NU AAN DE SLAG IN AMERIKA
J. A. S. HEEGER
F.POPMALzn.
Restaurant SCHUYT
Sneu
TELEFOON VOOR:
1 KLEINE KRANTSJE
Uit goed voor U
MAKELAARSKANTOOR I r~ ir IVI AA I ,7 11 LEEUWARDEN
Voor de verkoop van uw WOONHUIS - TAXATIES - HYPOTHEKEN - ASSURANTIËN
Lezers klommen in de pen
Van der Beek
Gister ontving 't Kleine Krantsje
No. 20. Naar aanleiding van de
foto van de voetbalvereniging
Leeuwarden, meen ik dat u zich
vergist in de naam van Leen van
Beek. Dit moet volgens mij zijn
mijn oom Piet v. d. Ven, thans
wonende in de Compagnon
straat te Heerenveen.
Deventer H. G. K. VAN
BELZEN—TOPMA
Het spijt ons, maai u ver
gist zich: het is Leen van dei
Beek en niet Piet van dei
Ven. Op de leceptie van de
Spoitclub Leeuwarden, zater
dag in de Haimonie, hebben
we het de heer Van der
Beek op de man af gevraagd.
Natuurlijk bin ik dat" zei
hij. „Wie andes t" Dus, van
daal.
Red. 't KI. Kr.
SI Sytze en Maaike I
Wat een fijn verhaal van Sytze
en Maaike Wij zijn er vroeger
wel met de boot geweest en
hebben er zelfs wel thee ge
dronken. Heel aardige mensjes,
maar wel apart. Ik herinner me
dat Sytze wel vertelde van zijn
prijzen, die hij met zeilen zou
hebben gewonnen. Daarvan heb
ik niets gelezen in uw verhaal.
Leeuwarden
Mevr. J. WIERSMA
Tja, we hadden het verhaal
over Sytze en Maaike nog
wel twee maal zo lang kun
nen maken. Inderdaad heeft
Sytze in z'n jonge jaren wel
aan Zeilwedstrijden meege
daan en hij heeft wel prijzen
gewonnen ook. Wat dit be
treft bent u dus niet door de
oude baas bij de neus geno
men.
Red. 't KI. Kr.
SI Sytze en Maaike II
Het artikel over Maaike en Syt
ze uit het Prinsenhof interes
seerde me erg. Ik had nog wel
willen weten hoe oud Maaike
en Sytze eigenlijk zijn gewor
den, ik meen, dat u dit niet in
het stuk hebt vermeld. Is dit u
ook bekend
Leeuwarden A. v. d. HEIDE
Sytze is geboren in i8si en
hij overleed in 1933, hij is
dus knap oud gewoiden na
dat piimitieve leven onder
moeilijke omstandigheden.
Maaike werd in 1833 gebo
ren en stierf in 1924, zij werd
71 jaar.
Red. 't KI. Kr.
Sl De Staande Pendule
Er hebben zeker zo voor en na
al heel wat bijnamen van be
kende Leeuwarder typen in het
Kleine Krantsje gestaan, maar
de mooie bijnaam van De
Staande Pendule ben ik nog
nooit tegengekomen. Weet u
wel wie dat was
Leeuwarden A. SMIT
Wij hebben een notitie in
onze documentatie van de
Liwadder bijnamen, die zegt
dat De Staande Pendule de
vadei van Jentsje Tit is ge
weest, maai daai zijn we
niet zeker van. Een andere
notitie zegt, dat de Staande
Pendule de vrouw was van
de biugwachtei van de trap-
kesbrug bij de Noordvliet-
straat.
Die stond altijd met de han
den in de zij: net een (staan
de) pendule De man van
de Staande Pendule, de brug
wachter dus, droeg de zeer
fraaie bijnaam van Lappen
omme buse. Lappen omme
buse droeg een bioek, die
ontelbare malen was ver
steld, „het was één lappe-
troep" staat er op het kaart
je, dat we van deze heer in
onze documentatie hebben.
Red. 't KL. Kr.
Het formidabele complex van
gebouwen, fabrieken en hoog
ovens van de „Canadian Pacific
Railway Cy" in Montreal maak
te op mij een machtige indruk.
Geweldig was de oppervlakte
van het emplacement, dat door
een hoge ringmuur was omge
ven. Verscheidene poorten gaven
toegang tot dit grote terrein.
Hier werkten ruim tien duizend
arbeiders.
Een eigen politiemacht hield
scherpe controle op dit leger
van werklieden. Gedurende de
schafttijd hoorde men in de
werkplaatsen zoveel verschillen
de talen, dat geen wereldstad in
Europa er in intemationaliteit
mee zou kunnen wedijveren.
Naar deze fabriek begaf ik mij,
op de afgesproken maandagmor
gen, om hier te werk gesteld te
worden, gewapend met een gro
te zaag en hamer. Bij mijn
komst, aan de mij bekende
poort, werd ik verrast door een
groot aantal wachtende mensen,
ook voorzien van hamer en
zaag.
Het hek was weer gesloten en
twee agenten stonden aan de
binnenkant. Mijn Afrikaanse
vriend zag ik.niet. Ik drong me
door het volk heen en verzocht,
in mijn „Engels", aan de dien
ders toegelaten te mogen wor
den, waarbij ik maar te kennen
gaf dat ik vrijdag al, als werk
man was aangenomen. Maar ik
kreeg te horen dat ik moest
wachten. We zullen er zeker
wel een uur gestaan hebben,
toen het hek open ging en de
massa werkzoekenden, weer ver
schillende zonen van vele vol
keren, opdringerig zich naar
binnen werkten. Allen begaven
ze zich, zo haastig mogelijk,
naar hetzelfde kantoor waar ik
mij de vorige week had ver
voegd. Daar wou ik maar direkt
het kantoor binnengaan, maar
een agent verbood me de toe
gang. Wachten was dus ook hier
het parool. Door de agenten
werden we nu vóór het kantoor
in twee lange rijen geplaatst en
zo in het gelid duurde het ook
hier zeker wel weer een uur
voor de kantoordeur open ging
en de mij al bekende Ameri
kaanse heer met een klerk zich
vertoonden.
De werkgever ging de man
schappen één voor één monste
ren en stelde daarbij wat vra
gen. Af en toe reikte de klerk,
ALKMAAR - Stationsplein J. de Jong
al een schuldenlast van veertien
dollars, zes aan de spoorwegen,
drie aan de Transvaalse Boer en
vijf aan een klerk van het emi
gratiekantoor van het „Leger
des Heils", die zo vriendelijk
was geweest, mij deze som te
lenen. Dit alles tesamen geno
men, laat zich mijn spanning
wel duidelijk begrijpen en om
nu, in mijn vertelling eerlijk te
blijven, moet ik hier dan ook
zeggen dat ik als een blad aan
de boom trilde toen de baas,
met het uitzoeken van werk
krachten, aan mij toe was.
Hij nam mij vluchtig op en
vroeg iets in 't Engels, juist weer
woorden die ik in mijn leer
boekje nog niet was tegengeko
men. Mijn antwoord, ik zag het
duidelijk, voldeed niet aan de
eisen. M'n verschijning, niet
groot van stuk, tenminste nog
al afstekend bij velen in de tij,
was ook niet in mijn voordeel.
Ik trachtte hem nog in een men-
Oude, maai nog zeer
kiasse stadgenoot van vijf
en negentig: „Je kanne
wel van plan weze hon
derd te wudden, mar dan
is 't toch wel verdomd
sneu as je er tussenuut-
kniepe op je negen en
negentigste
gelmoes van Engels, Hollands en
Fries, er aan te herinneren, dat
ik al eerder met hem had ken
nisgemaakt, maar ik was nog
lang niet aan het eind van mijn
latijn, toen de baas al weer een
paar man verder was opgescho
ten. Een tweede „knock-out?
scheen hiermee een feit te z'.in
geworden.
Daar de afgewezenen zich niet
dadelijk verwijderden, bleef ook
ik nog een poosje in droefgees
tige stemming achter. Al^ wach
tende had ik nog wat hoop dat
zich alles nog ten goede zou
(Verder lezen op pag. 8]
nadat hij de naam had gevraagd,
een kaartje aan iemand uit. Ik
begreep hieruit, dat zo'n man
dan was aangenomen. Grote
stevige kerels, die Engels ken
den, schenen de voorkeur te
hebben.
Terwijl ik m'n beurt in de rij
afwachtte en de gang van zaken
in ogenschouw nam, begon ik
er sterk aan te twijfelen dat
men mij al dadelijk als werk
man had aangenomen die laats
te vrijdag. Het drong nu tot mij
door dat men misschien bij het
aanwijzen op de kalender, mij
alleen te kennen had gegeven
om, voor het aanvragen voor
werk, deze maandagmorgen te
rug te komen.
De onzekerheid, hoe het nu nog
zou komen, maakte mij nogal
zenuwachtig en in zo'n geval
was ik de kluts met mijn En
gels helemaal kwijt. Daar kwam
nog bij, de gedachte aan de
moeilijke positie waarin ik zou
raken wanneer ik geen werk
kreeg, daar de centen van „de
goeie emigrant" zo goed als op
waren.
In m'n kosthuis had ik gezegd,
dat ik al een aanstelling had
van de fabriek. Het vooruit be
talen van een week kostgeld had
men door deze zekerheid door
de vingers gezien. Ook had ik
Jan A. S. Heeger, Gymnasi
umstraat 14, Leeuwarden,
doelverdediger van de Voet
balvereniging Frisia van
1904 tot 1914.
Meneei Heeger, u bent vijftig
jaar geleden als voetballer in
het noorden een bekende figuur
geweest - hoe staat u nu tegen
over de voetbalsport, volgt u het
voetballen nog l
Nou en of: volgend jaar, 1968,
bestaat Frisia 85 jaar en van die
85 heb ik er meer dan 60 mee
gemaakt. In 1898 speelde ik al
JAN HEEGER VROEGER
voetbal, in Hermes voor de Am
bachtsschool. Daar zaten goeie
voetballers in, Hepkema bijvoor
beeld, maar dat Hermes is in
Frisia overgegaan. Ik krijg het
Frisiablaadje nog en 't Kleine
Krantsje natuurlijk, prachtig zeg
die stukjes van Backers en
Voordewind, de Commissaris,
en Peering, dat was een zoon
van de kantonrechter hier.
Maar ik heb een grote handicap,
ik moet me alles laten voorle
zen, dat is in 1942 begonnen
en langzamerhand is m'n
zicht minder geworden, nu zie
ik helemaal niets meer, maar ik
heb er geen hinder van, het
hoor moet het doen, als dat
maar goed blijft - mijn vrouw
leest me alles voor.
Hoe oud bent u nu 1
Vijf en tachtig.
Hebt u nog wel eens contact
met mensen, met wie u vroegei
hebt gespeeld i
Helemaal niet. Laatst ben ik nog
eens opgebeld, nou ja, ook al
weer een jaar of vijf geleden,
door een Frisiaan, ik weet z'n
naam niet meer, hij woonde in
Sneek en hij speelde rechtsbui
ten bij ons. Die jongen ging op
een stoomfiets naar alle wed
strijden buiten Leeuwarden.
Maar ja, wat wil je, Deibei,
Hepkema, Valkema, ze zijn al
lemaal dood. Bouwe van der
Meulen van de Emmakade, dat
is de enige die nog over is.
Bewaart u nog herinneringen
aan bepaalde wedstrijden l
Ach ja, we hebben eens tegen
Ajax gespeeld in Amsterdam.
Die wedstrijd wonnen we met
7-2. Dat was in 1910 met de
Noordelijke Zwaluwen. Maai
vergis je niet, toen zat Ajax nog
in de tweede klas.
Wat zegt u van Frisia van nu!
Frisia; man ik leef nog gewel
dig mee, iedere zondagavond
om half zeven luister ik naar de
uitslagen voor de RONO. En nu
is het gek, maar het doet je al
tijd weer even wat, wanneer je
dan hoort dat Frisia gewonnen
heeft. En dat zal wel zo blijven
ook
i
4