Haar ouders leden schipbreuk, maar „Skip" was er zelf niet bij 13 'T KLEINE KRANTSJE Het raadsel is opgelost. Drie doden bij ramp op Zuiderzee pii PETRA LASEUR - WIM SONNE VELD - TOON HERMANS - SIMON VAN COLLEM - JOOP DODERER - PIERRE JANSSEN bij Pim in de Kroon MARY DRESSELHUYS - BERTUS A AF JE S - BUZIAU - THEO UDEN MASMAN - CRUYS VOORBERG - MIES BOUWMAN van Bantzinger, die we al noem den; van Jan Murk (De Vries), van Samson van de Telegraaf, van Colnot, van Alex de Haas (jazeker: een haas achter de pi ano), van Wim Bijmoer („De Pa van het schaap Veronica"), van Annie Cardin, van Otto Dicke, van Roland Wagter, van wijlen Germ de Jong. Heerlijke herinneringen Verder hele programma's, heer lijke herinneringen aan revue's, comedie's, toneelstukken, con certen: „Heeft U al Baaien van het Leedy Trio de Snip en Snap Revue, het Pantomime Theater van Marcel Marceau, de One Man Show van Toon, de Haagse Comedie („Arme Bi- tos"), de Hoofdstad Operette, „Een avond met Wim Sonne- veld". Er zijn ook enkele brieven in het boek geplakt. „Wat heb ik altijd lekker gegeten bij je thuis - vraag aan Papa of ie nog ge bakken lever heb schreef Her- bert Joeks aan Dieuwke en Charlotte Kohier, februari '61 in Leeuwarden, richtte zich recht streeks tot (Lieve) Joop en Pim: „Morgen, woensdag kom ik in Leeuwarden om Lady L. te spe len. Ik kan zeker wel bij jullie logeren hè Ik kom met de trein uit Amsterdam, die 13.13 aankomt. Zou je een jongen even naar het station willen sturen om mij af te halen Ik ben benieuwd hoe het bezet is. Dag schattebouten, heel veel liefs van je Charlotte Kohier". Plaatselijke grootheden Voor plaatselijke grootheden is dit (gasten)boek niet bestemd geweest; behalve Mr. H. P. Lint horst Homan en Mr. A. A. M. van der Meulen komt Frysk Or kest-dirigent Alfred Salten als enige Leeuwarder in het hoek voor, maar zijn kloeke handte kening staat op een kaartje en dat kaartje is er in geplakt. Een paar weken geleden is dit curieuze gastenboek voor de laatste maal op tafel gekomen. Toen kwamen o.a. Lettie Oost hoek, Jules Hamel en Leen Jon- gewaard naar Leeuwarden om als laatsten hun handtekening ter herinnering aan htm bezoek aan het Hotel De Kroon toe te voegen aan de honderden, hon deren namen van kunstenaars, die dat al eerder hadden ge daan. En nu is het Hotel De Kroon in andere handen overge gaan. Papa is overleden, Dieuwke heeft het gasten boek mee naar huis geno men. Een kleine twintig pa gina's zullen blanco blijven - het tijdvak van de Regnery's in Leeuwarden is voorgoed voorbij. Hebben wij, Leeu warders, wel ooit beseft welk een grandioos trefpunt, welk een groots centrum dit Hotel De Kroon in onze stad is ge weest Nog lang zal de herinnering aan dit Hotel De Kroon van Pim Regnery blijven leven, tot ook deze herinnering is verbleekt, tot er niemand meer is, die kan aanvoelen hoe de sfeer in dit gastvrije huis is geweest. Alleen deze hoogst merkwaardige boe ken zullen er dan misschien nog wel zijn, dat Album Amicorum, dat Mhria Lécina, dat dikke gastenboek. ALBERT DE BOOY - JAN VAN HERWIJNEN - GERM DE JONG - JAQUES GANS - BANTZINGER - LO VAN HENSBERGEN Het mysterie is opgelost: de raadselachtige vrouw, die in de twintiger jaren in Leeuwar den een grote bekendheid had als „Skip of „Vergaan van 't Skip" heeft in haar jeugd geen schipbreuk meegemaakt. Zij is niet met een schip op de Amelander gronden vergaan en ze beleefde ook geen scheepsramp op de Zuiderzee. Ook heeft ze haar man niet verloren op zee, evenmin verloor ze bij een schipbreuk een kind in het woeste geweld van een storm. Toch moet een verschrikkelijke scheepsramp op deze vrouw zo'n geweldige indruk hebben gemaakt, dat ze er voor haar verdere leven door getekend werd: bij het vergaan van het tjalkschip „Onderneming" in januari 1920 op de Zuiderzee zijn haar beide ouders en haar jongste broertje jammerlijk in de golven omgekomen. Het was sinds deze ramp, dat Geert- sje Zeeskip zich in Leeuwarden op straat en bij haar negotieklanten aan de deur presen teerde met de wonderlijke en bitse uitroepen „Skip en „Skip vergaan". Skip, alias Vergaan van 't Sldp, alias Geertsje Zeeskip, alias Kofferke, bleek in werkelijkheid Geertje Reitsema te heten. Zij was op 17 augustus 1894 ge boren te Lichtaard in de ge meente Ferwerderadeel als de oudste dochter van het schip- persechtpaar Reitse Reitsema Altke Boonstra. Het leeftijdsverschil tussen haar vader en moeder was liefst twin tig jaar - toen Geertje twee en twintig was kwam er nog een jongetje, Eise, en dat was toen de jongste van de zes. De ande re vier waren Josina, vijf jaar jonger dan Geertje, Joost, acht jaar jonger, Goffe, dertien jaar jonger en Anneke, achttien jaar jonger. Het jonge leven van Geertje Reitsema onderscheidde zich niet of nauwelijks van dat van andere kinderen van haar leef tijd. Voer ze niet bij haar ouders op het schip, dan diende zij dikwijls als dienstbode, nu eens bij familie of kennissen in Friesland, dan weer ergens in Holland. Tot die vreselijke scheepsramp het gezin van de Reitsema's uit- eenscheurde. Op de zesde janu ari 1920 was Geertje Reitsema bij haar tante Geertje Boonstra, die op dat moment met een schip in Leeuwarden lag. De volgende dag zou ze weer naar haar ouders gaan - die voeren op dat moment op de Zuiderzee, maar zij zouden op de zevende januari in Staveren zijn. Helaas zijn de Reitsema's daar nimmer aangekomen. In de laatste nacht van z'n le ven kreeg schipper Reitsema te kampen met een zware storm en dikke mist. Door het slechte zicht miste hij de havenmond van Staveren - hij kwam met z'n 120 ton metende met beton nen waterbakken geladen tjalk bij Workum terecht en beland de daar aan de verkeerde kant van de Stenendam: het schip liep aan de grond en binnen de kortste keren kwam het ruim vol water te staan. Hevig geschrokken hebben de Reitsema's toen in allerijl twee stellages om de mast gebouwd; op de ene stellage namen de ouders plaats met Eitse, het jongste kind van vier jaar, op de andere stellage kropen de andere kinderen, Josina 21 jaar, Joost 18 jaar, Goffe, 13 jaar en Anneke, 8 jaar in doodsnood bij elkaar. Uren en uren hebben de ouders en de kinderen zo in de mast gezeten, zonder dat hun hache lijke situatie op de vaste wal werd opgemerkt.- daar er geen vuurpijlen de hoogte ingingen en er verder ook geen vuur werd ontstoken was er niemand op de wal, die hier een drama vermoedde. Pas de volgende morgen werd het wrak ontdekt en toen de Hindelooper vissers Doede en Albert Kooy, Eelke van Meeke- ren, Coenraad Dagen en Wiebe Meines met een roeivlet te hulp schoten bleken de ouders en het jongste kind al verdwe nen te zijn: helemaal verkleumd ■Sir^i-v llfli "t'T iiiiiiiijïvii Nee, dit is Vergaan van 't Skip niet, maar Snorrewiets, een niet minder bekende figuur uit het oude Leeuwarden. Vergaan van 't Skip en Snorrewiets zul len mekaar wel hebben gekend. waren ze van de stellage ge vallen en verdronken in een kokende zee. Voor de vier ande re kinderen kwam de hulp net op tijd - ze waren verkleumd en versuft, de een en twintig jarige Josina was zelfs bewuste-, loos. Spoedig na de redding van de kinderen werd het lijk van schipper Reitsema gevonden, het stoffelijk overschot van het kind vond men twee dagen daarna en pas op de eerste fe bruari vond men het stoffelijk overschot van de vrouw; het was geheel bedolven onder het zand. Enkele weken zijn de vier kin deren liefderijk verzorgd bij de reddingbootschipper Andries Kooy, die ook een café in Hin- deloopen had; de beide jongsten kwamen daarna in een wees huis, Josina werd hulp in de huishouding en Joost werd bij een andere schipper knecht. En Geertsje Geertsje werd eerst dienstbode bij een zuster van haar moeder onder Dok- kum, maar kwam later weer naar Leeuwarden terug, waar ze door haar opvallende manier van doen een zeer bekende ver schijning werd. Met bitse uit roepen: „Skip" en „Skip Ver gaan" placht ze haar komst aan de deur aan te kondigen en iedereen dacht, dat de vrouw zelf een vreselijke ramp had meegemaakt. Getrouwd Een kennismaking met de schoenlapper Klaas Stienstra, ge scheiden van z'n eerste vrouw, leidde voor Klaas tot z'n tweede en voor Geertsje tot haar eerste huwelijk. In 1926 werd dit hu welijk gezegend met de geboorte van een dochtertje. Maar voor Geertje bleek deze echtverbinte nis geen paradijs: op een goede dag nam ze de benen en samen met een zekere Reijer de Wit vertrok ze naar Amersfoort. Klaas bleef achter in z'n huisje aan de Romkeslaan met de kin deren uit zijn eerste huwelijk en met het dochtertje uit het huwelijk met Skip. Later is Klaas Stienstra voor de derde Gefingeerde namen Er komen in dit verhaal over Vergaan van 't Skip twee gefingeerde namen voor. Dat zijn de namen Reitsema en Stienstra. Wij hebben gemeend de werkelijke naam van Skip en haar eerste man te moeten verzwijgen. maal getrouwd en in de oorlog trouwde hij ook nog eens met de N.S.B. Óp een goeie dag is hij toen bij het opplakken van een N.S.B.-plakkaat onder de rook van Leeuwarden uit een boom gevallen; hij brak z'n rug en was twee dagen later dood. Ongeveer drie jaar hebben Geertsje en Reijer samen ge leefd; toen nam Reijer op z'n beurt de benen en Geertsje bleef alleen. Van Amersfoort is Geert sje Zeeskip toen naar Alkmaar gegaan, waar ze in de grond werker Jan Meyer een nieuwe echtvriend vond. Ook dit huwe lijk werd weer gezegend door de geboorte van een dochtertje. Straatventster Hier in Alkmaar vatte Vergaan van 't Skip ook haar oude be roep van straatventster weer op en toen Jan Meyer door een hartkwaal niet meer in de grond mocht werken ging ook hij met een grote kist met negotie van deur tot deur. In 1957 is Jan Meyer in een ziekenhuis in Allernaar aan zijn hartkwaal overleden, waarna Vergaan van 't Skip met de in tussen groot geworden dochter uit het tweede huwelijk achter bleef. Een broer van Skip heeft haar later nog eens in Alkmaar opgezocht - de dochter liep toen rond met emigratieplannen. En nu, in 1967, veronderstel len de broers en zusters van Vergaan van 't Skip, dat de vrouw mèt deze dochter naar Canada is geëmigreerd: nooit hebben ze meer enig levensteken van Skip ge hoord. Ook de dochter uit het huwelijk van Klaas Stienstra en Skip heeft nooit meer enig contact met haar (Vervolg op pag. 19)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1967 | | pagina 13