STOELWINDER ENAULT OSIER So soetsjes an Uit de stads- en dorps kroniek van Dn Wumkes Hè jou die nog kannen? 'T KLEINE KRANTSJE 'T KLEINE KRANTSJE Skip Vergaan 1 VOOR NAAR \L So soetsjes an - wat bin we blied, Raakt onze stad „ut doipse" kwiet. Dus pessimisten hew gien noed, Wees optimist, so gaat ie goed. We hewwe hiei naast „zone blauw" De „wandelzone" Vooistieek, Naauw. Waai 't zaterdags so zonder mis, Toch maar gezellig winkelen is. Oek schinkt hier menig „Koffie Knip", Un „bakje troost" gewoonweg „Hip". Heel sfeervol bij wat skiemerlicht, Enoek nog met gedientsjes dicht. So nou en dan oek - elk sien sin, Sun „hoogst beskavende" love in. Met „liefdevol" gediskuseer, En blauwe ogen over en weer. Dan rest lest best" nog 't skonere Vliet, Dat heel veul te genieten biedt. Met de V.V.V. en leuke leus: Doen 't met un knieper op je neus. S. I. V. 1. DE MAN DIE VROEGER HET NIJS OMRIEP Het is alweer een kleine dertig jaar geleden, dat hij overleed en alleen de oudere Leeuwarders hewwe hem nog kannen: Johannes Stoelwinder, als omroeper eens een zeer vermaar de figuur in de stad. Hq was de man, die - eerst met een grote trom, later met een bekken - door de Leeuwarder stra ten en stegen trok om het volk mededeling te doen van aanstaande verkopingen, slachtingen, soepuitdelingen en wie weet wat nog meer. 1730 30 September Casper Abrahams Berke te Leeuwarden, zich schuldig gemaakt hebbende aan de zonde van Sodomie, verge zeld van zoodanige om standigheden, waarvan een bloot gedenken zelfs den mensch doet schrikken en ijzen, is buiten de stad aan een staak geworgd, en daarna in het vuur gesme ten en tot asch verbrand. 1731 4 Januari Overleden Horatius Vitrin- ga, oud 15 jaar, eenige zoon zoon van notaris Emestus Vitringa en Johanna Brunsvelt te Leeuwarden. Op zijn dood verschijnen bij Joh. Thijssens te Leeu warden rouwgedichten van Henricus de Valk, M. Wa- genveld en E. Vitringa. 1731 12 Maart Gedept. Haersolte en Ve- gelin accordeerden met een vrouw te Ferwerd over een jaarlijks pensioen voor het openbaren van het recept tegen den beet van dolle honden. Dit re cept wordt gedrukt en aan alle grietenijen en ste den gezonden. 1731 16 Juni Wybe Piers te Exmorra, wegens het aanvallen en mishandelen van den cher- ger Groenewoud, na het bijeenbrengen van andere gewapenden, het uitdagen en bedreigen van hem en den soldaat bij wien hij in huis was geweken, ge straft met geeseling en ze ven jaar tuchthuis. 1731 17 Juni Ds. J. H. Schrader doet zijn intrede in Leeuwarden met spreuken 2 1-5. Hij was aan het Hof toen vorstin Maria Louisa be richt ontving van het overlijden van den stad houder, 1751. Hij assisteer de bij het overlijden van Hare Hoogheid en hield, op order van de Staten, op haar de Lijkrede, 14 Juni 1765 in de Groote Kerk, met Openbaringen 14 13. 1733 6 Februari Klachten van den tonne- meester wegens het ge wormte in de zeetonnen. 1734 8 Januari Conferentie van Jhr. Johan Vegelin van Claerbergen, Menno baron van Coe- hoorn met de dijkgraven van Wijmbritseradeel en H.O.N. waarbij zij hen overtuigen van het nut der balsteenen glooiingen ter bescherming van de door paalworm bedreigde dijken Dit middel bracht redding aan Friesland ten koste van 12 ton gouds, gedu rende drie jaar. 1734 13 Maart Onno Zwier van Haren benoemd tot geschied schrijver van Friesland. 1734 11 Mei Stadhouder Willem IV en zijne gemalin plechtig te Leeuwarden ingehaald, waarop een gedicht van B. Idema. Vuurwerk bij die gelegenheid afgestoken, waarvan een kopergravure is gemaakt. 1734 6 Juni Klachten van den griet man van Smallingerland over een bende hanneke- maaiers, wegens verzet te gen de chergers, en een bevel om eenigen gevan gen te zetten. 1734 7 Juni Pieter Pylgroms vindt een middel uit tegen de paal worm waarvoor de Staten hem beloonen met f 250,-. Johannes Stoelwinder was een schipperszoon. Hij werd in 1846 geboren toen het schip van zijn ouders in Makkum lag, maar hij was nog maar een paar jaar, toen het echtpaar Stoelwinder zich in Leeuwarden vestigde. Vader Stoelwinder werd later stoelenmatter en trok stad en platteland af om de kost te ver dienen. Ook Johannes leerde het vak en hij vergezelde vader al op de lange voettochten door de provincie, als jongen van twa'alf, dertien jaar. Ook deed hij voor derden wel boodschappen in de stad en toen hij op een goeie dag op de Tweebaksmarkt moest zijn zag hij een grote volksoploop bij de Kanselarij. Wat bleek er aan de hand Er zou een ter doodver- oordeelde opgehangen worden: Ype Baukes de Graaf uit Har- lingen, die zijn vrouw had ver moord. Johannes vergat zijn boodschappen en volgde het hele drama van de veroordeel de: de optocht van de Twee baksmarkt naar het Zaailand, waar voor het Paleis van Justi tie de galg stond opgesteld, het ophangen voor de ogen van dui zenden belangstellenden en de onmiddellijk daarop volgende begrafenis op de begraafplaats aan de Spanjaardslaan. Willem Hl Als militair had Johannes Stoel winder een ontmoeting, die hem zijn hele leven zou heu gen: op een nacht in Harlingen ontmoette hij een wat vreemd geklede heer, die hem dringend verzocht direct naar de kazerne te gaan. „Wat heb ik met jou te maken" zei Stoelwinder ver baasd, maar de man dulde geen praatjes en bracht hem thuis. Bij de kazerne sloeg de vreem deling z'n jas open en toonde de militair z'n tekens. Stoelwin der ging door de grond: het was Koning Willem III. Na zijn diensttijd getrouwd kreeg Johannes Stoelwinder liefst veertien kinderen, maar dat mooie aantal belette de ouders niet om ook nog twee kinderen van een zwager groot te brengen. Maar zorgen hebben ze toen wel gekend Stadsomroeper Omstreeks 1886 kreeg Stoelwin der naast het stoelenmatten de nevenfunctie, die hem zo be kend heeft gemaakt: hij werd toen stadsomroeper en dat zou hij rond veertig jaar blijven. Stadgenoten van boven de vijf tig zullen hem dus nog wel hebben gekend, overal in de stad het nieuws van de dag rondbazuinend. Ook de notarissen in de stad is Stoelwinder jarenlang met al lerlei karweitjes behulpzaam ge weest en voorts was hij lange tijd bankwachter in de Wester- kerk en Commissaris van Orde bij de Vereniging voor Vader land en Oranje, die hij zelf mee heeft opgericht. Tenslotte was hij, in later jaren, ook een voor treffelijke hulp bij de Volksspe len van de 31 Augustus-com- missie, die op de verjaardag van Koningin Wilhelmina festivitei ten organiseerde. Alle zorgen uit de jeugd en alle werkzaamheid in later jaren hebben de gezondheid van Jo hannes Stoelwinder blijkbaar niet aangetast, want hij heeft een hoge ouderdom bereikt - toen hij op de tiende oktober 1938 voorgoed de ogen sloot was hij bijna twee en negentig jaar (Vervolg van pag. 1) den bracht ons op het spoor van een scheepsramp op de Zuider zee in een zware november storm van 1919, waarbij een echtpaar Jonker verdronk. Zou Skip, zou Geertsje een dochter van deze Jonkers zijn geweest, zo vroeg hij zich af. Welnu, het drama van de Jon kers hebben we inderdaad te ruggevonden en wel in het in Workum verschijnende blad Friso, dat gewag maakte van de vondst op 10 januari 1920 door de vuurtorenwachter Sijbren Wiersma uit Workum van het lijk van Jan Jonker, 44 jaar, echtgenoot van Henderika Tid- dens, schipper te Wildervank. Een paar dagen later spoelde het verdronken kindje van de Jonkers aan en pas een maand later vond Gatze Kalsbeek diep onder het zand het stoffelijk overschot van mevrouw Jonker met een portefeuille en de scheepspapieren. De tjalk van de Jonkers was bij Makkum ver gaan; alleen de knecht was ge red en wel door de bekende Makkumer Arend Poepjes. De vraag van de heer De Boer of Geertske Zeeskip wellicht een dochter van dit echtpaar was, moeten we nu ontkennend beantwoorden: uit ons onder zoek bleek, dat Vergaan van 't Skip geen familie van deze Jon kers kan zijn geweest. Skip II Dan kregen wij, merkwaardiger wijs, nóg een tip, dat Skip in de Klanderij straat zou hebben ge woond. Net als mevrouw W. Woudstra-Put uit Arnhem (zie ons vorige Kleine Krantsje) be richtte ons de heer S. Zandstra uit Leeuwarden, dat Vergaan van 't Skip wel degelijk in deze Klanderijstraat heeft gewoond. Zij was, zo vertelde hij ons, een zuster van Piet T., die indertijd het café Stad Dockum heeft ge had. Deze vrouw was getrouwd met een zekere Van der Sch., die op een Stanfriesboot voer. Het :s ons bij naspeuringen evenwel gebleken, dat mevrouw Van der Sch. abusievelijk voor Vergaan van 't Skip wordt aan gezien, maar het merkwaardige geval doet zich voor, dat ook zij door een ramp op zee bijzonder getroffen moet zijn geweest. Volgens de geruchten, die ons bereikten heeft mevrouw Van der Sch. hij het vergaan van een Stanfriesboot op de Zuiderzee gedacht dat haar man daarbij omgekomen was. Later bleek, dat niet de boot van haar man, maar een andere Stanfriesboot was vergaan. Sinds die tijd werd de vrouw vaak in de stad ge zien, terwijl ze zich op pantof fels (of op sokken naar het station of een van de ziekenhui- (Vervolg op pag. 9) NU IS HET DE TIJD ZICH TE ABONNEREN OP VOO* UtUWASO I'M CH or W U 0 W C I C 10 E* OHHCEH SPANJAAftDSLAAM 162 L1IUWAJIDSM -THJH1. «10*40*4) I ÉMi

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1967 | | pagina 5