Sportclub Leeuwarden in het gou 7 KLEINE KRANTSJE In 1920 werd het eerste elftal van Leeuwarden kampioen van de derde klas van de Nederlandse Voetbal Bond, waarna promotie volgde naar de tweede klas. Dit is het team, dat voor deze mooie successen zorgde. Staande van links naar rechts: Joh. Nijdam, Kees Friso, Hanke Visser, Van der Zee, Di~k Steenbergen en Leen van Beek; geknield: Floris Tiemersma, Kramer, Nanne van der Heide, Gerrit de Groot en Anton Del Grosso. Het elftal wordt ge flankeerd door de heren Van der Heide, scheidsrechter (links) en Geert Sannes, grensrechter, rechts. Wanneer een vereniging vijftig jaar bestaat mogen de organisa toren van het jubileumfeest vaak al blij zijn, wanneer ze bij de feestelijke receptie althans nog een van de oprichters met een huldigend gebaar naar vo ren kunnen schuiven - meestal heeft de club alle oprichters overleefd en zijn het slechts de mannen van het tweede en derde uur, die bij zo'n gouden feest de bloemetjes buiten zet ten. Ook bij het jubileumfeest van de Sportclub Leeuwarden, die deze maand (de veertiende) pre cies een halve eeuw bestaat, zullen we veel goede vrienden missen, die er eigenlijk nog wel bij hadden moeten zijn (Jippe van der Duim, Floris Tiemer sma, Hanke Visser, Meindert Rinsma), maar toch zullen ook nog verschillende vooraanstaan den van het eerste uur het ju bileumfeest kunnen meebeleven. Geert Sannes, over de tachtig nu, maar nog altijd zeer en thousiast, zodra er maar over voetbal wordt gepraat, kwam een dezer dagen al even bij 't Kleine Krantsje binnenlopen met de vraag „of we er wel om dochten" en behalve deze voor zitter uit de kinderjaren van Leeuwarden zijn er nog meer stadgenoten in leven, die in de beginjaren van de vereniging binnen of buiten de krijlijnen actief zijn geweest: de Del Grosso's, Gerrit de Groot, de Schaafsma's, Leen van Beek en Dirk Steenbergen, om er zo voor de vuist weg maar een aantal te noemen. Zij allen kunnen nog verhalen van heel vroeger, toen de arbei dersjongens van dit Leeuwarden- in-oprichting letterlijk op een schoen en een slof met een ten- nisballetje voetbalden op het Oldehoofster kerkhof, dat toen ook al geen kerkhof meer was, maar dat toen ook nog niet be straat was, zoals nu. Daar, in het hart van de stad, aan de voet van de Oldehove, is Leeu warden ontstaan en bet merk waardige was, dat dit Leeuwar den blééf bestaan, dat de ver eniging bijzonder levensvatbaar bleek, dit in tegenstelling met zoveel andere verenigingen, die in de goeie ouwe tijd in de schaduw leefden van de grote voetbalvereniging Frisia. Het was immers een komen en gaan van kleine clubjes, waar aan veel ouderen van nu nog prettige herinneringen bewaren en die eens begonnen, zoals Leeuwarden in 1917 ook begon. Maar wat roemruchte buurt- clubs als Ajax, U.D.I., Stanfries, Sparta, Rood Geel, Hercules, Quick, Voorwaarts, La Vitesse, Hermes, Brinio, nou ja noem maar op, wat al die kleine ver- enigingetjes tenslotte niet was gelukt, dat lukte Leeuwarden wel: niet alleen kregen de jon gens uit de buurt van de Olde hove financieel de eindjes altijd maar weer aan elkaar, maar bo vendien bleven vriendschaps banden hecht in tact. Daarbij is het succes op de groene grasmat voor het voort bestaan van de vereniging bij zonder belangrijk geweest en op vallend kort was de tijd, die Leeuwarden nodig had om in, maar ook buiten de stad voor vol te worden aangezien. Nog geen drie jaar na de op richting kon Leeuwarden al van de Friese Voetbal Bond over stappen in de Nederlandse Voetbal Bond en toen de jonge vereniging nog maar net haar eerste lustrum had gevierd werd al de hoogste klas in deze NVB bereikt. Daarmee kwam Leeuwarden met het al veertig jaar oude Frisia en het intussen eveneens naar de eerste klas gepromoveer de Friesland op een lijn te staan en later zou blijken, dat de ge middelde prestaties van Leeu warden hoger moesten worden aangeslagen dan die van de beide andere stedelijke eerste klas clubs. Weliswaar zag Leeu warden in die tijd geen kans, wat Frisia in 1925 wel gelukte, om kampioen te worden van deze noordelijke eerste klas, maar Leeuwarden heeft zich tot de intrede van het beroepsvoet bal altijd in de eerste klasse Een actiefoto uit de goeie ouwe tijd, toen Leeuwarden nog speelde op het sportterrein Sonnenborgh aan de Mr. P. J. Troelstraweg. Zou „Steentje" - Dirk Steenbergen - de ver dediging van Veendam hier weer te glad af zijn kunnen handhaven en dat kon helaas van Frisia en Friesland niet worden gezegd. Op het sportterrein Sonnen borgh is Leeuwarden nog enke le malen prettig dicht bij een kampioenschap geweest, maar altijd bleken de Groningse re presentanten Be Quick en Ve- locitas toch nog even sterker te zijn, terwijl, als we ons niet ver gissen, ook Veendam eenma rl met een neuslengte voorsprong op Leeuwarden als een trotce kampioen door de finish ging. De gewijzigde competitieinde ling deed Leeuwarden in het seizoen 1956—1957 in de nieuw gevormde tweede divisie belan den, een omgeving, waarin de intussen zeer groot geworden roodwitte vereniging uit de Friese hoofdstad eigenlijk niet bleek thuis te horen; met vier punten voorsprong op Rheden werd Leeuwarden hier onmid dellijk kampioen en dat bete kende na de kampioenschappen uit de kleuterjaren voor Leeu warden het eerste grote kampi oensfeest in haar hele bestaan Het verder doorgevoerde semi- beroepsvoetbal heeft Leeuwarden later wat uit de publieke be langstelling vandaan getrokken: de roodwitten verkozen ama teurs te blijven en veranderde hun voetbalvereniging Leeuwar den in Sportclub Leeuwarden en er kwam met Cambuur eer. nieuwe vereniging, die als be roepsclub uiteraard meer aan dacht krijgt dan het amateuris tische Leeuwarden. Dat betekent niet, dat de prach tige Sportclub Leeuwarden mee al haar elftallen, met al good will, met alle die zij bij zovelen ge moment geen extra aandacht verdient: de Sportclub Leeuwar den is een monument voor onze stad - bij dit memorabele jubi leum gaan onze vriendschappe- lijkste gedachten naar haar uit.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1967 | | pagina 10