T
1
Ienault
BB
osier
~k „Moeke, der is de Skeresliep!" 4
'T KLEINE KRANTSJE
4
Lezers klommen in de pen
El Sprekende hond
Mevrouw A. v. H. haalt in 't
Kleine Krantsje (110. 82) een her
innering op an meester Bresson,
hoofd-onderwiezer anne Room
se jongesslcool inne Speulmans-
straat. Ja, ik hew hem oek kan
nen, de ouwe baas woonde eerst
inne Kanaalstraat teugenover de
Christelijke H.B.S. Later ver-
huusde hij naar de overziede
vanne straat, teugenover de
voormalige pliesje-post.
Een korte, vrij brede, gedrongen
gestalte, bril met gouden ran
den en dudelijk sonoor stemge-
luud. Was oelc spraakleraar. Sat
vol kwinkslagen en humor en
je musten goed uutkieke, want
hij nam je gouwris, stiekumweg,
te grazen. Je konnen hem oek
vaak viene op 't hoekje vanne
ie Kanaalsbrug, waar ie, met
onuutputtelijk geduld ston te
karper-vissen.
Wanneer der dan een kwam en
vroeg: „Hebt u er al een mees
ter dan keek hij je an met
sien deurborende grieze ogen,
keek een paar keer van dobber
naar spreker en van spreker
naar dobber en sei tenslotte:
„Vier; as ik deze vang en de
drie volgende".
Tot in sien laaste levensjaren
bleef hij een geboren optimist
en humorist. Toen „Opa Bres
son" te bed lag en sien toestand
ernstige zorg baarde, vroeg sien
huushoudster of het niet ge
wenst was, dat er een pastoor
komme must.
„Pastoor Waarvoor wou Opa
wete. De huushoudster draaide
wat omme moeilijkheden hene;
zo in bedekte termen. „Welke
pastoor wou hij wete. „Nou
ja, u mag 't self wete wie, pas
toor de Bruin of de Wit".
Opa docht, op sien manier, diep
na. „Binne se allebeide rooms
De huushoudster bevestigde het.
„Nou, stuur dan die jonge van
de Bruin maar", sei opa.
Lezers van 't Kleine Krantsje,
die meester Bresson kannen
hewwe, salie seker meer histo
rische anecdotes van hem ver-
telle kanne. En dus wachte we
mar af.
Leeuwarden Kb.
El Kara el Hammed
Kara el Hammed. Zuivere hyp
nose of bedrog Ik danste met
Kara el Hammed en hij bracht
mij onder hypnose. Hier in 't
kort mijn verhaal. Het was in
de zomer 1945 dat ik in Appel
scha met vakantie was; in die
week werd er een avond geor
ganiseerd voor de vakantiegan
gers, waar Kara el Hammed op
trad; ik vond het een geweldige
avond, ik was toen 20 jaar en
had nooit eerder zoiets gezien.
Ook ik zag ze uit schoteltjes
melk drinken, op de stoelen
springen voor muizen. De
vriend van mijn zuster ging op
het toneel en kon ineens prach
tig jodelen.
Na afloop werd er gedanst en
hoe het kwam weet ik niet
meer, maar op een gegeven
moment danste ik met Kara el
Hammed, een zeer magere man,
nogal lang dacht ik en een ver
moeid gezicht, toen al; hij kon
toch echt niet zoveel ouder ge
weest zijn dan ik. Ik zei hem
dat ik het zo prachtig gevonden
had, maar dat ik het toch niet
goed geloven kon.
Hij nam mij toen mee naar een
kamertje en zei: „zal ik je hyp
notiseren Ik vond het goed,
hoewel toch een beetje grieze
lig. In dat kamertje was een
groot raam, waarvan de gordij
nen open waren, voor dat raam
stonden twee dienstdoende
agenten, die een beetje de orde
moesten bewaren. Ze konden
ons zien, omdat het licht brand
de. Eerst moest ik mijn naam
zeggen, daarna kon ik het niet
meer, toen mijn handen in el
kaar en die konden niet meer
los, de agenten lachten en
maakten een gebaar van, kom
nou
Kara el Hammed riep ze binnen
en ze mochten ieder aan een
arm gaan trekken zonder resul
taat evenwel, ik hield mijn
handen krampachtig gesloten.
En hiermee geef ik het bewijs
dat Kara el Hammed werkelijk
een echte hypnotiseur was en
dat mevrouw Meiman zich stel
lig vergist.
Den Haag
A. FRANKE-ATSMA
SI De goeie gever
In het onlangs ontvangen no. 82
van 't Kleine Krantsje bracht de
winterfoto - herinneringen aan
strenge winters in Leeuwarden -
talloze prettige dingen in mijn
herinnering terug, omdat ik als
jongen in Leeuwarden wonende
de beroemde winter 1890-1891
heb meegemaakt. Die winter
duurde toen zo lang dat we het
vrij van school zijn wel erg ap
preciërende toch een beetje beu
van het schaatsenrijden begon
nen te worden.
Wij woonden toen aan de Wea-
ze op Huize Muntenburg. Op de
hoek was het bankierskantoor
Mispelblom Meyer waar nu de
Amro Bank is gevestigd. Ons
oude huis is nu, naar ik meen,
ook bij de Amro Bank getrok
ken, hoewel ik meen dat de
naam Muntenburg is blijven be
staan.
Naast ons was een bakkerswin
kel en dan kwam de Blokhuis-
steeg, waar toen niet bepaald de
elite van Leeuwarden woonde.
Ik werd nog al eens nageroepen
als „Zeun van de Goeie Gever"
omdat mijn vader kantonrechter
was, die de heren uit de Blok-
huissteeg nogal eens veroordeel
de wegens dronkenschap.
Uit bovenstaande zal u al dui
delijk zijn dat ik al aardig oud
ben en dat klopt, want ik werd
in 1880 in Bolsward geboren en
na Harlingen kwamen wij in
1S85 in Leeuwarden, waar we
na de Weaze gewoond hebben
aan de Nieuwestad bij de Duco
Martena pijp in het grote huis
dat al lang bioscoop is en toen
aan de Noorderweg, waar mijn
vader in 1903 is gestorven, nadat
ik in 1901 naar Ned. Indië was
gegaan.
Over ijsfoto's gesproken: ik
zend u een nog veel oudere
kiek uit De Revue der Sporten
van 1914, waarin o.a. een por
tret van wijlen Koningin Wil-
helmina voorkomt, vergezeld
van de Commissaris der Konin
gin Piet Harinxma. Och, als ik
dat oude sportblad eens door
kijk dan komen er zo veel oude
herinneringen in je brein terug
en denk je: wat was het toen
toch een mooie tijd, alles zo
eenvoudig en met weinig tevre
den en nu is alles haast en
jacht naar wat anders.
Voorburg J. G. PEETING
El Ouwe Tietsje
Ofskoon ik pas een stuk as drie
maanden abonnee bin op ut
Kleine Krantsje, mut ut mij van
't hart, dat ik nooit op een pret
tiger en informatiever krant
abonneerd weest bin. En dat sal
wel komme, deurdat wij ons as
Friezen en oud-Friezen altieten
an elkaar en an ons Luwadden
verbonnen wete. Nog een keer
wil ik ut segge - hulde an jim
initiatief toentertied.
't Spiet mie echter veskrikkeluk
dat ik die krantsjes van voor
nummer 75 niet in mien besit
hew en dan speciaal die „docu
mentaasje" over Ouwe Tietsje.
Ik kan mie die ouwe stumper
nog so goed voor de geest hale,
ik hew haar so vaak persoonlijk
sproken, dat ik jim vrage wil,
is der un mogelijkheid, dat jim-
me mij alsnog een krantsje stu-
re kenne, waarin zij besproken
wudt. Ik hew daar alles voor
over om haar belevenissen te
lezen. Ik hoop echt, dat jimme
dat voor elkaar krije kenne. Met
de allervriendelukste groeten
van un oud Luwadder
Haarlem W. F. HIJGENAAR
.4/ slaan jou ons dood, exem
plaren van 't Kleine Krantsje
met het verhaal van Ouwe
Tietsje er in kanne we niet
meer levere. Met dat verhaal
- een paar jaar leden pubel-
seerd, hewwe so'11 suces had,
dat we het nóg mar es een
keer afdrukke mutte. Daar
suden we een soad meensen
een genoegen met doen. An
ne andere kant binne er dan
natuurlijk abenee's, die 't
voor de tweede keer leze su
den. Su dat een groot be
swaar weze 1
Red. 't KI. Kr.
El Honderd jaar A.B.
Ik was aan het uitzoeken hoe
veel jaren verschil er bij ons is
tussen oma en kleinkind, maar
we kunnen mevrouw Van Dam
(121 jaar niet overtroeven.
Maar in onze familie is de aar
digheid, dat in ruim honderd
jaar de oudste dochters hun
goed altijd moesten merken met
A.B., niet alleen vóór, maar ook
na hun huwelijk
Ziet u maar: oma A. de Boer,
getrouwd met A. Bijlsma, moe
der A. Bijlsma, getrouwd
met A. van der Beek, ikzelf A.
van der Beek, getrouwd met A.
Boeijinga, mijn oudste dochter
A. Boeijinga, getrouwd met A.
van Beek.
Nu is de traditie verbroken,
want de oudste dochter in het
gezin van Van Beek heet Truhe
- die naam begint dus niet met
een A. Ook mijn andere doch
ters zijn getrouwd, maar niet
met mannen, wier voornaam
met een A begint. Toch een
sterk verhaal, vindt u niet: meer
dan honderd jaar A.B. A.B.
Apeldoorn
A. BOEIJINGA—v. d. BEEK
El R.H.B.S.-klas
In het nummer 82 van 't Kleine
Krantsje komt een foto voor van
een RHBS-klas,- de toelichting
welke hierbij gegeven wordt be
hoeft wel enige correctie. Ik zal
uw volgorde aanhouden en kom
dan tot het volgende: Sam van
der Kaars werd in de oorlog niet
door de Duitsers vermoord (zo
als u opgeeft] doch overleed
reeds enige jaren vóór de bezet
ting (vermoedelijk in 1938 of
T939) aan een ziekte, waaraan
hij reeds in zijn HBS-tijd lijden
de was.
Eduard van der Meulen moet
naar mijn gedachte Albert van
der Meulen zijn (zijn voornaam
werd als Albèr uitgesproken). Is
inderdaad naar Apeldoorn ge
gaan (tegenwoordige woon
plaats mij onbekend).
Rechter rij: Klaas Koopmans
(met s), is niet procuratiehouder
Condensfabriek, maar reclasse-
ringsambtenaar, wonende te
Rolde. Olivier Wigger Boelens:
deze naam is niet juist, maar
moet zijn: Ruurd Olivier Boel
stra, pianoleraar te Amsterdam.
Anne de Jong is momenteel di
recteur van een fri6drankenfa-
briek in Canada,- omtrent Okke
van den Berg, die inderdaad in
rijwielen handelde, is mij niets
bekend. Sijbren Bearda, was niet
notaris, doch gemeente-ontvan
ger te Franeker. Hij overleed het
vorige jaar. Eduard de Vries was
inspecteur buitendienst van de
Leeuwarder Onderlinge. Hij
overleed in 1966. Andries van
den Berg is een totaal verkeerde
naam. Deze moet zijn: Dirk
Feitsma, thans vermoedelijk
veehouder in Kollumerland. Ad-
bert Banning tenslotte, moet
Herman Banning zijn. Zijn be
roep en woonplaats zullen wel
juist zijn.
De gegevens waren ons ver
strekt door een van de leer
lingen. Dat ze niet voor roo
pet. juist zouden zijn, leek
ons niet vreemd: wie kan
feilloos de namen opsommen
van alle leerlingen, met wie
hij veertig jaar geleden in de
klas gezeten heeft l Dank
voor uw correcties I
Red. 't KI. Kr.
m
m
i
m
SPANJAAJtOSLAAN MS-LMUWAHDW4 •TUD'. NtOftOOOO
De skeresliep - ach ja, zo noemden we de man die vroeger met z'n slijperskar door de stra
ten trok en zo nu en dan met zijn indrukwekkende wielenwagen bleef staan, wanneer hij
weer klanten had. „Moeke, der is de skeresliep Dit is een foto van een eertijds zeer ver
maarde stadgenoot: Omer Jansen, of Omerke, zoals de Leeuwarders hem vaak noemden.
De plaat moet omstreeks de eeuwwisseling zijn gemaakt, maar ook in latere decennia
waren de Jansens als scharenslijpers in onze goede stad zeer bekend.