St. Jobsleen in volle glorie
T
ENAULT
gmg| I
OSIER
•T KLEINE KRANTSJE
dikzak
Lezers klommen in de pen
ISI Liwadders I
Naar aanleiding van het stukje,
waarin Prof. Aninga zich ver
wondert over het woord Liwad
ders, moet ik u eerlijk zeggen
dat het mij ook steeds vreemd
voorkomt. In mijn Leeuwarder
jeugd spraken we wel van
Leeuwwadders, maar nooit van
Liwadders. Wel kwam het eens
voor, dat er van Luwadders ge
sproken werd. Dat Liwadders
lijkt mij meer op gesprekken
bij de brug. U moet toch maar
eens nagaan, hoe dit in het
taalgebruik gekomen is.
Den Haag M. RUTGERS
IS Liwadders II
De vraag van Prof. J. B. Aninga
uit Eindhoven in uw nummer
73 onder het hoofd Liwadders'
en uw antwoord daarop geeft
mij aanleiding hierover enige
opmerkingen te maken. Ilc heb
nooit gehoord dat Leeuwarden
in de stadstaal uitgesproken
werd als Liwarden, maar steeds
als Leeuwwarden of Leewarden
wanneer men „deftig" wilde
spreken b.v. tegen een niet-in-
gezetene, of als Luwarden wan
neer men gemoedelijk onder el
kaar was.
In de Bloemlezing en overzicht
der stadfriese letteren door de
oud-Leeuwarder Prof. H. Burger
onder de titel „Avondrood", uit
gave Van Gorcum Comp.
N.V., Assen 1944 schrijft deze
in zijn voorwoord: „Luwardens
was de taal van mijn schoolja
ren". In het verslag van het on
derzoek dat de schrijver naar de
uitspraak heeft gedaan komt tot
uitdrukking, dat er altijd ge
sproken is van en over Leeuw
warden of Luwarden maar nooit
Liwarden.
Het is wel mogelijk, dat de uit
spraak langzamerhand iets ver
anderd is, maar dan zou dit
meer naar Lieuwarden leiden en
m.i. niet als Liwarden aange
duid kunnen worden. Geeft dit
laatste wel de de juiste uitspraak
weer, dan zou de vraag gesteld
kunnen worden: of de Neder
landse leeuw en de Leeuwarder
luw nu ook liw heten
Groningen F. J. DEMORéE
13 Niet duidelijk
Van kennissen hoorde ik van
het bestaan van het Krantsje,
evenwel zonder adres. Ik hoop
dat het blad zo beroemd is in
Leeuwarden, dat deze kaart zon
der adres op zijn bestemming
komt. Als oud Leeuwarder
(mijn vader was Dr. Jacob Bot-
ke) interesseer ik mij zeer voor
het oude Leeuwarden, dat ik zo
goed gekend heb, ook door de
verhalen van mijn grootouders.
Maastricht T. J. BOTKE,
tandarts
Hartelijk dank voor uw me
deleven. Maar één ding is
ons niet duidelijk: moeten
wij u noteren als abonnee 1
Red. 't KI. Kr.
3 De Camminghabrug
Als kind zijn mijn man en ik
beiden in Leeuwarden opge
groeid. Mijn man z'n vader had
een brandstoffenzaak aan de
Oostersingel en ik woonde in
de Willem Loréstraat en ben
daar opgegroeid. We zijn uit
Leeuwarden vertrokken en wo
nen, nu we ouder zijn, weer in
Leeuwarden.
U begrijpt: plaatjes van nieuw
Leeuwarden zeggen ons niets,
maar wel van oud Leeuwarden.
Meestal zien we direct waar het
is als er een oud plaatje in „Het
Krantsje" staat. Zo ook de brug
in aanbouw over het Vliet. Die
arbeidersbuurt van Willem Lo
réstraat naar het Vliet, kennen
we nog goed. Waar het wasgoed
in de bleek aan de lijn hangt,
woonde Hendrik v. d. Laan, de
groenteman. Hij is laatst 90 jaar
geworden en woont nu in bij
z'n dochter en schoonzoon in
de Willem Loréstraat. Op het
hoekje van 't Vliet woonde oude
De Ruiter in het winkeltje. Vlak
achter die werkketen, dus aan
de overkant van De Ruiter,
woonde een oud vrouwtje, dat
met een groentekarretje liep. 'lc
Herinner me nog 'dat de ouder
domswet er door kwam en ieder
oud mens van 65 jaar een be
drag van f 3,- per week kreeg.
Maar dit oude vrouwtje huilde
zo, want zij viel er buiten om-
ik dat men vroeger voor thee
pot, trekpot zei. Ik weet niet
heter of het was „treppot". Als
kleuter had ik een liedje geleerd
en ik zong (waar ik dan menig
nutske mee verdiend heb)
,.De knop van de deur is jaar
dag De spijkers die vieren
feest II De splinters beginnen te
dansen Dit is nog nooit zo ge
weest Mensen kom kijken
Alles doet mee De treppot en
het stoofke en de deksel van
de plee".
Wie weet er nog meer van zulke
mooie, gekke liedjes
Rotterdam T. BOER-SIJTSMA
13 Nieuw Duinkerken
Mijn man heeft mij verteld, dat
het hotel „Nieuw Duinkerken"
gevestigd Groot Schavernek 13
te Leeuwarden, als volgt aan
dien naam is gekomen. Verte
genwoordigers van de Duinker
ker kapers en de Hollandse
hebben daar op het Gr. Scha
vernek 13 eens vergaderd. Aan
leiding daartoe was, om tot een
overeenkomst te komen elkaar
op zee niet meer te enteren en
het huidige Technisch Bu
reau Cramm, Schavemek no.
7. Later verrees, eveneens
aan het Schavemek en wel
op nummer 13, een nieuw
logement, dat, ter onder
scheiding van (het oude)
Duynkerken Nieuw Duin
kerken werd genoemd. Het
nu nog bestaande Nieuw
Duinkerken kan dus niets te
maken hebben gehad met de
Duinkerker kapers. Maar hoe
de oude herberg Duynkerken
aan die naam gekomen is,
weten we niet. In 1759 heb
ben de Staten van Friesland
een equipage van 25 linie-
en fregatschepen uitgerust
om de koophandel en de zee
vaart tegen de kapers van
Duinkerken te beschermen.
Maar volgens onze gegevens
bestond toen de oude her
berg Duynkerken al lang.
Red. 't KI. Kr.
13 Peereboom
Met genoegen heb ik door een
mijner vrienden kennis gemaakt
met 't KL Krantsje. Alhoewel ik
geen geboren Leeuwarder ben,
Dit is nog een foto van het Oude Sint Jobsleen in volle glorie, maar toen dit plaatje werd
gemaakt - in 1930 - stond het al vast, dat deze buurt aan de voet van de Oldehove zou ver
dwijnen. „De entourage rond de Oldehove wordt gemoderniseerd en om de voet van den
dikken stompen toren zal alles anders worden" stond er toen in de krant. Nu is het met
het verdwijnen van deze buurt in de sindsdien verstreken kleine veertig jaar niet zo snel
gegaan en op dit moment staat er altijd nog een huisje van het Sint Jobsleen overeind -
dat is het woninkje, waarin tot zijn dood „Rooie Mienkes" heeft gewoond, Dominikus Rein-
sma, de bekende Leeuwarder lorreman. Maar de rest is langzamerhand dan toch verdwe
nen en het zal nu wel niet lang meer duren, of ook Mienkes' huisje gaat tegen de grond.
dat er voor haar niet was ge
plakt. Dat maakte toen veel in
druk op mij. De oude stakker,
drie gulden was voor haar een
heel kapitaal. Ook kan ik mij
nog best voor ogen halen, de
vrouw die steeds scheef over
haar schouder riep: „skip".
Leeuwarden Mevr. BIJLEVELD
13 Trekpot
Van de heer S. Strijkstra las
1
1
SPANJAAJUMLAAM UUUWAAOKN -TOUW. 0H00-2W4J
voortaan elkanders schepen met
rust te laten. Laatstgenoemd be
sluit moet zo'n indruk op de
toenmalige herbergier gemaakt
hebben, dat hij de oude her
bergnaam)?) veranderde in
„Nieuw Duinkerken".
Mijn vraag luidt: Is daar bij u
iets van bekend en Hoe luidde
de oude naam Op 10 augustus
1907 is die zaak gekocht door
wijlen Joh. Ettema. De vorige
eigenaar was Tolsma.
Rotterdam
I. C. ETTEMA-KEVERKAMP
Honderden jaren geleden
stond er aan het Schavemek
al een herberg, die Duin
kerken heette. In het laatst
van de zeventiende eeuw
kon men er op een uithang
bord lezen: „Hier drinkt
men morgen om niet -
Duynkerken hangt hier uit
soo men siet". Dit Duynker
ken stond op de plaats van
maar toch de stad zo nu en dan
bezoek, heb ik de volgende epi
sode daar voor enige jaren van
een vriend gehoord. Ik dacht
een mooie bladvulling.
Een brugwachter had net de
kettingen gespannen om de
brug op de Grachtswal af te
sluiten. Net zou hij de brug af
draaien, of een heer met zo'n
lange sleep jas en hoge hoed op,
rende met z'n wandelstok
zwaaiende naar de brug en
schreeuwde: „ik moet er door,
anders mis ik de trein
De brugwachter wees naar een
schip dat er door moest en zei:
„Fan de andere kant komt er
oek nog ien, siest dat wel
„Weet je wel wie ik ben",
snauwde die mijnheer hem toe.
„Dat kin mij niks skele en nou
weest ut".
„Ik ben burgemeester Peere
boom van Dokkum en ik moet
er door".
De brugwachter wees met z'n
wijsvinger naar die mijnheer en
met een lachje om z'n mond,
waar achter een dikke pruim
tabak huisde, zei hij: „Al wast
oek de appelboom fan 't Para
dies, dou komst der niet deur
en nou weest ut".
Hoeveel Leeuwarders en buiten
lui hebben die bruggen al ver
wenst
Coevorden D. DRIEBERGEN
3 Jodemannen
Er heeft in 't Kleine Krantsje
een foto gestaan van de Sint Ja-
cobsstraat met het vroegere de
pot van de spoorwegen. Daar
heeft een zekere Visser gewoond,
handelende in boter, kaas en
eieren. In mijn jeugd (ik ben nu
Sa) kwam er een jodeman met
een kar vol kersen, zo'n platte
kar. Hij riep dan „Twaalf cent
jes hei je die bruine kersen,
twaalf centjes hei je er een
pond, ze zijn zo mooi en rond,
zo heerlijk en gezond" en dan
weer van voren af aan, „twaalf
centjes hei je die mooie kersen,
twaalf centjes het pond".
Het laat zich denken, dat die
man in een oogwenk zijn kar
leeg had, de hele buurt liep uit
- moet je nou om komen. Een
andere jood riep: 'k Heb mooie
komkommer, komkommer" en
dan met veel omhaal „kom -
kom - mer".
Leeuwarden Mej. J. BARTELS
Wie kent er meer kernach
tige zegies, rijmpjes en uit
roepen van de vroegere ven
ters van de straat i We wil
len er graag wat van op pa
pier hebben
Red. 't KL Kr.
In nummer 64 van 't Kleine
Krantsje publiceerden wij onder
het kopje: „Vooruit jonges,
trekke een fraaie actiefoto
van een groepje schooljongens,
verwoed aan het touwtrekken.
Een van de geportretteerde
touwtrekkers droeg een alpino
mutsje en voor „deze gezellige
dikzak" zoals wij schreven stel
den wij een gratis abonnement
op 't Kleine Krantsje beschik
baar.
Welnu, die gezellige dikzak
heeft zich nu gemeld en hij
bleek in de intussen verstreken
dertig jaar wel wat veranderd
te zijn: het was de heer L. J.
Faber, Antillenweg 37 te Leeu
warden. De heer Faber, al
sinds jaren een trouwe abonnee
op 't Kleine Krantsje, had zich
zelf niet op de foto herkend,
maar zijn moeder deed dat wel:
een pasfoto, in diezelfde tijd ge
maakt als de touwtrekkersfoto
gaf ons onomstotelijk de zeker
heid te doen te hebben met de
goede man, al wist de heer Fa
ber zich dan niet meer precies
te herinneren waar de foto in
dertijd was gemaakt. Waar
schijnlijk was het een foto van
leerlingen van de Maria Louise-
school.
Aangezien hij als een goed
abonnee zijn abonnementsgeld
over 1967 al had betaald heb
ben wij hem genoteerd voor een
gratis abonnement over 1968.