HOEKSTERKERKHOFBUURT VOL LEVEN
KIST MET GELD IN DE GROND BIJ VEENWOUDEN
'T KLEINE KRANTSJE
hoe vreemd dit ook klinkt, want gewoonlijk is een kerkhof een plaats van stilte en niet van bedrijvigheid. Maar net als het Jako-
bijnerkerkhof en het Oldehoofsterkerkhof is ook voor het Hoeksterkerkhof de oorspronkelijke betekenis van de naam al heel lang
geleden verloren gegaan; zelfs de oudste nog levende veteranen hebben het Hoeksterkerkhof niet meer als begraafplaats gekend.
Wie nu in deze buurt een wandeling maakt zal er versteld van staan, hoe grondig de slopers de laatste weken hier hun werk
hebben gedaan: de hele zuidzijde van het Hoekster Achterom is in enkele dagen van de kaart geveegd en ook de huizenrij van
het Hoeksterkerkhof, rechts op deze foto is al met de grond gelijk gemaakt. Het slopen van al deze woningen werd noodzakelijk
in verband met een toekomstige uitbreiding van het Gereformeerde Rusthuis op de hoek van het Hoeksterkerkhof en het Hoekster-
achterom. Al eerder heeft het beeld, dat we links op de foto zien, een grondige verandering ondergaan; ook hier werden huizen ge
sloopt of verbouwd en de huisjes van de Kochel- of Kogelschans op de achtergrond verdwenen allemaal. Bovendien verdween ook
de loods van vroegere gasfabriek achter de muur van het Hoeksterpad, net als het hoekhuis van het Hoeksterpad - wie nu een
foto zou maken vanaf de plaats, waar de maker van deze plaat veertig jaar geleden heeft gestaan, kreeg dan ook wel een heel ander
resultaat. Van de mensen, die in die goeie ouwe tijd kleur en fleur gaven aan deze oude buurt tussen Voorstreek en Hoeksterpad,
vinden we enkele op deze foto terug; we twijfelen er niet aan, dat ze door vroegere buurtbewoners worden herkend. De man met de
groente(?)kar op de voorgrond rechts zal wel een geregelde bezoeker zijn geweest, ook op de achtergrond zien we nog een han-
delsmantsje bij een kar. Wat die meneer voor het pakhuis links in z'n hand heeft leek ons, door een loupe bekeken, een enorme
foto toe, maar het kan ook een opengeslagen tijdschrift zijn geweest. Verder vragen we even uw gewaardeerde aandacht voor de
brave bufrouwen voor het woninkje van de Kogelschans en natuurlijk voor het aardige kereltje bij de kar. Die zal nu een zes of ze
ven en veertig zijn. Wie o wie
Ligt er, ergens aan de weg van Dokkum naar Veenwouden,
nog altijd een grote loden kist met geld in de grond De
kist is lang geleden door een schatrijke stinsbewoner in de
grond verstopt, maar het verhaal gaat, dat de schat later
nooit weer te voorschijn gekomen is.
De rijkaard, een bijzonder gie
rig man, bewoonde een stins bij
de Skilige Piip, dat was een
scheef over de weg liggende
brugpijp. Hij bewaarde zijn geld
in een grote loden kist, die in
een lege, goed afgesloten kamer
stond.
Toen de onrustige geldwolf z'n
schatten daar niet veilig vond,
sleepte hij de kist er op een
donkere Kerstnacht vandaan en
begroef de schat bij zijn stins
in de tuin. Maar op de terug
weg naar zijn stins trof hem de
dood.
Na zijn begrafenis bleef zijn
geest de bewoners uit de omge
ving kwellen en teneinde raad
riep men toen de hulp in van
Hendrik Mients, een wijdver
maard geestenbezweerder uit
Veenwouden.
Blijkbaar zag Hendrik Mients er
tegenop dit zaakje alleen op te
knappen en daarom riep hij niet
minder dan zes collega-vakge
noten van elders te hulp: met
z'n zevenen trokken de duivel
banners op een met vier paar
den bespannen wagen naar de
Skillige Piip, waar ze te midder
nacht arriveerden en er het
spook al spoedig troffen.
„Kom ouwe Heer, kom nu maar
bij ons op de wagen", zei Hen
drik Mients en inderdaad: het
spook kwam bij de duivelban
ners op de kar. Maar toen was
er plotseling geen beweging
meer in de wagen te krijgen. De
duivel hield haar tegen. Dat
heeft zo geduurd tot de toren
klok van Veenwouden twee
maal sloeg.
Toen sprongen de vier paarden
plotseling op en vlogen met de
wagen de velden door en joegen
over sloten en heggen in de
richting van Roodkerk, waar
Hendrik Mients eindelijk kans
zag zich van de wagen te laten
vallen. En wel net op tijd, want
een moment later verdween de
hele wagen met spook en dui
velbanners in het water van de
Boompoel.
Nooit heeft men iets van de
wagen en z'n bemanning terug
gevonden, maar ook van de lo
den kist in de tuin heeft nie
mand ooit iets gezien. Wel is
er naar gegraven, maar hoe die
per men groef, hoe dieper zonk
de kist weg - de schat moet nog
altijd in de aarde zitten.