In 1784 in Leeuwarden
Hoogst belangwekkende proeven
met aerostatische luchtbollen
'T KLEINE KRANTSJE
4
Nog meer.
Lezers klommen in de pen
Si Kopke onder
Het is nou bijna een jaar dat ik
't Kleine Krantsje lees en as ik
ut inne bus lcrij, gaan ik er al-
dereerst bij sitten om het deur
te sien. Ut doet mie altied goed
nog wat uut mien geboortestad
te horen. Al bin ik al meer as
23 jaar uut Luwadden weg, ut
leit mie na an het hart.
As ik lees van de ouwe binnen
stad, Grachtswal, ut kanaal enz.
Daar hew ik heel wat voetstap
pen leggen. Want ik bin op
skool weest inne Wijbrand de
Geeststraat bij meester Vierman,
de leerskool sogenaamd van de
kweekskool inne Margaretha de
Heerstraat. Ik loof dat die stra
ten nou allemaal anders hiete,
want toen ik vier jaar leden in
Luwadden was, toen was der
een boel veranderd. As ik an
Luwadden denk dan denk ik
oek an een foorval, dat gebeurd
is toen ik een jaar of zes was.
It was oppe dag dat de Mercu-
riusfontein onthuld is. Wij
mochten der niet heen van ons
moeke, want it waar te druk
inne stad. We deden het toch,
mien vriendintsje en ik. En op
pe neus der bij fansels. Oppe
rand staan natuurlijk en ja hoor
een stomp van de een of ander
en ik ploemp, kopke onder in
ne fontein.
Een man oppe fiets het mie
tuus brocht. Hij oppe fiets, ik
lope. Drave must ik, anders
wudde ik koud en kreeg long
ontsteking, zei hij. En ik mar
drave. Het was een heel end fan
de fontein naar 't Molenpad.
Hieme as een oud peerd en toen
ik tuus kwam, kreeg ik oek nog
es fan mien moeke het een en
ander te horen.
Toen ik dit an een groepke Hol
landers fetelde hier in Canada,
sei der een: Ja, dat weet ik nog,
dat hew ik sien. Wij woonden
toen in Wirdum en waren een
dag met mien vader naar Lu
wadden. De veemerk had toen
oek so lang bestaan. So sien je,
de wereld is mar klein, overal
fien je nog kennissen en ouwe
Luwadders.
Canada
IJ. FOLKERTSMA-BAKKER
SI Laatste schutter
In 't Kleine Krantsje nummer
88 staat, dat Suierveld het laat
ste nog levende lid was van het
LEZERS LEGGEN HUN
PROBLEMEN BLOOT
Stedelijk Muziekcorps. Dat is
niet juist. De heer H. Pieters,
Spanjaardslaan 84, is in 1902 als
veertienjarige bij het Muziek
corps gekomen. De heer Pieters
is nog in leven.
Leeuwarden C. DOETJES
Pliesje Visser
Om nog even op de politie ten
tijde van commissaris Wesser
terug te komen, zou ik op één
van de leden van het Leeuwar
der politiekorps uit die tijd
gaarne nog even de aandacht
willen vestigen. Evenals de com
missaris genoot ook deze poli
tieman een zekere populariteit.
Het was de politiedienaar Anne
Visser, door Wesser aangesteld
in de bevoorrechte positie van
rijwielagent, in welke functie
hij vele jaren dienst deed.
Hij was het typische voorbeeld
van wat men noemt Oom-agent.
Ook in het korps werd hij
steeds omke Anne genoemd.
Ongetwijfeld zullen er nog van
de oudere Leeuwarders zijn, die
zich deze altijd vriendelijke en
voorkomende politieman zullen
herinneren.
Geen man om vele bekeuringen
te maken, hoewel hij niet
schroomde een bonnetje uit te
schrijven waar en wanneer dit
nodig mocht zijn. Ook geen
man om spoedig naar de kle
wang of de gummistok te grij
pen. Hij ging van het standpunt
uit, dat er in vele gevallen meer
was te bereiken met een praatje
dan met een proces-verbaal of
met de wapens.
In geval van burenruzies en hui
selijke twisten was Visser de
aangewezen man om als bemid
delaar op te treden. Op dit ge
bied was hij zou men kunnen
zeggen een soort van specialist.
Hij pakte de zaken op zijn eigen
manier aan. Geen van de koips-
leden kon dat zo goed als hij
en het moest al heel raar ko
men, als hij de partijen niet tot
elkaar wist te brengen.
Hij had er bijzonder de slag van
om met mensen om te gaan en
het verkeerde van hun gedrag
hen onder de ogen te brengen.
Hij deed dit op een heel aparte-
wijze met een juiste woordkeu
ze, hem ingegeven door zijn bij
zonder sterk Godsgeloof. Zijn
woorden drongen tot de men
sen door, zij raakten er door
onder de indruk en hij ging niet
eerder bij de mensen vandaan,
dan dat hij er zeker van was,
dat zijn bemiddeling het ge
wenste resultaat had gekregen.
Niet alleen de ontelbaar vele
Leeuwarder ingezetenen die
pliesje Visser een goed hart toe
droegen, ook in het korps was
hij zowel bij zijn collega's als
bij zijn superieuren een geziene
figuur.
Het was heel erg jammer, dat
hij kort na zijn 25-jarig ambts
jubileum in 1937, wegens ge
zondheidsredenen de dienst
vroegtijdig moest verlaten. Op
29 april 1942 stierf hij in de
ouderdom van 60 jaar.
Leeuwarden R. V.
Bijgaande foto weid gemaakt
tijdens de Leeuw aider kermis in
1929. Pliesje Visser surveilleert
hier op de Nieuwestad.
DE WITTE BEER ZAL
WORDEN
GERESTAUREERD
De fraaie gevel van het pand
De Witte Beer aan de Nieu
westad zal worden gerestau
reerd. B. en W. van Leeu
warden zullen de gemeente
raad voorstellen de eigena
resse van het pand, mevr. S.
Landstra—Berger voor deze
restauratie een subsidie in
uitzicht te stellen van f 4680.
De totale restauratiekosten
worden geraamd op ruim
veertienduizend gulden.
Het pand De Witte Beer staat
(aan de „stille" kant van de
Nieuwestad) pal tegenover de
Oude Waag, die eveneens bin
nen afzienbare tijd zal worden
opgeknapt. Het heeft een bij
zonder mooie gevel met de af
beelding van een grote witte
beer in de geveltop.
In de dertiger jaren dreigde een
felle brand de kostbare gevel te
verwoesten, maar gelukkig kon
toen het vuur tijdig bedwongen
worden, zodat de gevel behou-
PLIESJE VISSER
IS Nagekeken
Als kleine jongen is het me
nooit opgevallen, maar als vol
wassene word ik heel veel na
gekeken op straat, soms uitge-
giecheld zelfs. Ik heb daar heel
veel hinder van.
Leeuwarden P. SMOREBROEK
Een paar maanden rustig
thuisblijven, dan zit het wel
snor.
Red. 't KI. Kr.
Leeuwarden den r3de May. Gis
teren heeft de Heer Bianchi van
Amsterdam, alhier op het Exer
citie Veld (te Leeuwarden) zijne
Proeven over de Aerostatische
Luchtbollen in 't Werk gesteld.
Des morgens tegens 12 Uuren
liet hij, als voorloper, eenen
Bol van één voet middel-lijn, uit
zeer dunne Vliezen te zamen
gesteld, en met onvlambare
Lucht gevuld, op: Deeze klom
met eene zeer groote snelheid,
zo dat men aenzelven binnen
weinige minuuten uit het gezigt
verloor, en weegens den grooten
afstand niet meer zien kon.
Kort hier op wierd 'er eene
tweede, dog grooter en daarna
eene derde (a) opgelaten, beiden
van maakzel en met het zelfde
voldoenend gevolg als de eerst-
gemelde.
Voorts, stelde de Hr. Bianchi
het nodige in 't werk om een
grooter bol, van 4 voeten, die
zeer fraai geschildert en vernist
was, te vullen: doch de wind,
die toen vrij wat opstak, hin
derde deeze werking sterk, zo
dat de Bol niet naar genoegen
kon gevuld worden, en ook dooi
den wind zeer veel leed: de
zelve ging echter op, doch stiet,
door de wind vervoerd zijnde,
in 't opgaan teegen een houte
paal, 't welk alles van dit ge
volg was, dat die Bol, niet hoog
oprees, en schielijk op het na-
buurig Land nederviel: Deze
tegenspoed wierd oogenblikke-
lijk hersteld. De Heer Bianchi,
ziende dat de wind hem in 't
open veld verhinderde, bragt
den toestel om den Bol te vullen
in de Tent, die in het Exercitie
veld voor het Gezelschap van
Intekenaaren in gereedheid
stond, vulde aldaar eenen ande
ren Bol van ongeveer gelijke
groote: Deeze wierd quartier
over één Uur opgelaaten, met
het gelukkigst gevolg: Dezelve
klom met ongemeene groote
snelheid: en daar men de voori-
ge uit het gezigt verlooren had,
alleen om dat zij tot eenen te
grooten afstand van ons af-
waaren, en dus zig eindelijk
maar als een stip vertoonden,
verloor men deezen uit het ge
zigt, om dat hij zig in eene
Wolk begaf, in dewelke men
hem duidelijk zag intreeden. De
Vulling van alle deeze Bollen
geschiede met een zeer eenvou
dig toestel en in korten tijd.
Brandend stro
Dit dus naar genoegen, ver-
rigt zijnde, ging de Heer Bian
chi over tot het bereiden van
een groote Lucht-Bol, welke,
naar de wijze van de Heeren
Montgolfier met brandend Stroo
zoude gestookt worden. Doch de
wind was toen te sterk dan dat
men een zo groot gevaarte naar
genoegen kon behandelen, men
bragt egter het noodige in ge
reedheid, toen een onverwagt
toeval, het vallen van een hou
ten paal, of zogenaamde Juffer,
de Lucht Bol zeiven trof, en zeer
beschadigde, waardoor men ge
noodzaakt wierd, de Proef uit
te stellen, tot 's Avond? ten 7
Uuren, om in den tusschen tijd
alles te kunnen herstellen. Dit
geschied zijnde, wierd de Proef
op den bestemden tijd hervat,
bij zeer schoon en gunstig we
der. Er wierd in de opening van
den bol, die thoen, aan een
touw gehangen, eene hoogte van
20 voeten besloeg, en uit twaalf
aan elkander gehecht en nauw
op een geplooide baanen be
stond, de pijp van eene kaggel
geplaatst. In de kaggel werden
eenige kleine bosjes Stroo aan
brand gestoken, door welkers
werking men den bol zich in
een zeer korten tijd zag uitzet
ten, tot dat dezelve eindelijk,
dé gedaante van een bol gekre
gen hebbende, staatig, en naar
genoegen der aanschouwers, op
ging: en recht over eind zonder
eenige omkenteling begon voort
te gaan: Doch dit genoegen,
duurde niet lang, terwijl de bol
maar tot eene geringe hoogte,
(Vervolg op pag. 5)
den bleef. Van z'n brandwonden
hersteld bleef het pand daarna
een sieraad voor de Nieuwe
stad.
Nu evenwel toont de voorgevel
dergelijke gebreken, dat een
flinke opknapbeurt dringend
noodzakelijk is. Aan het ver
zoek van het gemeentebestuur
de gehele voorgevel te restau
reren heeft de eigenaresse van
het pand gehoor gegeven. Wan
neer de gemeente Leeuwarden
het door b. en w. aan de raad
voorgestelde subsidie verleent,
zal ook de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg een subsidie
verlenen.
In de aanbevelingsbrief voor de
raad zeggen b. en w. „Wij zijn
van mening dat het restaureren
van het pand met fraaie klok-
gevel en rococo-omamenten cn
het toekennen van een subsidie
daarvoor verantwoord is. Wij
hebben daarbij overwogen, dat
het restaureren van deze gevel
niet alleen van belang is met
het oog op behoud van de gevel-
wand van dit deel van de Nieu
westad, maar ook met het oog
op het Waaggebouw, dat bin
nenkort eveneens zal worden
gerestaureerd".