OUD STADGENOOT H. VOORDEWIND
ONTMOETTE EEN SMOUTE PRATER
□•□•□•□•□•□•□•a
□•□•□•□•□•□•□•a
ZOMER
MEUBELEN
'T KLEINE KRANTSJE
8
ILJ in alle prijzen U
Strive Maaike bij, „\ltbtq. m Laat'
Een deel van de lezers van 't
Kleine Krantsje bestaat uit be
jaarden en vooral zij genieten
altijd weer van die foto's uit
lang vervlogen dagen, maar ook
van die herinneringen van oude
stadgenoten, die nu en dan „in
de pen klimmen" en van alles
en nog wat vertellen over hun
jeugd. En van de vlot geschre
ven toelichtingen van de heer
Schoustra.
Zij doen dat allemaal met ge
noegen, maar ook wel met een
tikje weemoed. Want veel is
intussen verdwenen van al die
mooie plekjes en van het rus
tige en gemoedelijke Leeuwar
den is niet veel meer over. Ook
ik ondervind steeds weer te
leurstellingen, als ik zo nu en
dan mijn geboortestad weer
eens bezoek. Van mijn tijdge
noten zijn er niet veel meer
over en mooie ouderwetse pan
den zijn gesloopt of verbouwd
of met moderne gevels ver
knoeid. Maar de herinneringen
zijn gebleven en komen altijd
weer even boven, als ik dat
Kleine Krantsje weer lees.
Maar al is er dan veel moois
verdwenen, toch zal de oudere
generatie graag erkennen, dat er
op allerlei gebied veel is verbe
terd. Vele krotwoningen zijn
opgeruimd en aan allerlei mis
standen is een eind gekomen,
ook aan de manier waarop des
tijds, vrijdags, het vee naar de
markt werd gebracht en ver
handeld.
Smoute prater
Een paar jaar geleden werd ik
daar aan herinnerd, door een
bejaarde oud-stadgenoot, die mij
enkele bijzonderheden vertelde,
over dat soort transporten. Ik
kwam toevallig met hem in
gesprek op het perron in
Grouw, toen ik daar te wachten
stond op de trein, die mij weer
naar Amsterdam terug moest
brengen. Ik was daar even uit
gestapt, en had enkele oude
kennissen opgezocht. Onder
meer had ik een bezoek ge
bracht aan de werf „De Polle",
waar ik zo veel herinneringen
heb liggen.
De baas, mijn oude vriend Wil
lem Postma, de bouwer van die
prachtige Polleschouwen, was
inmiddels overleden. Maar die
oude helling lag er nog en ik
trof er nog een paar oudere
knechts, met wie ik veel herin
neringen kon ophalen. Ik had
mij daar langer opgehouden dan
ik van plan was geweest. Maar
ik trof het, dat zij juist bezig
waren met het aanbrengen van
een paar nieuwe boegen in een
van die mooie ronde jachten,
die in Grouw thuis hoorden.
Naar dat werk mocht ik altijd
graag kijken en ook nu sloeg ik
hen met belangstelling gade en
lette niet op mijn tijd. Met als
gevolg, dat ik mijn trein niet
meer bleek te kunnen halen. Ik
probeerde het nog wel door
haastig aan te stappen, maar
op een paar honderd meter van
het station zag ik hem vertrek
ken. En dus werd het een uur
wachten op de volgende.
Maar een grote teleurstelling
was het nu niet bepaald, want
ik had de tijd aan mij zelf. Op
het perron ging ik zitten op
een klein karretje en genoot
daar van het mooie uitzicht in
de richting Irnsum.
Het was een prachtige dag, begin
mei en in Friesland lag alles in
de pronk. De mooie greiden
met vogels en bloemen en het
prachtige vee. En in de verte
die kapitale plaatsen, waar de
boeren aan het werk waren.
Alles bij elkaar een schouwspel
van vrede en rust, waar ik nooit
op uitgekeken raak. Achter het
station raasden weliswaar de
auto's, maar dat lawaai drong
amper tot mij door.
Het duurde niet lang, of ik
kreeg daar gezelschap van een
bejaarde man, die nog goed ter
been was, want hij stapte nog
flink het perron op. Hij kwam
naast mij zitten en ik herkende
hem direct. Want hij was die
smoute prater, die mij enkele
jaren geleden op de jachthaven
in Leeuwarden een paar koste
lijke uren had bezorgd met al
lerlei jeugdherinneringen in echt
en onvervalst Luwaddes. Ook
nu begon hij dadelijk het ge
sprek:
„Wat een prachtige dag niet.
De mooiste tied fan it jaar. Mar
ik gaan hier oek mar even sit-
ten, want ilc hew al 'n hele tip
pel achter de rug. Ik hew een
paar dagen uut-fan-huus weest
bij mien trouwde dochter. Die
woont un endsje buten Grouw.
Har man werkt op ut butterfe-
briek. Mien frouw en ik gane
der wel gaues heene. Fooral in
dizze tiid fan ut jaar. Niet inne
fakansjetied, want dan is ut ons
daar te druk met al dat lawaai
fan die fakansjeminsen.
Ik mag daar graag weze en hou
wel fan vissen. Mien skoon-
seun het so'n klein skouke en
oek 'n paar angels. Ik gaan
daar dan welris met op stap.
Mar wat ik fang, het nooit veul
omme hakken. Mar och, daar is
ut mij oek niet om te doen.
Mooie greiden
Mar ik mag graag kieke naar al
die mooie greiden met al die
feugels en naar al die skippen,
die der foorbij komme. Mien
frouw ferfeelt hur daar oek niet,
want der binne 'n paar klein-
kienders, die gek met beppe
binne. En beppe fansels met
hun. Wij blieve der soms wel
'n week. Mar dizze keer bin ik
der allienig heen gongen. Want
mien frouw het de laaste tied
feul last fan rimmetiek en loopt
oek niet so best meer. Se sag
dizze keer dan oek teugen de
reis op, mar se sei: gaan dou
mar allienig, andes is it foor
Janke so sneu; se het der op
rekent. Dat hew ik doe mar
deen. Mar ik bin der nou oek
mar 'n paar dagen bleven. Want
as it der op ankomt, bin ik
dochs mar it liefste tuus. Ik hew
op it laast de 80 oek al oppe
rug.
So, merkte ik op. Dat suden je
oek niet segge. Jou stappe der
nog flink over.
Ja, dat segge der wel meer. Mar
ik foei mij oek nog best. Der
mekeert mie nog niks en de
dokter het oek nooit feul an
ons fediend.
Hij veranderde nu van onder
werp en keek mij even oplet
tend aan.
Ik loof, dat ik jou wel kan,
ging hij verder. As ik ut goed
sien, dan binne jou die man,
waar ik 'n jaar of wat leden ris
met praten hew anne jachtha
ven in Luwadden. Jou leiden
daar met jou boeier. Mar ik
herkende jou nou niet daliks.
Want jou hadden doe so'n
blauwe trui an en 'n ouwe pet
op. En 'n paar grote hanskunen
an. Want jou waren an it ko-
perpoetsen. En nou lieke jou
wel een meneer, met die boord
om en die slappe grieze hoed.
En doe hadden jou meer fan 'n
ouwe skipper. Mar nou sien ik
ut wel. Wij hewwe it doe over
de watersport had, doe ik so'n
kien war. En jou hewwe der
later een stukje over skreven in
ut krantsje fan Schoustra. Ik
fon dat un mooi stukje, want
so had ik ut jou precies feteld.
Mien frouw fon ut oek mooi,
mar se sei: ik hew nooit weten
das tou so'n ondogende jongen
weest heste. Want wie hiest nou
sien eigen moeke an, met grou-
we kikkers en smiet die smeri
ge dingen in het drinkwater.
Daar hest mij nooit wat fan fe
teld. Se hadde fansels dat stuk
je lezen over dat tochje naar de
Wielen met dat praamke fan
Huzinga. Mar fedder fon se it
oek wel 'n mooi stukje. Ik hew
later nog welris op die haven
weest, mar hew jou daar nooit
meer troffen.
Nee, merkte ik op. Ik kom daar
niet so faalt, want ik woon in
(Vervolg op pag. 9)
DE COMMISSARIS VERTELT
O ZOMERMEUBELEN d
VOUWSTOELEN 0
Q van 9,50 tot 55,00 Q
(fe TUINPARASOLS
39,50 - 59,50
TAFELS 16,50 - 45,00
f""1 WINDSCHERMEN
en vele andere artikelen
S| SLAAPZAKKEN S
NIEUWESTAD 162 LEEUWARDEN TEL. (05100) 34275
ONZE NIEUWE AFDELING
3e ETAGE
geeft u een uitgebreid over- LJ
9 zicht van de mooiste
en Maaike, de „kluizenaars" van het Prinsenhof, over wie de vroegere Wargaaster predikant De
Stoppelaar in zijn boeken zo veel heeft verteld. Van de kant van watersporters en bewoners van
het gebied tussen Wartena en Grouw hebben we bijzonder veel reacties op dat verhaal gekregen
en het leek ons daarom aardig nog een van de zeldzame foto's af te drukken, waarop de ver
maarde Sytze en Maaike vereeuwigd zijn. Het is een plaat van de Wargaaster visclub met de
mooie naam „Vroeg en Laat", gemaakt bij de Holstmeer, waar Sytze en Maaike in hun schamele
huisje hebben gewoond. We zien de kluizenaars helemaal links op de foto, Maaike met de grote
„scholk" voor en Sytze met een schilderachtige hoed en z'n zelfgemaakte kolossale reuzenklompen
aan. De andere heren zijn, van links naar rechts Folkert Hoekstra, Frans Boxum („Een mooie ver
teller Pieter de Vries (met de bijnaam Pieter Politiek), Cornelis Meinderts en Ruurd Sinnema.
Dat moet een mooie goudploeg zijn geweest, die o.a. de stunt uithaalde om ieder voorjaar een
roeibootje te torpederen op de Holstmeer: onder grote vreugde werd er dan met een krachtige
motorboot zo lang op een roeischouwtje omgebeukt, tot het scheepje zonk. Maar daar komen we
later nog wel eens op terug - we hebben er foto's van
H. VOORDEWIND