ver lengd, waarmee de verbinding tussen Olde- en Nijehove tot stand was gekomen. Met het projecteren van de zuid- (dus „drukke") kant Nieuwestad had men het meteen echt groot steeds aangepakt: een behoorlijk ruim marktplein en ook verder een brede strook voor het ver schepen der aangevoerde goede ren. Er schijnt in die eeuw een betrekkelijke rust te hebben ge heerst. Niet alzo in de tweede helft. We lezen n.l. dat de stad weer werd versterkt, waarmee begonnen werd in r48r. Begonnen in de zuidoostelijke hoek, dus bij de tegenwoordige Kanaalsbrug werd in westelijke richting gegraven, recht door over het Zaailand, toen nog de zuidkant van de stad, en zo op het Schavernek aan. Toen het zover was moesten de spaden verwisseld worden voor spiezen: de vijand stond voor de poorten doch werd deze keer teruggesla gen. Het jaar daaraan volgende gingen de schoppen opnieuw de grond in. De Schieringers waren evenwel niet de enige vijanden. Een an dere en minstens even onbere kenbare was het vuur. Er waren in die tijd nog veel houten hui zen en de daken waren gewoon lijk met riet gedekt. Zo heeft in 1483 een brand, ontstaan in een pottebakkerij bij de tegenwoor dige Korfmakersstraat, zo'n om vang gekregen, dat meer dan tweehonderd huizen in vlam men opgingen. Doch we gaan terug naar het Schavernek. De gracht is door getrokken tot de ons bekende Westersingel, daarbij de Nieuwe- landsvaart snijdend (van welke vaart het grachtgedeelte langs het Schavernek nog een over blijfsel zal zijn). Dan via de Vrouwenpoort, rond de Olde- hove en de Prinsentuin (hoewel onze vroede vaderen toen van de prins nog geen kwaad wisten) en zo langs de Noorderweg op de Hoek aan. De Hoeksterpoort is bij die gelegenheid verhuisd vanaf de Nieuweburen naar de Noorderweg bij de Voorstreek Zoals op het kaartje uit om streeks 1550 blijkt, gaat het dan aan weerszijden van een keurig rond bordes (zoals ook bij de toenmalige Wirdumerpoort en Vrouwenpoort) naar de Ooster singel en verder langs de Oos- tergrachtswal naar het uitgangs punt. Oorzaak: drank Gemakshalve hebben we onze omgang maar in één keer afge maakt. In werkelijkheid heeft het er met dat stuk grachtswal nogal even om gespannen. Oor zaak De drank Ja, het bier zat de mensen hoog. Voorname lijk de heren brouwers. Zoals boven vermeld, hadden deze broeders bierbrouwers al tijdens de tot stand koming van de Stadsrechten tegengesputterd. Er was o.a. bedongen, dat er 's win ters alleen uit hun vaatje getapt mocht worden, waarop zelfs la ter een totaal invoerverbod ge volgd was. Er schijnt echter veel tegenstand van de z.g. vrijhan delaars geweest te zijn, zodat het verbod tussen r482 en '86 opgeheven werd. Zo gauw was deze periode ech ter niet afgelopen, of het brou- werssgilde wilde de oude rech ten weer in ere hersteld zien. Dat was in '87. En hierdoor laaide het altijd smeulende vuur weer zo hoog op dat het op een complete bieroorlog uitdraaide. We willen hierover niet in fi nesses treden, en alleen vermel den dat er bij dat oproer weer veel bloed gevloeid heeft. Dat de stad er jaren onder gebukt gegaan heeft kan mede afgeleid worden uit het feit, dat pas ze ven jaar nadien, in 1449 het laatste stuk gracht voltooid werd. Luchtfoto Liever laten we ons oog nog even gaan over het kaartje uit 1550. Want, hoe klein, het is zo fantastisch goed en scherp ge tekend, dat men denkt een luchtfoto voor zich te hebben. Niet alleen dat met een onna volgbaar vaste hand werd gete kend, maar ook, wat een voor stellingsvermogen, wat een zin voor verhoudingen, maar bo venal met hoeveel liefde en toe wijding moet dit werk gedaan zijn. Wie er een tijdje rustig naar kijkt begrijpt dat deze man een door en door verantwoord werk stuk heeft nagelaten. De kerken in hun verschillen in vorm en grootte, de huizenrijen meest scherp belijnd aan de straatkant, in- en uitspringend aan de bin nenkant al naar gelang van de grootte der woningen, hier en daar een blokje appart. De schuurtjes hier en daar ach ter de huizen, zelfs de indelin gen van de stukken grond bin nen de blokken, niets is hem ontgaan, al tekenend lijkt hij het hele stadsbeeld in z'n vol ledige samenhang voor zich te zien. Een stadspoort is maar niet zo een poortElke ingang heeft z'n eigen karakteristieke gebou wen. De molens. Je ziet het zo, het zijn geen bovenkruiers net als de latere, het blijken nog echte onderkruiers of z.g. stan daardmolens. Hij tracht zelfs aan te geven waar we bij de overbruggingen met een pijp of met een rechte brug te doen hebben, of ze breed of smal zijn. Het vierkant van het toenmali ge blokhuis moeten we niet ge lijk denken aan de ons bekende gracht om de gevangenis. De buitenkant van die gracht be sloeg ongeveer de Oosterstraat tot bij de Tweebaksmarkt, maak te daar een bijna rechte hoek om zo aan de zuidkant weer bij de buitengracht aan te sluiten. Dat we ook hier een molen aan treffen zal zijn omdat de hand langers van de bezetters, waar over straks meer, zich hier te gen mogelijke overvallen van de bevolking konden verschansen en ze dus in tijd van nood niet direct verstoken waren van meel. Stevige muur Dat er een stevige muur rond hun eilandje gemetseld was, laat de tekenaar ons duidelijk zien, met drie gesloten gevechts torens compleet. Wat hier ook goed te zien is: buiten de uit het water opgetrokken muren rond het „blokhuis" is er nog nergens een uit steen gemetsel de bewailing langs de stads grachten. Dat op de tekening de belijning langs de grachten zo onregelmatig is, hoeft stellig niet op rekening van een on vaste hand te komen. Kijk er de huizenblokken maar op na. Doch het waren alle nog aarden wallen, ruw en onregelmatig en de tekenaar zou het, secuur als hij was, niet in z'n hoofd ha len, daar scherpe lijnen langs te gaan trekken. Hij moet wel een Toen het water langs de Eewal nog niet was gedempt: een fantastisch plaatje van het goede oude Leeuwarden. Schapen, koeien, alles loopt maar gewoon op straat

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1967 | | pagina 6