Uit het jonge Leeuwarden 3 'T KLEINE KRANTSJE Honderd jaar geleden begonnen eerste cursussen (VERVOLGVERHAAL) j. hoekstra RIJKS H.B.S. VIERT FEEST Van het gebouw van de Rijks Hogere Burger School aan het Zaailand in Leeuwarden wappert deze week het rood wit blauw van de Nederlandse vlag: het was zondag, de tiende september, precies honderd jaar geleden, dat de Rijks met haar cursussen begon. In de eerste dagen van deze jubileumweek is het feit van de oprichting al met sportwedstrijden herdacht, in de laatste dagen zal het jubi leum o.a. worden gevierd met een officiële herdenking op donderdag, een feest in de Harmonie op vrijdag en een groot slotfestjjn in de Frieslandhal op zaterdag. Vestdijk en Jan Slauerhoff, Ds. Jakob Kalma, Dr. Wassenbergh van bet Fries Museum, Jacob Botke, de bioloog en Prof. H. de Vos, de theoloog, Jan Charisius, de schaatsenrijder en de gebroe ders Hettema, de beeldhouwers, de professoren Maurits Troost wijk en David de Wied, enfin, te veel om ze allemaal te ver melden, want een werkelijk vol ledige lijst komt er natuurlijk nooit. In 1959 is het aanzien van de Rijks grondig gewijzigd door het optrekken van een nieuwe ver dieping op het gebouw; de huis vestingsmogelijkheden werden daardoor aanzienlijk groter, maar door het inmiddels weer sterk gestegen aantal leerlingen is er opnieuw een behoefte aan uitbreiding ontstaan. Nóg eens een verdieping op de school zal moeilijk gaan, maar met een aantal noodlokalen hoopt men alle leerlingen in de toekomst toch onder dak te kunnen hou den. Het aantal leerlingen, dat op die gedenkwaardige september dag in 1867 voor het eerst de nog gloednieuwe lokalen van de Rijks bevolkten, bedroeg 58, 36 leerlingen in de eerste klas, twaalf leerlingen in de tweede klas, drie leerlingen in de derde klas en zeven zogenaamde vak leerlingen, die slechts bepaalde lessen volgden. Nu, in dit jubi leumjaar, zit het aantal leerlin gen, dat de cursussen volgt, in de buurt van de 700 en met die cijfers is de groei van de Rijks H.B.S. in deze honderd jaar wel duidelijk geschetst. Goede naam Zonder enige overdrijving kan gezegd worden, dat de Leeuwar der Rijks H.B.S. in Friesland al tijd een goede naam heeft gehad en de school heeft zich bijna immer kunnen verheugen in een geleidelijke stijging van het aantal leerlingen. Van het op richten van de Christelijke H.B.S. in 1911 ging weliswaar even een concurrerende invloed uit en ook de crisisjaren gaven een duidelijke teruggang van het aantal leerlingen te zien, maar tegen het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog hep het leerlingental alweer omhoog en de jaren na de bevrijding gaven een geweldige toeloop te zien, niet in het minst ook door repatriëring van veel landgeno ten uit Indonesië. In de jaren '50 en '51 liep het aantal leerlingen weer even te rug, maar daarna volgde er een volledig herstel en toen de grens van 500 eenmaal was ge passeerd volgden er jaren met een leerlingental van tegen de 600, een rond getal, dat nu, in het jaar met deze feestvreugde, royaal werd gepasseerd, vooral dank zij een enorme toeloop van eerste klassers, die, nu de Brug- school is opgeheven, de Rijks letterlijk hebben bestormd. Flet totaal aantal cursisten, dat se dert het oprichten van de school werd ingeschreven kan op een 7500 worden geschat. Al die duizenden hebben de eindstreep niet gehaald, maar van de leerlingen die dat wel deden, verwierven in later jaren velen plaatselijk, landelijk of zelfs internationaal een beken de naam. Niet zonder trots hebben direc teur Dr. H. Ferwerda en leraar Drs. H. Tuin 't Kleine Krantsje een aantal van die bekend ge worden Nederlanders opgesomd: Mr. Klaas Bijlsma van de Fra- neker P.C., Ir. Albarda van de SDAP, Mr. Pieter Jelles Troel stra, Prof. Cleveringa van het Studentenverzet (1941), Simon De artikelenserie van onze medewerker, de heer J. Hoekstra, over het jonge Leeuwarden van de zestiende eeuw, werd de vorige maal afgebroken toen hij sprak over de molenaars in de stad. Vandaag vervolgt hjj zijn verhaal en hij blijft nog even buiten de poorten van de stad. Buiten de stad komen we heel wat bekenden tegen als huurder van een hoekje weiland, bak kers, timmerlui enzovoort. Geen wonder als je daar binnen nooit een groenteboer ontmoet. Maar ook nieuwe gezichten, waarvan je je afvraagt, waar woon jij eigenlijk. Wie weet, zijn dat enige van de veel omstreden vrijbuiters van het Vliet. Zo is daar een „lijndenslager". Even denk je aan olieslager en lijnolie, maar ook aan touwsla ger. Sprak men vroeger niet van lijnbanen Met nog in m'n achterhoofd het oude vertrouw de beeld van de lijnbaan bij het Oldehoofster kerkhof, had ik zo'n geval binnen de wallen al steeds gemist. Elke stad had er toch minstens een We wa gen het er dus maar op dat deze man touwslager was en hier zijn „affearen" had. Met het opknopen van misda digers (en daarvoor hoefde je in die tijd niet zo gek veel uit te halen) was de goegemeente stellig best vertrouwd; de stuk jes weiland rond de galg, op de galgefenne, werden net zo lus tig verhuurd als elk ander stuk ook. Nou ja, de koeien zullen er ook niet de minste "last van gehad hebben. Wij gaan maar weer naar bin nen voor er weer zo'n alom ge liefd volksvermaak los breekt. Nee, nog even stoppen bij het land van „Heilmoer". Zegt dat woord u iets We zullen het rustig kunnen vervangen door vroedvrouw. In de stad zijn er vier, drie genoemd als boven en een waar het „heil" vervangen is door de eigen naam. Ze ope reren gelijkelijk over de vier espels verdeeld. Hoe komt men aan zo'n woord U mag er over denken. Uiteraard heb ik dat al een tijdlang gedaan en u heeft het al gemerkt, als het niet om geld gaat mag ik graag een beet je speculeren. Het zal heel ge woon geweest zijn dat bij be vallingen bij de „mindere man" een of andere handige buur vrouw assisteerde, waarvan sommigen zich wellicht op werkten tot het meer of minder officieel beroep van „baakster". Doch het zal dikwijls voorgeko men zijn dat ze er geen licht meer in zagen en dat er bij an dere instanties werd aangeklopt; wat in de tijd van het nog offi cieel beleden R.K. geloof, de kerk, vertegenwoordigd door liefdezusters, zal zijn geweest. Mogelijk hebben dezen een spe ciale opleiding genoten. Zelfs is de veronderstelling gewettigd dat ze, of enigen van hen een zekere wijding hadden ontvan gen. Immers kan men zich ge vallen indenken, dat het leven van de moeder bij de baring op het spel stond of er mee ge moeid was. En men kon zich niets ergers indenken dan te sterven zonder de H. sacramen ten te hebben ontvangen. Verder zal men toen zo goed als later de opvatting zijn toegedaan dat in zulke gevallen het leven der moeder desnoods moest wijken voor dat van het kind. Wat ligt meer voor de hand dan dat zul ke vrouwen, welke op een ge geven moment zulke zware be slissingen moesten nemen, in uiterste nood de overigens al leen door de priesters e.d. ge geven sacramenten mochten toedienen. Moeder In het woord „moer" stak niets verlagends, het was volkomen identiek met moeder. Dus Heil- moeder, mogelijk een samen trekking van „Heilige Moeder". Zo kan dit woord zo ingebur gerd zijn geweest, dat in een tijd als deze, waar de banden met de kerk langzaam aan los ser waren geworden, de binding met de kerk voor velen aan 't (Vervolg op pag. 10) Dr. H. Ferwerda, de huidige directeur van de Rijks Hogere Burger School in zijn werkkamer

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1967 | | pagina 3