.MOET DAT HU ZOr VROED VOOMUOAH6ER. J
Voor dertig jaar in Leeuwarden: dubbele moord
en zelfmoord op de Tweede Pinksterdag
'T KLEINE KRANTSJE
EN TOEN KLONKEN ER DODELUKE
HET WAS, NU PRECIES DERTIG JAAR GELEDEN, PRACHTIG WEER OP
DE MORGEN VAN DE TWEEDE PINKSTERDAG, MAANDAG 6 JUNI 1938.
VEEL LEEUWARDERS WAREN AL HET WATER OPGEGAAN, VELE AN
DEREN MAAKTEN ZICH OP OM EVENEENS ONTSPANNING TE ZOEKEN
IN DE NATUUR: OOK IN HET BOS VAN YPEY EN NOG WAT VERDER, OP
STANIA STATE, ZOU HET STELLIG HEEL DRUK WORDEN MET ZICH
RECREëRENDE STEDELINGEN, VAN WIE DE MEESTEN DEZE HEER
LIJKE OORDEN OP DE FIETS BEREIKTEN. IN DE STAD ZELF VERMAAK
TEN DE MENSEN ZICH IN DE PARKEN - AL VROEG WAS HET DRUK IN
RENGERSPARK EN PRINSENTUIN, WANT NOG MAAR WEINIGEN HAD
DEN AL IN DEZE TIJD DE BESCHIKKING OVER EEN EIGEN AUTO OM
ER OP DE VRIJE DAGEN MEE NAAR BUITEN TE KUNNEN GAAN. KORT
OM, EEN VREDIG BEELD VAN EEN VREDIGE STAD IN EEN VREDIGE
TIJD. MAAR NOG VOOR DE KLOK VAN ELF ZOU DIT VREDIGE LEEU
WARDEN DOOR EEN ONTZETTEND DRAMA WORDEN OPGESCHRIKT.
TERWIJL DUIZENDEN STADGENOTEN ONBEKOMMERD DE ZON OP
ZOCHTEN, LAADDE EEN KOELBLOEDIGE MOORDENAAR Z'N BROW
NING EN LIEPEN TWEE LEEUWARDERS NIETS VERMOEDEND EEN
VRESELIJKE DOOD TEGEMOET. DE TRAGEDIE VOLTROK ZICH IN DE
STILLE GYMNASIUMSTRAAT, WAAR OOGGETUIGEN ZAGEN HOE EEN
OMSTREEKS ZESTIG JAAR OUDE MAN ZIJN FIETS VOOR HET GERE
FORMEERD GYMNASIUM TEGEN EEN LANTAARNPAAL ZETTE EN
TOEN OP Z'N TENEN LOPEND MET EEN HAND IN DE ZAK EEN DAAR
WANDELEND, ONGEVEER EVEN OUD ECHTPAAR INHAALDE. VLAK
BIJ DEZE MENSEN GEKOMEN TROK DE KEREL PLOTSELING EEN RE
VOLVER EN SCHOOT ZIJN SLACHTOFFERS IN DE RUG. IN DE DAAROP
VOLGENDE VIER, VIJF VRESELIJKE MINUTEN ACHTERVOLGDE DE
MOORDENAAR ZIJN VLUCHTENDE SLACHTOFFERS DOOR DE GYM
NASIUMSTRAAT EN HET SINT JANSSTRAATJE, LOSTE OP BEIDEN NOG
VERSCHEIDENE SCHOTEN EN ZETTE TOEN, TOT ONTZETTING VAN DE
ANGSTIG TOEKIJKENDE OMWONENDEN, DE REVOLVER OP Z'N EIGEN
SLAAP.
Het heeft maar even geduurd of
de honderden ijlings toegescho
ten nieuwsgierigen wisten al
precies wie bij dit gruwelijke
drama betrokken waren: het
echtpaar was op weg naar een
jarig familielid in de Ruysdael-
straat, de moordenaar was de
man, die het paar al ettelijke
malen had bedreigd - het vrese
lijke, dat hier nu was gebeurd
beschouwden ingewijden als een
tragedie, die ze al lang hadden
zien aankomen en waarvoor ook
de politie al lang had gevreesd.
De moordenaar was de twee en
zestig jarige in Nijehaske gebo
ren Karst van der Meer uit de
Auke Stellingwerf straat, het
vrouwelijke slachtoffer, Martje
Wendel (59 jaar) was zijn vroe
gere vrouw, het mannelijke
slachtoffer, Piet J. Hendriks (58
jaar) was na de echtscheiding en
zeer tegen de zin van Karst van
der Meer, met Martje getrouwd
en woonde met haar in de Van
Beverwij ckstraat.
Karst van der Meer was vroeger
conducteur bij de Spoorwegen
geweest, maar door oneerlijk
heid haalde hij zich een veroor
deling op de hals en raakte hij
zijn betrekking kwijt. Na het
uitzitten van een gevangenis
straf vestigde hij zich op de
Nieuweburen in Leeuwarden en
begon een winkel in zuivel en
comestibles.
Financieel moet de vroegere
spoorman het daar wel aardig
hebben gedaan en vrouw en
kinderen zouden over hun man
en vader verder misschien niet
veel reden tot ldagen hebben
gehad, wanneer Karst niet nog
maals op een daverende manier
uit de band gesprongen was: een
tijdlang moet hij in het pand
aan de Nieuweburen een dienst
meisje in een kamer gevangen
gehouden hebben en dit be
paald niet alleen met de bedoe
ling, dat het arme kind die kal
mer maar goed schoon zou hou
den.
Weer kwam Karst van der Meer
voor de rechter te staan, die het
hem ten laste gelegde zedenmis
drijf honoreerde met een gevan
genisstraf van twee en een half
jaar, door te brengen in de
KARST VAN DER MEER:
dubbele moord en zelfmoord
Strafgevangenis te Scheveningen.
In de tijd van deze gevangen
schap is op verzoek van Martje
Wendel het huwelijk van Karst
met haar door echtscheiding
ontbonden. Karst zou voor deze
echtscheiding toestemming heb
ben verleend met in zijn achter
hoofd de veronderstelling, dat
het samenleven met zijn vrouw
na zijn straftijd zou worden her
vat.
Huishoudster
Terwijl Karst in Scheveningen
z'n dagen aftelde kreeg de ge
scheiden vrouw een betrekking
als huishoudster bij de rentenier
Piet J. Hendriks, die woonde in
het hoekhuis van de Van Be
verwij ckstraat en de Van De-
venterstraat. Hendriks was we
duwnaar; met zijn vrouw had
hij in Amerika goed geld ver
diend en het echtpaar woonde
al enige tijd stil in Leeuwarden,
toen mevrouw Hendriks over
leed.
Met een leeftijdsverschil van
nog geen twee jaar was het niet
zo vreemd, dat de zakelijke ver
houding van werkgever en werk
neemster in huize Hendriks
spoedig voor een geheel andere
verhouding moest plaatsmaken
en toen de criminele Karst ein
delijk uit Scheveningen kwam
en hoopvol gestemd terugkeerde
naar Leeuwarden vond hij hier
geen vergevensgezinde vrouw,
die wel weer bereid was hem in
de armen te sluiten: niets, maar
dan ook niets wilde Martje
meer weten van Karst.
Deze definitieve afwijzing moet
op de stuurloze Karst van der
Meer een diepe indruk hebben
gemaakt en geen gelegenheid
liet hij voorbijgaan om z'n vroe
gere vrouw en haar nieuwe
minnaar te bedreigen: heel vaak
bleef hij in de buurt van de Van
Beverwij ckstraat omspoken,
soms stond hij zwijgend, maar
dreigend bij de heer Hendriks
voor het raam, dikwijls volgde
hij z'n gewezen vrouw, zodra
die de straat opging.
Toen de heer Hendriks besloot
met zijn huishoudster te trou
wen was de politie al lang op de
hoogte van de voortdurend drei
gende houding van Karst van
der Meer: zo nu en dan werd
de man op het politiebureau
ontboden, soms werd hij op het
dragen van wapens gefouilleerd,
herhaaldelijk waarschuwde de
politie hem zijn houding te
veranderen. Goed gewapende
politiemannen hielden ook een
oogje in 't zeil bij het voltrek
ken van het huwelijk tussen de
heer Hendriks en Martje Wen
del - men was bepaald op een
ernstig incident voorbereid.
Zowel op de voor- als op de
achterdeur van het huis aan de
Van Beverwijckstraat plakte de
heer Hendriks na deze trouwdag
een briefje met de mededeling
„Dit huis is gesloten voor Van
der Meer", maar die bleef door
gaan met zijn bedreigingen: hij
achtervolgde het echtpaar op
straat, hij slingerde ze vloeken
en verwijten naar het hoofd, hij
hield ze knarsetandend z'n ge
balde vuist voor het gezicht.
Belediging
Ook met een van zijn dochters,
die de zijde van moeder had
gekozen, kreeg Karst van der
Meer het aan de stok: de man
beledigde haar, er kwam een
nieuwe rechtzaak, er kwam
weer een veroordeling op z'n
strafblad bij.
Tot al deze felle gevoelens van
haat en wrok op die Tweede
Pinksterdag tot de bloedige over
val leidden, die Karst van der
Meer waarschijnlijk al lang in
het hoofd had gehad. Stellig
heeft hij op deze vroege morgen,
als zo vaak, gewacht op het
moment dat het echtpaar Hen
driks in de Van Beverwijck
straat te voorschijn zou komen
en hij zal ze op z'n fiets op een
afstand hebben gevolgd, rustig
wachtend op een moment met
weinig mensen in de straat en
met weinig kans in zijn bloedig
handwerk te worden gestoord.
Dat moment kwam, toen de