BUURTFEESTVREUGD IN VROEGER JAREN
Cid Jouftdt
my[
*T KLEINE KRANTSJE
4
Lezers klommen in de pen
't Kleine Krantsje
Eigenlijk moesten veel meer
mensen abonnee worden op 't
Kleine Krantsje, want alleen de
rubriek „Lezers klommen in de
pen" brengt een massa mensen
weer in contact met oude vrien
den en bekenden en waaraan
men zeer veel genoegen kan be
leven.
Zo heb ik nu dat bijzonder aar
dige stukje gelezen van me
vrouw T. de Jonge—Prenger. Een
paar maal heb ik het opnieuw
gelezen en heb er van genoten,
ook al omdat 't een oude be
kende van mij is. Je vraagt mij
Tilly, of ik 't nog weet, dat we
„Robbedoes" en 't vervolg daar
op „Najaarsstormen" speelden
voor Ten Kate.
Nou of ik 't weet. Dat was een
gezellige tijd in de jaren r930-
1940. En wat zijn we vaak met
die stukken de boer op geweest.
Ons aller vriend en betrouwbare
Kobus aan 't stuur, Wibo Kin
dermans maar bakken vertellen
en wij bijna stikken van 't
lachen. Dat was een genotvolle
periode.
En als jij dan op 't toneel dat
bekende plaatje van Luciene
Boyer draaide, n.l. „Parlez moi
d'amour" en daarbij zong, dan
was ik meestal achter de scher
men te vinden om daarnaar te
luisteren. Want jij was geweldig
in die rol van „Robbedoes". En
de Franse taal ging je ook goed
af, maar ja, per slot van reke
ning had jè ook diploma H.B.S.
Ik hoop van harte Tilly, dat 't
je gegeven moge zijn nog meni
ge bijdrage voor 't Kleine Krant
sje te leveren. De hartelijke
groeten, ook voor je familie van
je vriend
M. KAASTRA
Si Straatventer
De straatventer, van wie u een
foto afdrukte in 't Kleine Krant
sje nummer 66 is niet de heer
Krikke van de Weg naar Cam-
buur, zoals de heer Schoffel-
meer uit Wesel veronderstelde,
maar de heer J. J. van Lingen.
De foto is ook niet gemaakt in
de Paul Krugerstraat, zoals de
heer Schoffelmeer dacht, maar
in de Bothastraat en wel om
streeks 1926, 1927.
Leeuwarden VAN LINGEN
SI Van praat komt praat
In no. 64 kwam onder boven
staande titel een verhaaltje voor
van een veekoopman en een
„bollerinster". Toen ik dat zo
las, moest ik ineens weer den
ken aan wijlen mijn vader, die
mij meermalen een soortgelijk
verhaal heeft verteld, al betrof
dit dan slechts één persoon die
er bij betrokken was en het
voorval heeft zich afgespeeld in
de vorige eeuw.
Bedoelde persoon die een klein
boerderijtje had onder Tietjerk
en die overigens een zeer eer
zaam en gelovig burger genoemd
mocht worden, had ook de ge
woonte om vrijdags ter markt
te gaan en dat ging dan in „pon
tificaal", n.l. in Fries costuum,
hoge hoed, kuitbroek etc. Van
een openbaar vervoermiddel
werd geen gebruik gemaakt en
lopende ging het dan door de
landerijen via Ouddeel (over de
vaart, waarover een brede plank
lag, een z.g. „draai") Schilkam
pen, Vliet en zo naar de markt.
Wanneer de handel op zo'n dag
wat goed was verlopen, had dit
tot gevolg dat er nog wel eens
een „slukje". te veel werd ge
consumeerd.
Op een zekere vrijdag is het nu
gebeurd, dat er wat al te veel
aan „,Bachus" was geofferd en
dat Oeke (zo heette hij) het
toch nog zover had gebracht
dat hij uiteindelijk voor de
„draai" kwam te staan en nu in
moeilijkheden kwam, daar de
plank niet zo breed was en hij
in zijn benevelde toestand niet
graag in het water terecht wilde
komen.
Toen hij daarover stond te mij
meren en hij toch naar huis
moest, kreeg hij plotseling een
ingeving. Zijn hoed afnemende
en de handen op de borst ge
kruist, richtte hij zijn blik ten
hemel en sprak met een enigs
zins onverstaanbare stem: „Heer
help mij" en met een korte aan
loop liep hij op de plank af en
stormde er als 't ware overheen,
met het gevolg dat hij zonder
enig letsel de overkant bereikte.
Gedachtig aan dit gebed en ge
zien het resultaat, keerde hij
zich om en naar de overkant
ziende, nam hij wederom zijn
hoed af en de ogen ten hemel
gericht sprak hij in zijn eigen
taal: „It hoecht net meer, Oeke
er der al". De hulp waarom hij
in zijn eerste nood had gevraagd
was nu niet nodig geweest.
Leeuwarden PeVe
Snorrewiets
Bij een verjaardagsfeestje en
mooie verhalen uut de ouwe
tied bleken de meningen ver
deeld over Snorrewietske, of die
nog leefde of niet. Sommigen
zeiden, dat deze bekende Leeu
warder vrouw overleden was en
dat dit ook al in 't Kleine Krant
sje had gestaan, anderen hielden
stijf vol, dat Snorrewietske nog
wel leefde, maar ergens in Hol
land woont, Apeldoorn of zo.
Er is voor de aardigheid een
klein weddenschap je afgesloten
en de afspraak was dat het
Kleine Krantsje maar moest ver
tellen wie gelijk had - is ze dood
of leeft ze nog
Snonewiets, Sijtske Dijkstra,
voor de Burgerlijke Stand,
is in de zomer van 1964 in
een ziekenhuis in Utrecht
i«!
.T -1 'I;
SNORREWIETS
overleden. Inderdaad heeft 't
Kleine Krantsje een uitge
breide reportage aan Snorre
wiets gewijd - die heeft ge
staan in het Sinterklaasnum-
mer van 1965. In 1956, na de
dood van haar tweede man
(Jacob Mink) verhuisde Snor
rewietske van Leeuwarden
naar Amersfoort, waar ze een
plaats kreeg in een tehuis. In
de laatste jaren van haar le
ven verbleef ze in een in
richting in Soest. Snorrewiets
is begraven in haar geboorte
stad,- haar stoffehjk overschot
rust op de Noorderbegraaf
plaats in Leeuwarden.
Red. 't KI. Kr.
De Nieuweburen
Wat een prachtige voorplaat in
't Kleine Krantsje van de oude
Nieuweburen, zowat zestig jaar
geleden. Direct ben ik getogen
naar dit oude stadsgedeelte hoe
het er nu uitzag; vele huisjes op
de foto van het Kleine Krantsje
zijn verdwenen en van sommi
gen zijn pakhuizen gemaakt. Als
je van de historie houdt zoals
ik en velen gelukkig met mij,
gaan je gedachten heel ver te
rug. Dan doemen voor je op d(
gezellige kamertjes waar ooi
mensen hebben gewoond mei
hun dagelijkse zorgen en strijd,
maar- ook met hun vreugden.
Je staat in deze gedachten ver
zonken, totdat je je realiseert
dat we in 1967 leven en je niet
in een gezellige woning staat,
waar de koffie op een petrole
umstelletje staat te pruttelen,
maar een kaal pakhuis voor op
slagplaats van meubelen.
Van de mensen die daar ge
woond hebben in de tijd van de
foto in het Kleine Krantsje, zijn
velen niet meer in leven. Maar
op .mijn sneuperstocht op de
Nieuweburen ontmoette ik nog
een oude bewoonster die in 1900
geboren is op de Nieuweburen
en nog altijd in hetzelfde huis
woont. Het is mevrouw Broek
man van no. 20. Direct heb ik
mevrouw Broekman gevraagd
wat voor vehikel het zou kun
nen zijn wat er staat voor pand
9. Ze wist het niet zeker, maar
ze dacht dat het toebehoorde
aan Heine Hopman van beroep
blauwverver, hij woonde op no.
5. Zijn huisje is niet zichtbaar
op de foto in 't Kleine Krantsje.
De foto begint met het huisje
voorzien van luiken (no. 7) waar
het ouwe wiefke loopt en het
droogrek voor de deur staat Wie
het ouwe wiefke was, wist me
vrouw Broekman niet. Mis
schien ging ze een kopje koffie
drinken bij de buurvrouw.
Verder lezen op pag. 8
OP EEN SCHUIT MET
MEST GEREDEN
Hedenmiddag omstreeks half
drie kwam een ledige vracht-
autg van de Fa. Cohen alhier en
bestuurd door een zoon van een
der firmanten vanaf het pak
huis op Camstraburen gereden.
Nauwelijks de hoek omgekomen
met het doel over de Noorder-
brug te rijden brak de stuur
stang. Het voertuig hield nu
door het aflopen van de weg
links aan; de bestuurder zag het
gevaar, remde met alle kracht,
doch de wagen had te grote
snelheid en reed door met het
gevolg dat hij kantelde en van
de wal tuimelde op een met
mest beladen schuit. De beide
inzittenden wisten spoedig de
cabine te verlaten en bleven op
de wal.
De auto stond schuin naar be
neden met de voorwielen in de
mest. De schipper die juist met
een kar mest naderde vreesde
dat de schuit zou kantelen, doch
ook dat gebeurde niet. Met den
kraanwagen van de R.A.M.I. ta
kelde men het voertuig weer op
de wal en naar het leek was de
materiële schade gering.
(Januari r93o)
'VWVWWWWW\AAAAAAA/\AAAAAAAAAAAAAAAAAArtAAAAAA/\AAAAAAAAAAAArtAAAAAAAAAAAA/\AAAAAAAAAAA
Een buurt, die een beetje buurt wou zijn, had vroeger op gezette tijden eigen buurtfeesten en zo mogelijk ook een eigen
buurtvereniging. Wie herinnert zich die buurtfeesten niet - onvergetelijke gebeurtenissen in de kindertijd Deze foto is
lang geleden op de Nieuweburen gemaakt van de Kindervereniging „Onze Jeugd" en die jeugd mocht dan wonen aan de
Nieuweburen en in „de omstreken". Onze Jeugd was opgericht in oktober 1915; ze bestaat nu al lang niet meer.