Jongelingsvereniging: Wie staan er op? Uit de stads- kroniek van en dorps- Dr. Wumkes 7 KLEINE KRANTSJE Lezers klommen in de pen AANSTONDS NEGENTIG ■Si Liwwaddes De fraag van Prof. J. B. Aninga en metien fanne red. 't KI. Kr. in nummer 73 slaat bij mij de spieker pal oppe kop omdak daar self oel< nog al gauw us over nadocht hè. Tun eesten het ut mie altieten wat freemd an deen, dat Liwadden so faak met één w skreven wud, wat je dan folges mien begrip uutspreke xnutte as Liwadden, un uut- spraak diet mie gauw niet be paald leit. Mien oudes en grootoudes en ilcself, binnen geboren en geto gen Liwaddes, maar we spraken Liwwadders uut met de i, fan ik, gefolgd deur un oe. Temeen- sen as we ut uutdrukkeluk en langsaam seiden, maar as we ut un bitsje flug seiden furfiel de oe en klonk ut suwer as Liw- wadden. Je konnen oek altieten un lange of dubbele w hore. Alhoewel ut muskien niet he lemaal met gewone letterteekes klank-suwer is weer te geven, hou ik ut toch maar op Liwwad des. (Bekiek foor de adigheid de „200" skriefwiezen fan Liwad den in ut boek fan Wobke Eek hof us). De Liwaddes bruke feul minder faak de r as dat ur int Liwwad des skreven wud. B.v. derde sei- de we nooit,- altieten dèdde (met dere lettes wudde in 't Liwwad- de fan hè hè); b.v. ut dèdde huus fan dis kant af. Oek an- des faak overslagen, b.v. men sen is inne Liwwadder spraak meesen en gien meensen so as 't wel gauwes drukt wud. Dan bestaat oek 'de anduding Luwwadden, maar das naar mien beskeiden mening inport, omdat ut meest bruukt wud deur meesen uut andere plak ken so as Sneelc of Harlingen of deur meesen fan buten of deur sullie die niet fan Liwwadder afkomst binne. Toch komt de uutdrukking Luw, (spreek uut luu-oew) wel meer foor, b.v. bij un sent opgooien segge we al- tied kop of luu-oew. In ieder gefal hek un Liwwadder so nooit horen praten over Leeu warders of Leewarders in 't om- ÜPÜ gaan. 't Is spietig dat ut echte Liw waddes in disse tied adig fer- sloerd. Su hè je un heleboel woden, diet je hast niet meer teugen komme soas b.v. mekaar sitte tu hietfalgen, of bekantug op un ander weze, dur in om hoesere en moeite-piene. Foor theepot seiden we trekpot, dan hajje nog suks as koffieloodsje, haljetrawalje, droog skure en drie fandels jaar en al so wat meer. 't Komt wel gauw us foor, dat ut gedrukte Liwwaddes nog al wat afwiekt fan ut originele en ferskeidene woden gewoon ferwisseld wudde deur andere. Oek de t achter un wood wud faak futlaten, b.v. de man diet nooit wat dee. 't Liwwaddes is nauw ienmaal un spraak, gien taal of selfs gien dialect d.w.z. dat nafenant ut plak waatie inne stad woont, hij sien zinnen opbouwd. Deen seit b.v. 'k hè dur niks fan sien kannen, en dander seit 'k hè niet kieke kannen, maar tis beidegaar Liwwaddes. Froeger was ut ferslcil fan uutspraak tusssen de onderlinge stadsde len feul groter as teugeswoadig, want kweet nog best dat mien moeke opslag anne tongfal ho re kon of deen of dander op 't Vliet, oldegelein, houtstraten, wisjewaai, of hoeksterend woonde. Maar de tan fanne tied het suks al tieden antast, dat ut is nauw moeilijk meer uut te fienen. Muskien lewe dur nog ouwe meesen diet ut nog wel herin- nere kanne, maar ik betwiefel ut. Maar af fijn 't is niet anders, doch ksu wel graag wille dat, as ur us un echt stukje Liw waddes int Kleine Krantsje op- nomen wud, ast enigssins kan, dur wat meer ouwe en oor- spronkelukke Liwwadder wo den in foor komme want dat hoot toch oek bij 't doel waar naar we strewe Liwadden S. J. STRIJKSTRA De setter kiekt inderdaad wel goed uut, maar omdat alle Li- wadder stukjes weer anders skreven wudde, houdt hij er voor zover hij dat beoordele kan, één bepaalde setwiezeop na. SI Liwadders Evenals Prof. J. B. Aninga, is het mij ook al eens opgevallen dat u het woord Liwadders ge bruikt. Toevalligerwijze heb ik ook op het Vliet gewoond (Noordvliet slot) en werd nooit over Liwadders gesproken, ech ter wel over Leewadders. Vroe ger en dit kunt u natuurlijk ook in de lectuur terugvinden, sprak men van Luwarden. Ook onder de studenten werd dit heel veel gebruikt. Pieter Jelles Troelstra heeft ook nog een gedicht ge maakt in het Leeuwardens en luidt het 2e couplet als volgt: Adder dan ien fanne meiskes praat De meiskes die 't daar binne En tippele in Luwadden langs de straat Dan sil ik eerst beginne Rom bom de romers fol Dat binne lang gien minne De meiskes leve hopsasa in 't ouwe Leovardia Dit is het 2e couplet van het Leovardia-lied. Leovardia was de naam van de Studenten-Vereni ging in Leiden, waarvan alleen Leeuwarders lid konden zijn. Een van de artikelen luidde o.a. „De leden mutte oppe fergade- ring Luwards spreke. Zwanenburg J. M. SIETINGA SI Kop van Jut De kop van Jut bevindt zich op sterk water in de Universiteit van Groningen - ik heb hem daar zelf gezien. Het is een griezelig hoofd met wat rossig haar, om bang van te worden. Ook een vriendin van mij, die er werkt, heeft daar de Kop van Jut wel gezien. Leeuwarden N.N. Dit is een foto van „De Bijbel", een van de Leeuwarder afdelingen van het Nederlands Jongelings Verbond (of was het Jongelingen Verbond waarschijnlijk genomen in 1936 of 1937, toen deze afdeling vijftig jaar bestond. Slechts een van deze Leeuwarders konden we zo herkennen: de oud wethouder van Leeuwarden, de heer J. T. Vellenga - hij zit keurig op de stoel op de eerste rij, de tweede van rechts. Maar wie zijn al die andere heren Over de moordenaar Hen drik jacobus Jut schreven we enkele weken geleden een uitvoerig verhaal in 't Kleine Krantsje. Dat men de moeite heeft genomen z'n hoofd te bewaren voor het nageslacht wisten we niet. Misschien kunnen we nog eens een foto van hem ma ken. Een pasfoto dan. Red. 't KI. Kr. MARTEN SINNEMA Hiernaast een foto van Mar ten Sinnema, de oprichter van het eens zo befaamde muziekcorps De Patijntjes, die in december de fantasti sche leeftijd van negentig hoopt te bereiken. Marten Sinnema is geboren en ge togen in de buurt van het Hoeksterkerkhof; hij is een echte Leeuwarder, die inder tijd veel furore maakte met zijn vrienden-muzikanten. Van de oude garde van de Patijntjes is hij de enige, die nog in leven is. 1 - i§g§?l MM 1718 20 December J. Folkema, geboortig uit Dokkum, heeft gezichten uit Bolsward, Staveren, Sloten, Dokkum, Harlin gen, Franeker en Ijlst op koper gegraveerd. 1719 19 December Sjoerd Oenses te Ternaard wegens het verlaten van aangenomen percelen werk tot verzwaring van de dijk, wordt gestraft met veertien dagen water en brood. Hij zeide dat armoede en on vermogen om de arbeiders te betalen hem daartoe hadden genoodzaakt. 1720 11 Mei Marten Jacobs, huisman te Berlikum, wordt beschul digd in bijeenkomsten So- ciniaansche stellingen te hebben opgedischt, en dat hij op een Zondag na de catechisatie in de kerk den predikant iets had voorge steld over de toverij en na zulks zijne verwondering had betuigd van te hooren spreken van een Drie eenig God, waarvan niets in Gods woord werd ge vonden, dat de zoon van God nooit genoemd werd de Engel des Verbönds en niet bestaan had voor zijn geboorte uit Maria, en dat hij door deze en meer na dere redenen merkelijk on rust had veroorzaakt. Hij zeide, dat hij nooit een opvolger van Socinus maar altijd een voorstander der Doopsgezinde leer was ge weest, op verzoek van zijn buurman was meegegaan naar de kerk en zich daar aldus had gedragen. Het Hof veroordeelde hem tot een jaar verbanning en or donneerde om zich voort aan van dergelijke exces sen en ook van het predi ken te onthouden. 1721 23 October Overleden op zijn buiten te Oudkerk, Hobbe Baard van Sminia en begraven in de Westerkerk te Leeuwar den. 1723 18 December Haring Harings te Zurich wegens het stelen van ron gen uit de dijkspalen, ge straft met geeseling, brand merk en 7 jaar gevangenis straf. 1723 25 December De rijdweg Joure-Akkrum is tot stand gekomen door Johan en Philip Vegelin van Claerbergen en Reg- nerus Andringa, Grietman van Lemsterland. 1724 23 Maart Frederick Christiaan Vo vaandrig onder de lijfs compagnie van den Prins van Oranje, heeft verschil gehad in een herberg met een vaandrig capellaan, die zoo hij zeide, hem veel ge tergd en uitgedaagd had. Hij is met hem gegaan, naar de Wirdumerpoorts- dwinger te Leeuwarden, door zijn tegenstander met den ontblootten degen dei- waarts gedreven. Hijzelf werd gewond, de cappel- laan stierf aan een beko men wonde een half uur daarna. De ratelaars op het gevecht toeschietend, hebben hem achterhaald Hij is gestraft met vijf jaar verbanning. 1725 8 December Sybren Jelles, schoolmees- ster en collecteur te Bajum heeft de pachters wijsge maakt, dat de molenaar fraudeerde, en aangeboden dit te ontdekken, waarna dezen hem een premie be loofden. Hierop had hij huizinge twee zakken we ten te bezorgen. Hij is ge straft met geeseling en drie jaar tuchthuisstraf. 1726 18 Mei Joh. Antonius Walleé, af komstig uit een dorp bij Genua, die met falsche be scheiden geld bedelde voor zijn vader „als bij de Tur ken gevangen" en die om zijn hals een zware ijzeren ketting droeg is te Leeu warden gegeeseld en ver der gebannen.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1967 | | pagina 4