LAATSTE WANDELING DOOR JONG LEEUWARDEN VAN EEUWEN HER Prijsvraag Arend de Jong VEEL NIEUWS IN ONZEN TIJD SLECHTS VERBETERING VAN HET OUDE ADVERTENTIEBUREAU UW STATIONSKAPPER Geopend van 7.30 tot 18.00 uur UITVINDING VAN DE PARACHUTE 'T KLEINE KRANTSJE MAKELAARSKANTOOR F. POPM A Lzn LEEUWARDEN Voor de verkoop van uw WOONHUIS - TAXATIES - HYPOTHEKEN - ASSURANTIËN Graantje J. HOEKSTRA Deftig Stadstypen FENNO SCHOUSTRA'S PU B LI CITE ITS K A NTOOR LEEUWARDEN - VRED DE VRIESSTRAAT 1 - TEL 20302 i i Vandaag besluit onze mede werker ,de heer J. Hoekstra zijn relaas over het Jonge Leeuwarden, het Liwadden van enkele honderden jaren terug. De vorige maal be sloot hij zijn verhaal met te vertellen over een flinke za kenvrouw, nu begint hij z'n slotartikel met iets te zeg gen over een flinke zaken man. [Een dergelijk zakenman ont moeten we trouwens eveneens, [en dat is een Oeswalt koken- meester, of Oswalt koekenmes- ter. Herhaaldelijk komen we hem tegen in de stad; een huis je hier, een woninkje daar.... Nooit van die dure maar hij heeft ze toch maar; de man die bij grote partijen, gegeven door de stadselite het de gasten naar de zin weet te maken en ook zelf een graantje weet mee te pikken. Hij lijkt me niet zo'n jonge vrij gezel. Immers z'n bezittinkjes vertellen dat hij al langer dan twee dagen met de lange pol lepel in de soep heeft geroerd. Banken zullen behoudens die van „Ome Jan" oftewel de „lommerd" niet in zwang ge weest zijn. En koop je huizen voor je geld dan hoef je niet bang te zijn voor dieven. Nee, laat Oswalt maar schuiven. Wat we dan ook maar zullen doen. Of net in die tijd de grondslag is gelegd voor de Slotmakers straat In elk geval vinden we in M.e. één slotmaker, Harinck. Dat is dus gauw bekeken, waarom we doorgaan naar de cramers, kramers, cremers, of Kremers. Dat neemt Jan R. niet zo precies. Zoals hij trouwens veel vaker stuivertje verwisselen speelt met woorden en klanken. Soms wordt een zelfde naam op drie manieren gespeld. Laten we 't op „kramer" houden. Er zijn er welgeteld 9. We hoeven bij dit woord niet speciaal aan het ons bekende marskramer te den ken, al zullen er te oordelen naar het tamelijk grote onder ling verschil bij geweest zijn die reizend en trekkend hun hapje verdienden. Er zijn er eveneens onder, die een huis van VIII of meer bewonen èn in M.e. Onder de naam Kramer zullen alle kooplieden in „galanterieën Van onzen correspondent te Amsterdam, 27 September 1848 De uitvinding van de parachute heeft vroeger plaats gehad dan men denkt; men behoeft slechts het oog te vestigen op onze plaat. De beschrijving en af beelding daarvan vindt men in een werktuigkundig geschrift van Fausio Verangio, door hem in r6r7 te Venetië uitgegeven. Hij zegt daarover het volgende: Met een vierkant zeil dat op vier gelijke latten is gespannen, en aan zijne vier hoeken vier touwen heeft hangen, kan een mensch zich genist van een to ren of eene andere hoogte naar beneden laten vallen: al is er geen wind, dan zal de man die zich laat vallen, genoeg kracht aan lucht bijzetten om het zeil zooveel tegenstand te geven, als noodig is om hem langzaam te doen neerdalen. De zwaarte van het zeil moet naar evenredig heid der zwaarte van de man zijn". Deze soort van parachute is ze ker minder volmaakt dan die welke Gamérin gebruikt heeft, die zich bij zijne luchtreizen meermalen van zeer aanzienlij ke hoogten heeft neergelaten, terwijl hij zich in een korf be vond welke aan het linnen val scherm vastgebonden was en wel tot vijf-en-zeventig, ja soms negentig ponden ballast bij zich had. Het gebruik van het val scherm volgens onze plaat be staat echter toch tot het rijk der mogelijkheden. Men ziet der er veel nieuws in onzen tijd gevonden wordt, dat slechts eene verbetering van het oude is. e.d." kunnen worden onderge bracht. Twee boekbinders in heel de stad, één in M.e., Gouert, en ééntje in Hoek, Verbout, kun nen blijkbaar de reparatie van gelezen boeken en de vraag naar nieuwe wel volhouden met z'n beidjes. Wie zou er buiten de kloostermuren hier ook bar druk mee zijn En binnen die mu ren kwamen ze er stellig niet aan te pas. Even heb ik nog stil gestaan bij hun namen ,die er wat uit liepen tussen de overi ge: Govert, maar vooral de naam Verbout wijst dunkt me op Vlaamse afkomst. Je zou willen weten, wat deze mensen naar hier gebracht of wellicht gedreven heeft. Hier was het tamelijk rustig doch in het zui den grepen de inquisiteurs met niemand en niets ontziende beulshanden om zich heen van wege de hervormingsdrang. Er werd rond die jaren gemoord, verbrand, verdronken. En het boekbindersvak was uiteraard een gevaarlijk beroep voor hen die zich niet slaafs aan de kerk en haar uitspraken meenden te kunnen houden. Vlucht of voor posten voor verspreiding der „Nieuwe lere Dan nog een naam waar je te genwoordig geen weg meer mee weet, n.l. een Spoelman en ver derop een Mester Spelman, wat dunkt me een foutje van Jan is, doch op hetzelfde beroep wijst. Dat deftige handvat voor de vaknaam wijst alle gedachte aan iemand die zijn beroep maakt van spoelen van vaten of fles sen, af. Meteen denk je dan in dit verband aan onze Speel- mans- in de volksmond, Speul- mansstraat. Daar het oude „speul" dichter bij de waarheid is dan het vernederlandste „Speel" is vast. Waarom het er bij mij niet erg in wil dat we hier met een straat te doen hebben met allemaal muzikan tenwoningen. Wellicht zijn we er met spoel- of spoelenmakers dichter bij. Immers, dit zou zo'n wonder niet zijn met zo'n uit gebreid weversbedrijf. Na nog even tegen de kleine ruitjes van een van de zes. gla- zemakers te hebben getikt, ge loof ik dat we zo zoetjesaan de stad van Jan Rattelaar kunnen verlaten. Niet dat we nu alle beroepen gehad hebben. Maar toch wel zoveel naar ik hoop, dat we aan de hand van deze eenvoudige tijdgenoot enige prettige uren in de plaats onzer voorouders vertoefd hebben. Dat we op weg naar de poort nog wat stadstypen voorbij ko men, hoeft geen toeval te zijn, ze houden van de straat. Het zijn: de knottebroers, Grietje Onbeleefd, Witte Dirck, Jacob Faey en Trijn Thether. Ook nog de onontbeerlijke Dirck Stad- bode en bij de Hoeksterpoort groeten we als laatste Foppe Hoornblazer. [Vervolg van pag. 5) En nu dan de winnaar van de boekenbon van vijf gulden. Na tuurlijk heeft het lot hem, of beter gezegd haar moeten aan wijzen, want het bleek het brief kaartje van een dame te zijn, dat uit de grote hoed te voor schijn kwam: mevrouw T. van der Sloot-Herrema, Suriname- straat rr B in Leeuwarden wordt bij deze van harte gefeliciteerd; zij krijgt haar prijsje toege stuurd. (Vervolg van pag. 7) scherming. „Dat pensiongeld hielden ze van Arend z'n zak centen af' hoorden we van een broer van Arend. Daar in de Haniasteeg hebben ze wèl geweten dat Arend er was, maar ze hebben het er toch nog zes jaar met hem uitge houden - toen, in mei 1955, ver huisde hij naar het Tehuis voor Mannen „De Terp" in het Sint Jobsleen. Toen een familielid hem daar in februari 1956 zou bezoeken bleek hij juist ongevraagd en tegen z'n zin te zijn overge bracht naar een Tehuis in Voorst en de lotgenoten, die Arend er trof, waren niet alle maal van de beste soort. Toch ried zijn familie Arend aan zich daar „nou mar del te leggen", maar daar dacht hij niet aan: „Wat, ik mie dellegge hier, bij dit stelletje zuuplappen, wielst ik self nog nooit een druppel drank had hew De weerzin van de vrijbuiter De Jong tegen deze nieuwe om geving uitte zich o.a. zo nu en dan in krachtige slagen met z'n krukken tegen zekere lichaams delen van de zusters en zelfs toen men hem die krukken had ontnomen bleef het verplegend personeel nog doodsbenauwd voor hem. Tenslotte kon men Arend dan ook niet meer hand haven: van Voorst is hij naar een Tehuis in Drachten ge gaan. „Een heel moeilijk per soon" zeiden ze daar, „we bin- ne wat met hem an". Ook aan het verblijf in Drachten kwam spoedig een eind en via een Inrichting in Zuidlaren kwam Arend de Jong in Nieuw Toutenburg in Noordbergum terecht - en dat zou dan zijn eindstation zijn. Op de 21e juli van het vorige jaar is bqj daar, ge heel onverwacht, overleden - Arend de Jong was toen bij na vijf en tachtig jaar. Zijn beide honden, altijd goed verzorgd in het Dieren- asyl, waren toen al lang dood - tot hun laatste dagen is Arend naar htm toestand blijven informeren: „Hest oek wat hoord vanne hon Zien jim hem nog wel es advertentieplaatsingen in alle dag- en nieuwsbladen periodieken en vakbladen - advertentiecampagnes

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1967 | | pagina 9